Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wordt het nog wat met preventie?

Joost van der Gulden
Dit is een blog van Joost van der Gulden, redacteur bij TBV. 'Twaalf jaar terug organiseerde de SGBO een symposium over het thema "wat doet de bedrijfsarts in 2025?". Ik vond het verslag van die bijeenkomst toevallig terug. Dat maakte nieuwsgierig naar de voorspellingen van toen. Zijn ze uitgekomen?'

‘In veel gevallen’ lees ik ‘blijft het contract met de arbodienst nu [in 2013] beperkt tot verzuimbegeleiding. Er is nauwelijks aandacht voor preventie’. Dit wordt verklaard uit het feit dat de overheid werkgevers nauwelijks stimuleert om daarin te investeren.

‘De bedrijfsarts van morgen heeft meer aandacht voor preventie’

Maar de sprekers zijn optimistisch. Jurriaan Penders (destijds voorzitter van de NVAB) ziet de groeiende groep flexwerkers en zzp’ers als nieuwe doelgroep, want ‘steeds meer werkers hebben geen toegang tot de bedrijfsarts’. Hij bepleit ook een verschuiving van ‘occupational health’ naar ‘workers’ health’. Het gaat bij dat laatste om preventieve zorg voor alle werkenden, met oog voor gezondheidsdeterminanten binnen en buiten het werk. Pim Assendelft, hoogleraar Huisartsgeneeskunde, sluit daarop aan. Hij verwacht de bedrijfsarts als nieuwe collega in eerstelijnsgezondheidscentra om patiënten met een chronische aandoening te adviseren over werkhervatting of het vinden van een baan. ‘Het moet toch mogelijk zijn zorgverzekeraars daarvoor te interesseren.’ Participatie draagt immers bij aan lagere zorgkosten.

De aios van toen zullen teleurgesteld zijn dat er niets is veranderd sinds 2013. Nog steeds krijgt verzuimbegeleiding veel meer aandacht dan preventie. Nog altijd ligt het accent van het overheidsbeleid op deregulering en niet op het aanscherpen van Arbo-regelgeving. Gelet op de verkiezingsprogramma’s van de meeste partijen zet de volgende regering dit beleid door. Minder regels en minder verplichtingen zijn nodig voor economische groei, zo lijkt het devies. En regels handhaven? Ben je gek, waarom zou je ‘werkgevers pesten’?

Toch is niet alles kommer en kwel. Er zijn collega’s die er wel in slagen preventief te handelen, zo blijkt uit een serie interviews van Erik Pereira Rodrigues. Hij sprak tot dusver met Frank Brouwer, Rick van Steenkiste en Jurriaan Blekemolen over preventie. In het septembernummer van TBV volgt een interview met Jack van der Gragt. Wat valt er te leren uit hun ervaringen?

‘Communicatie is the name of the game, zeker bij preventie’

Brouwer werkte lang als bedrijfsarts voor de diplomatieke dienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij vindt het belangrijk dat je je verdiept in zo’n organisatie. Wat speelt er en hoe zijn de omgangsvormen? Zaak is ook dat je een netwerk opbouwt van mensen die het voor het zeggen hebben. ‘Je moet altijd zorgen dat je ook boven het niveau van personeelszaken komt om te zorgen dat je advies het gewicht krijgt dat het zou moeten hebben’.

Brouwer noemt als voorbeeld dat diplomaten met astma niet veilig in Mexico kunnen werken vanwege de luchtvervuiling daar. Door zijn netwerkkennis wist hij wie hij in zo’n geval moest aanspreken om een overplaatsing te regelen. De kunst is volgens hem je boodschap daarbij op een positieve en vriendelijke manier te brengen.

‘Zorg dat de werkgever een andere mindset krijgt’

Behalve organisatiesensitiviteit en communicatieve vaardigheden is een systematische aanpak van preventie nodig. Van Steenkiste gaat met zijn klanten in gesprek op basis van een verzuimanalyse. ‘Daarmee kun je mooi laten zien: hier is een hogere meldingsfrequentie, of daar is veel werkgerelateerd verzuim.’ Vervolgens formuleert hij samen met de klant enkele actiepunten die periodiek worden geëvalueerd. ‘Dan merk je dat de klant vanzelf interesse krijgt’ en vervolgens met nieuwe actiepunten komt, is de ervaring van Van Steenkiste. Preventie wordt zo een vanzelfsprekend onderdeel van de dienstverlening.

‘Ga met elkaar in gesprek over de druk die mensen ervaren’

Natuurlijk is ook een goed verhaal van belang, gebaseerd op kennis van zaken. Blekemolen werkt veel met de PSA-index, een vragenlijst naar psychosociale arbeidsbelasting die hij op basis van wetenschappelijk onderzoek heeft ontwikkeld. Hij is behalve bedrijfsarts ook arbeids- en organisatieadviseur en daarmee goed in staat om werkgevers en werknemers te motiveren om psychosociale risicofactoren in kaart te brengen, zeker in sectoren met veel verzuim door psychische klachten. Het helpt echt als je er snel bij bent, zegt Blekemolen: ‘als mensen eenmaal zien dat ze op weg zijn naar uitputting, dat er iets moet gebeuren, dan zie je dat ze heel snel weer in een goede gemoedstoestand komen’. Klinkt overtuigend, niet?

‘Je moet lef hebben en soms je tanden laten zien’

Van der Gragt kent de cultuur van de bouwwereld van thuis uit. Dat helpt hem nu hij voor die sector werkt. Hij gaat geregeld een bouwplaats op om met eigen ogen te zien met welke arbeidsbelasting werknemers te maken hebben. ‘Je kunt niet aan preventie doen als je wel kennis hebt van ziektes, maar niet van blootstelling. Je moet je specialiseren in de risico’s’. Vervolgens moet je de werkgever daar ook op wijzen. Daar moet je lef voor hebben, want managers zitten niet te wachten op jouw ongevraagd advies. ‘Je moet een beetje schijt hebben aan hiërarchie en imago’ zegt Van der Gragt. Net als Brouwer adviseert hij om een goede band op te bouwen met de managers waarmee je te maken hebt. ‘Ze nemen je dan veel serieuzer – en belangrijker nog – ze luisteren ook naar je.’

Van der Gragt vindt ook dat je zo nodig een keer van je af moet bijten binnen de arbodienst. Laat je niet ringeloren door je leidinggevende of accountmanager. ‘Soms moet je zeggen: ik heb dit nodig om mijn werk goed te kunnen doen.’

‘Preventie is waar we allemaal voor opgeleid… moeten zijn’

Om aan preventie toe te komen moet je dus over nogal wat kwaliteiten beschikken. Verwerf je die voldoende tijdens de opleiding tot bedrijfsarts? Van Steenkiste vindt meer aandacht voor preventie beslist gewenst. Hij zegt ook: ‘de opleidingen doen heel erg hun best, maar je moet zelf in actie komen en de vraag stellen: hoe creëer ik voor mijzelf de ingang naar preventie?’

Ik kan me daarin vinden. Je leert niet alles tijdens een opleiding, hoe goed die ook is. Niet erg, want je blijft in je verdere loopbaan kennis en ervaringen opdoen. Je professionele zelfvertrouwen neemt daardoor toe. Dat heb je nodig om een goed verhaal te ontwikkelen, de juiste mensen aan te spreken en zo nodig een keer je tanden te laten zien. Natuurlijk helpt bijscholing daarbij. Het is daarom mooi dat er een opleiding is tot bouwarts. Die ‘biedt gereedschap voor preventiezorg’ zegt Van de Gragt, die er docent is. De bouw kan hierin een voorbeeld zijn voor andere sectoren.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.