Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Elf bedrijfs- en verzekeringsartsen in opleiding presenteren hun onderzoek

Roy Meilof
Jennifer Penning
Angarath van der Zee - van den Berg
Op 28 november 2023 vond een minisymposium plaats bij de NSPOH. Elf aios presenteerden de voorlopige resultaten van hun onderzoek. Er werd gepresenteerd over uiteenlopende onderwerpen op bedrijfs- en verzekeringsgeneeskundig gebied.

Burn-out

Eén aios deed onderzoek naar het effect van vroege inzet van een cognitief gedragsmatige interventie bij burn-out als aanvulling op verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts. Uit analyse van retrospectief verzamelde data bleek dat de groep waar vroeg een interventie werd ingezet significant langer verzuimde. Mogelijk werd dit effect (deels) veroorzaakt door selectiebias, waarbij ernstige gevallen een interventie krijgen en langer herstellende zijn. Om dit verder te analyseren is prospectief onderzoek nodig.

Een andere aios presenteerde haar onderzoek naar de bereidheid van bedrijfsartsen en bedrijfspsychologen om een op Virtual Reality (VR) gebaseerde interventie in te zetten. Met een focusgroep van zes artsen en psychologen onderzocht zij belemmerende en bevorderende factoren voor het gebruik van een VR bril met de VRelax app. De deelnemers stonden positief tegenover het gebruik, mits het als aanvulling op een bestaande behandelmethode wordt ingezet. Dit onderzoek kan een eerste stap zijn naar vervolgonderzoek over het gebruik van VR voor preventie of verzuimbegeleiding.

De derde presentatie ging over de correlatie tussen sociale netwerken en werkgerelateerde psychische aandoeningen. Sinds de pandemie wordt er meer thuis gewerkt en is er minder sociaal contact op de werkvloer. De hypothese was dat steun van collega’s en leidinggevende zou correleren met de mate van burn-out en bevlogenheid. Een aios werkte deze vraag uit in het kader van een groter onderzoeksproject (Werkplek Informele Netwerken Gezondheidsstudie). Er werd een cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd met gevalideerde vragenlijsten. Uit data-analyse bleek, zoals verwacht, dat een hogere frequentie van emotionele steun van collega’s gecorreleerd is met zowel een hogere bevlogenheidscore, als een lagere burn-out score.

Verzekeringsgeneeskundige beoordeling van prognoses

Een aios onderzocht de beoordeling van de infauste prognose in het kader van WIA-aanvragen met verkorte wachttijd. Data, verzameld met vragenlijsten onder 179 verzekeringsartsen, lieten zien dat met name de prognostische visie van de specialist, metastasering, het type kanker en de vijfjaarsoverleving worden meegewogen in de oordeelsvorming. Aanbevolen wordt om deze factoren op te nemen in een richtlijn voor de beoordeling van de infauste prognose.

Een aios particuliere verzekeringsgeneeskunde onderzocht of de inschatting van de medisch adviseurs en expertiseurs overeenkomt bij het vaststellen van het percentage blijvende invaliditeit en toekomstrisico bij orthopedische letsels. Aan de hand van 52 dossiers van een medisch adviesbureau werd geconcludeerd dat het percentage blijvende invaliditeit door de medisch adviseur in 50% van de gevallen binnen dezelfde range ligt als het percentage blijvende invaliditeit door de expertiseur. Het toekomstrisico kwam in ruim 80% van de gevallen overeen. Het uitvoeren van een expertise lijkt dus meerwaarde te hebben voor het vaststellen van het percentage blijvende invaliditeit is, maar niet voor het toekomstrisico.

Combinatiespreekuur Participatiewet

Een onderzoek betrof de cliëntbeleving bij een combinatiespreekuur in de Participatiewet. Bij een combinatiespreekuur zijn de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige samen aanwezig voor een Wajong beoordeling. Cliënten kregen keuzemogelijkheid om hieraan deel te nemen of aparte gesprekken te voeren. De meerderheid van dertien geïnterviewde cliënten gaf aan het combinatiespreekuur positief te waarderen. Ze kregen een goede uitleg over de beoordelingscriteria. Een mogelijke beperking is dat niet onderzocht is waarom 23 cliënten niet wilden deelnemen (participatiebias). Een aspect om verder te onderzoeken is het effect op de doorlooptijd: Mogelijk kan het combinatiespreekuur bijdragen aan het verminderen van de achterstanden bij het UWV.

Melding beroepsziekten door verzekeringsartsen

Een aios heeft onderzocht waarom beroepsziekten zelden worden gemeld door verzekeringsartsen. Meestal valt dit onder de plicht van de bedrijfsarts, maar in het kader van de Ziektewet kan dit ook de verzekeringsarts zijn. De aios nam kwalitatieve interviews af bij acht verzekeringsartsen. Uit analyse bleek dat alle geïnterviewde artsen cliënten hebben gezien met beroepsziekten, maar dat de meerderheid niet actief melding maakt. Oorzaken zijn een gebrek aan bewustzijn, tijdsdruk en onzekerheid over causaliteit. De aanbeveling is om het melden van beroepsziekten onder verzekeringsartsen te verbeteren, bijvoorbeeld door meldingsvragen op te nemen in rapporten.

Transportsector

Een aios onderzocht het verschil in ervaren gezondheid tussen machinisten en hoofdconducteurs. Bij 47 werknemers van de Nederlandse Spoorwegen werd de ‘12-item Short Form Health Survey‘-vragenlijst afgenomen. Er werd geen significant verschil gevonden in de ervaren gezondheid tussen machinisten en hoofdconducteurs.

Een volgende presentatie betrof de beoordeling van rijgeschiktheid bij vrachtwagenchauffeurs met medische klachten. De aios onderzocht in welke mate bedrijfsartsen daar een uitspraak over doen en welke factoren hierbij een rol spelen. Zij ontving 103 volledig ingevulde enquêtes door bedrijfsartsen. De ruime meerderheid (76%) deed meestal tot altijd uitspraak over rijgeschiktheid. Echter, 69% geeft aan onvoldoende onderwijs hierover te hebben gehad. Concluderend voelen bedrijfsartsen zich verantwoordelijk voor het bepalen van rijgeschiktheid van vrachtwagenchauffeurs, maar zijn meer scholing en praktische richtlijnen voor bedrijfsartsen aan te bevelen.

Cultuursensitieve zorg

Een aios onderzocht de gedachten van bedrijfsartsen ten aanzien van het verlenen van cultuursensitieve zorg. Uit vragenlijsten bleek dat alle artsen vonden dat cultuursensitief werken een rol heeft in de bedrijfsgeneeskunde en bijdraagt aan betere verzuimbegeleiding. Echter, meer dan de helft gaf aan dat het onderwerp niet in de groepspraktijk wordt besproken en dat ze over onvoldoende kennis beschikken over dit onderwerp. De aanbeveling is om dit onderwerp in de opleiding aan te kaarten en verder onderzoek te doen naar het effect van cultuursensitief werken op bijvoorbeeld verzuimduur.

Leidinggevenden en het Eigen Regie Model

Tot slot werd een onderzoek gepresenteerd naar de rol van leidinggevenden in de toepassing van het Eigen Regie Model. Bij dit model is de leidinggevende procesbewaker van de verzuimbegeleiding. Er werd een enquête afgenomen bij leidinggevenden van vier gehandicaptenzorginstellingen. Hieruit bleek dat leidinggevenden zich over het algemeen verantwoordelijk voelen voor de verzuimbegeleiding en daarbij ondersteund worden door andere functies, zoals casemanager en bedrijfsarts. Belemmerende factoren zijn beperkte kennis en vaardigheden. Aanbevolen wordt om leidinggevenden goed te ondersteunen bij het uitvoeren van het Eigen Regie Model om efficiëntere verzuimbeheersing te bevorderen.

Roy Meilof en Jennifer Penning (beiden AIOS bedrijfsgeneeskunde bij de NSPOH)

Bij interesse in de onderzoeken kan contact worden opgenomen met Angarath van der Zee – van den Berg, coördinator en opleider Onderzoeksscholing NSPOH, a.vanderzee@nspoh.nl.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.