Vanuit de internationale expertgroep New and Emerging Risks of Chemicals (NERCs), houden we nauwlettend de signalen in de gaten rond nieuwe associaties tussen werkgerelateerde blootstellingen en gezondheidsrisico's. Doel is om snel risico's te identificeren opdat arboprofessionals de nodige preventiemaatregelen kunnen treffen. Dit artikel beschrijft de bevindingen uit recent wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van respirabel kristallijn silica (RKS), blootstelling aan complexe aërosolen op luchthavens, het effect van aluminiumoxide op astma en de impact van nanomaterialen op de longfunctie.

Blootstelling RKS
Incidentele idiopathische interstitiële pneumonieën en pulmonale sarcoïdose veroorzaakt door RKS: signalen uit Deens prospectief vervolgonderzoek.
RKS is een bekende oorzaak van silicose, maar kan ook in verband worden gebracht met andere soorten interstitiële longziekten. Blootstelling aan RKS komt veelvuldig voor. Denk aan de bouw, mijnbouw, agrarische sector, metaalgieterijen, glas- en keramische industrie, bewerken van minerale producten, et cetera.
Dit onderzoek onderzocht de associaties tussen beroepsmatige blootstelling aan RKS en het risico op idiopathische interstitiële pneumonieën, pulmonale sarcoïdose en silicose in de totale Deense beroepsbevolking tussen 1977 en 2015.
De gemiddelde cumulatieve blootstelling was 125 µg/m3-jaar onder blootgestelde werknemers en werd geschat met behulp van een kwantitatieve job exposure matrix. Silicadeeltjes veroorzaken een beschadiging van het longweefsel, wat leidt tot een abnormale immuunrespons en de vorming van niet-verkazende granulomen. Deze studie bevestigt een positieve blootstellingresponsrelatie tussen blootstelling en zowel idiopathische interstitiële pneumonieën (1.03 per 50 µg/m³-jaar) als pulmonale sarcoïdose (1.06 per 50 µg/m³-jaar). Voor silicose werd een sterkere associatie vastgesteld (1.20 per 50 µg/m³-jaar), wat aansluit bij eerder onderzoek bij hoogblootgestelde werknemers zoals mijnwerkers. Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat silicose ook bij lagere cumulatieve blootstellingsniveaus kan voorkomen, wat verder dient te worden onderzocht.1
Blootstelling aan fijnstof
Meerjarige veranderingen in de longfunctie bij medewerkers op twee Franse luchthavens. In deze studie werden spirometriemetingen onder Air France-werknemers longitudinaal geëvalueerd. Men vond een achteruitgang van 24,7 procent van de longfunctie (FEV1, FVC, PEF en FEF25-75) bij luchthavenwerkers en met name terminal- en platformwerkers.2 De terminal- en/of platformwerkers in Marseille hadden over het algemeen een significant snellere afname van de longfunctie vergeleken met kantoorpersoneel en/of monteurs in Parijs.
Er werd echter geen verband aangetoond tussen afname van de longfunctie en de blootstelling aan fijnstof gemeten met behulp van persoonlijke monitoringapparaten. Chronische blootstelling aan PM2.5 is vroeger in verband gebracht met verlaagde longfunctie en een snellere achteruitgang. Deze studie vond echter geen verband tussen PM2.5 op de woonplek en longfunctiedaling. Evenmin konden factoren als geslacht, roken, atopie, respiratoire aandoeningen, deeltjesgrootte in de longuitademing en uitgeademde CO de groepsverschillen verklaren.
Concluderend kan gesteld worden dat deze studie het eerste bewijs levert van een significante achteruitgang van de longfunctie bij bepaalde luchthavenmedewerkers in Frankrijk.
Het identificeren van de bronnen van de emissies (omgevingsfactoren, vliegtuiguitlaatgassen, et cetera) blijft echter een uitdaging.
Blootstelling aluminiumoxide: casus 41-jarige man
Beroepsastma veroorzaakt door blootstelling aan aluminiumoxide. Deze casus betreft een eerste geval van beroepsastma als gevolg van blootstelling aan aluminiumoxide, aangetoond via specifieke inhalatieprovocatie (SIC).3 Dit is een test waarbij een patiënt onder laboratoriumomstandigheden op gecontroleerde wijze wordt blootgesteld aan een stof die hij op de werkplek tegenkomt.
Deze studie bewijst de beduidende terugval van de longfunctie bij luchthavenmedewerkers
De 41-jarige man (roker: 40 pakjes/jaar; bodymassindex: 37), zonder andere relevante voorgeschiedenis had vijftien jaar in de bouw van buitenzwembaden gewerkt en de laatste drie jaar bij een bedrijf dat absorberend materiaal voor isolatie vervaardigde met aluminiumoxide als grondstof. Om dit materiaal te produceren mengde de patiënt aluminiumoxidepoeder met natriumbicarbonaat en kaliumpermanganaat gedurende 8 uur per dag, 5 dagen per week. Hij droeg op het werk een FFP2-masker ter bescherming van de luchtwegen. Twee maanden nadat hij met zijn baan was begonnen, kreeg hij rinitis, conjunctivitis, droge hoest en kortademigheid. De symptomen begonnen vroeg, ongeveer één uur na aankomst op het werk, verbeterden bij inhalatie van bèta-adrenergica en waren duidelijk werkgerelateerd, aangezien ze afnamen in het weekend en tijdens vakantieperiodes of ziekteverlof.
Gezien het vermoeden van beroepsastma als gevolg van blootstelling aan aluminiumoxide, werd een SIC uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de European Respiratory Society.
De SIC bevestigt de relatie tussen inhalatieblootstelling aan aluminiumoxide en de ontwikkeling van beroepsastma. Aluminiumoxidedeeltjes kunnen epitheliale irritatie veroorzaken, wat een immuunrespons opwekt die leidt tot een hyperreactiviteit van de luchtwegen en ontsteking. Deze cascade is vergelijkbaar met de reacties die worden gezien bij andere door deeltjes veroorzaakte astmatische aandoeningen. Deze casus geeft aan dat het noodzakelijk is om de blootstelling aan aluminiumoxide te beheersen door het nemen van preventieve maatregelen.
Grootschalig gebruik van nanomaterialen is reden tot bezorgdheid
Blootstelling nanomaterialen
Een associatie tussen een verminderde longfunctie en cumulatieve blootstelling aan nanomaterialen, mogelijk gemedieerd via longontsteking Deze studie toont een verband aan tussen cumulatieve blootstelling aan nanomaterialen en slechtere longfunctieparameters onder 136 werknemers die deelnamen aan het Europese multicentrische NanoExplore-project.4
De bevindingen suggereren dat, onafhankelijk van het levenslang roken van tabak, etniciteit, leeftijd, geslacht, bodymassindex en fysieke activiteitsgewoonten, de cumulatieve blootstelling over tien jaar aan nanomaterialen geassocieerd is met een slechtere FEV1 en FEF25-75 procent, wat zou kunnen wijzen op vroege tekenen van luchtwegobstructie van de grote en kleine luchtwegen. Daarnaast werd uitgeademd ademcondensaat van werknemers geanalyseerd op interleukine (IL-)10, IL-1β en tumor necrosis factor alpha (TNF-α). De resultaten suggereren dat IL-10, TNF-α en hun verhouding (dat wil zeggen de anti-pro-inflammatoire verhouding) de negatieve associatie tussen cumulatieve blootstelling aan nanomaterialen en de FEV1/FVC-verhouding volledig kunnen mediëren.
Tegenwoordig worden nanomaterialen breed gebruikt in een scala aan industriële toepassingen. Een dergelijk grootschalig gebruik en de beperkte kennis over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid geven aanleiding tot bezorgdheid over de mogelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid en veiligheid, afgezien van de belasting voor het milieu. Aangezien inademing de belangrijkste blootstellingsroute is, lopen werknemers die worden blootgesteld aan nanomaterialen mogelijk het risico op ademhalingsproblemen en/of een verminderde longfunctie. Epidemiologisch bewijsmateriaal over het verband tussen cumulatieve blootstelling aan nanomaterialen en de gezondheid van de luchtwegen is echter nog steeds beperkt. Dit onderzoek onderstreept het belang van het implementeren van adequate beschermende maatregelen in de nanocomposietsector om effecten op de long en luchtwegen te vermijden.
Conclusie: alert blijven
Deze onderzoeken tonen aan dat het belangrijk is om alert te zijn en blijven op gezondheidseffecten die worden veroorzaakt door inhalatoire blootstelling aan stoffen. Het is bekend dat blootstelling aan respirabel kristallijn silica silicose kan veroorzaken, maar er zijn ook associaties gevonden met idiopathische interstitiële pneumonieën en pulmonale sarcoïdose. De casus waarin beroepsastma door aluminiumoxide wordt aangetoond en de studies waarin een verlaagde longfunctie wordt aangetoond bij luchthavenpersoneel en werkers met nanomaterialen, geven opnieuw aan hoe belangrijk het is om blootstelling aan gevaarlijke stoffen via de luchtwegen te beheersen door preventieve maatregelen te nemen volgens de arbeidshygiënische strategie. Een actief arbobeleid waarbij werkgevers en werknemers goed samenwerken vormen de basis voor een veiligere en gezondere werkomgeving.
Referenties
1.Brosbøl Iversen I, Peters S, Vestergaard JM, et al. Occupational exposure to respirable crystalline silica and incident idiopathic interstitial pneumonias and pulmonary sarcoidosis: a national prospective follow- up study. Occup Environ Med. 2024;81:279-286.
2.Touri L, Tarantini A, Suehs C, et al. Occupational exposure to aerosols in two French airports: multi-year lung function changes. Ann. Work Expo. Health. 2025;69:17-33.
3.Pilia MF, Espejo D, Soler D, et al. Occupational asthma caused by exposure to alumina. J. Investig. Allergol. Clin. Immunol. 2024;34:270-272.
4.Squillacioti G, Charreau T, Wild P, et al. Worse pulmonary function in association with cumulative exposure to nanomaterials. Hints of a mediation effect via pulmonary inflammation. Part. and Fibre Toxicol. 2024;21:28.
▶ dr. Nicole Palmen is arbeidshygiënist/toxicoloog bij het RIVM, Bilthoven. Contact: nicole.palmen@rivm.nl ▶ prof. dr. Lode Godderis is arbeidsarts en verbonden aan IDEWE en KU Leuven, Leuven