De loonkloof tussen mannen en vrouwen, zowel gecorrigeerd als ongecorrigeerd, komt voor in alle sectoren, inclusief de bedrijfsgeneeskunde. De ongecorrigeerde loonkloof kan worden bepaald door het verschil te meten in bruto uurloon tussen mannen en vrouwen. Door te corrigeren voor verschillende factoren, bijvoorbeeld opleidingsniveau, werkervaring en leeftijd, kan de gecorrigeerde loonkloof worden bepaald. Het doel van dit onderzoek is om te bepalen of er in de bedrijfsgeneeskunde sprake is van een (on)gecorrigeerde loonkloof. Dit kan mogelijk dienen als belangrijke recruitment tool, aangezien werken in een vakgebied met gelijke beloning aantrekkelijk kan zijn.
Het betreft een kwantitatief, cross-sectioneel onderzoek waarbij gebruik is gemaakt van een digitale vragenlijst. De studiepopulatie bestond uit 216 artsen, waaronder artsen niet in opleiding tot specialist bedrijfsgeneeskunde, artsen in opleiding tot specialist bedrijfsgeneeskunde en bedrijfsartsen. Een ongepaarde t-toets werd gebruikt om het bruto uurloon tussen mannen en vrouwen te vergelijken (ongecorrigeerde loonkloof). Voor het onderzoeken van mogelijke verklarende factoren voor de gecorrigeerde loonkloof werd een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd.
Het gemiddelde bruto uurloon van mannen is €49,64 ± 10,55 en van vrouwen €46,87 ± 10,34 (p = 0,047). Na correctie voor verschillende factoren, bleek geslacht geen significante rol te spelen in het verklaren van de gecorrigeerde loonkloof (p = 0,881). De functie bedrijfsarts en het hebben van een vast dienstverband bleken hierbij wel een significante (p < 0,05) rol te spelen.
Conclusie
Dit onderzoek bevestigt de aanwezigheid van een ongecorrigeerde loonkloof bij artsen werkzaam in de bedrijfsgeneeskunde. Afronden van de opleiding tot bedrijfsarts en het wel of niet hebben van een vast dienstverband lijken een belangrijkere rol te spelen bij het verklaren van de loonkloof dan geslacht.
Lees het hele artikel hier.
Nathalie Reurink is bedrijfsarts, contact: nathalie.reurink@richting.nl
Dr. Pim Knuiman was haar onderzoeksbegeleider bij de NSPOH.
Goedkeuring: maart 2024.