Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Beperkingen vaststellenmet WORQ-UP

Bas Aerts
Annechien Beumer
Paul Kuijer
Denise Eygendaal
Monique Frings-Dresen
Aandoeningen van de bovenste extremiteit geven vaak beperkingen in werk. Voor behandelend orthopeden is een vragenlijst ontwikkeld (WORQ-UP) met als doel het signaleren van beperkingen. Daarmee kunnen, in overleg met de bedrijfs- of verzekeringsarts, behandelingen worden aangepast aan specifieke werkgerelateerde behoeften van patiënten.
Beperkingen door aandoeningen van de bovenste extremiteit zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van het arbeidsverzuim in Nederland.1-7 Er is groeiende aandacht voor dit probleem in de orthopedische praktijk. Voor zowel arts als patiënt is het belangrijk om factoren te identificeren die kunnen bijdragen aan een (sneller) herstel en de arbeidsparticipatie kunnen bevorderen.

Doel vragenlijst: vroegtijdig beperkingen signaleren

De afgelopen jaren is (mede) door bovengenoemde auteurs een vragenlijst ontwikkeld (WORQ-UP: WOrk-Related Questionnaire for the UPper extremity) met als doel om vroegtijdig in de klinische behandeling beperkingen te kunnen signaleren en tevens te bewaken of deze factoren positief worden beïnvloed tijdens en na de eventuele behandeling. Daarnaast is het van belang voor de behandelend orthopeed om vroegtijdig te kunnen schakelen met bijvoorbeeld de bedrijfsarts. Ook is een doel om behandelingen, in overleg met de bedrijfs- of verzekeringsarts, aan te passen aan de specifieke werkgerelateerde behoeften van patiënten.

Ontwikkeling WORQ-UP

Voor de ontwikkeling van de WORQ-UP is zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van de criteria opgesteld door Terwee et al. en de COSMIN-criteria.8
Om een dergelijke lijst te maken is door de multidisciplinaire onderzoeksgroep een lijst van vragen opgesteld die betrekking hebben op beperkingen in werk. De multidisciplinaire onderzoekgroep bestond uit een orthopedisch chirurg gespecialiseerd in de bovenste extremiteit, een orthopedisch chirurg gespecialiseerd in hand en pols, een orthopedisch chirurg in opleiding, een professor in arbeidsgerelateerde aandoeningen en een bewegingsspecialist werk.

De inhoud van de items van de vragenlijst zijn tijdens de volgende drie stappen getoetst en verbeterd:

1. Eerst werden er 1-op-1-interviews gehouden met patiënten (n=14) om de duidelijkheid en compleetheid van de items te bespreken en zo nodig werden items aangepast of toegevoegd.

2. Vervolgens zijn 1-op-1-interviews gehouden met gezondheidskundige experts namelijk fysiotherapeuten (n=5), verzekeringsartsen (n=5), bedrijfsartsen (n=4), revalidatieartsen (n=3) en orthopedisch chirurgen (n=4). Gevraagd is naar duidelijkheid en compleetheid van de items en wat volgens hen goede antwoordcategorieën zijn. De vragenlijst is zo nodig weer aangepast.
3. Tenslotte zijn weer 1-op-1-interviews met patiënten gehouden (n = 12) om de definitieve versie te bespreken).9
De WORQ-UP moet afstemming tussen kliniek en
bedrijfs- en/of verzekeringsartsen bevorderen
Uiteindelijk is een vragenlijst verkregen met 17 items die gerelateerd zijn aan werk en aandoeningen van de bovenste extremiteit. De vier domeinen bestaan uit: krachtsinspanning, behendigheid, gebruik van gereedschap en apparatuur en mobiliteit (zie tabellen 1 en 2). De uiteindelijke score wordt berekend van 0-100 (hoger getal geeft meer beperkingen aan).

 

Tabel 1: De WORQ-UP-vragenlijst.

Activiteit
Nvt
Geen
Gering
Matig
Veel
Erg veel of Kan ik niet
Tillen en dragen van voorwerpen zwaarder dan 5kg tussen knie- en borsthoogte, bijvoorbeeld een boodschappentas met 5 literpakken melk of frisdrank.
0
1
2
3
4
5
Tillen van voorwerpen zwaarder dan 2kg boven schouderhoogte, bijvoorbeeld een zware ordner in de kast zetten.
0
1
2
3
4
5
Duwen en trekken van rollend materieel zwaarder dan 60kg, bijvoorbeeld een volle container/kliko.
0
1
2
3
4
5
Reiken met gestrekte armen naar voren.
0
1
2
3
4
5
Werken boven schouderhoogte.
0
1
2
3
4
5
Snel herhaalde armbewegingen uitvoeren, bijvoorbeeld tijdens post sorteren of lopendebandwerk doen.
0
1
2
3
4
5
Kleine voorwerpen pakken, bijvoorbeeld een pen van de tafel.
0
1
2
3
4
5
Schrijven met een pen/potlood.
0
1
2
3
4
5
Kracht uitoefenen met de hand, zoals knijpen/wringen/kneden.
0
1
2
3
4
5
Werken met handgereedschappen zoals een schroevendraaier.
0
1
2
3
4
5
Handmatig werken met machines of apparaten zoals boormachine of slijptol.
0
1
2
3
4
5
Besturen van een voertuig zoals vrachtwagen, bestelbus of auto.
0
1
2
3
4
5
Werken met een toetsenbord en/of muis.
0
1
2
3
4
5
Smartphone of tablet bedienen met een aanraakbeeldscherm (touchscreen).
0
1
2
3
4
5
Klimmen op eem ladder of stellage.
0
1
2
3
4
5
Werken met zware apparaten die trillingen veroorzaken zoals een klopboormachine of breekhamer.
0
1
2
3
4
5
Het reizen van en naar uw werk, bijvoorbeeld met de auto, scooter of bromfiets.
0
1
2
3
4
5

 

Tabel 2: Indeling van de WORQ-UP-vragen naar de 4 domeinen.

Krachtsinspanning
Tillen van voorwerpen zwaarder dan 2 kg boven schouderhoogte, bijvoorbeeld een zware ordner in de kast zetten.
Tillen en dragen van voorwerpen zwaarder dan 5 kg tussen knie- en borsthoogte, bijvoorbeeld een boodschappentas met 5 literpakken melk of frisdrank.
Werken boven schouderhoogte.
Duwen en trekken van rollend materieel zwaarder dan 60 kg, bijvoorbeeld een volle container/kliko.
Reiken met gestrekte armen naar voren.
Snel herhaalde armbewegingen uitvoeren, bijvoorbeeld tijdens post sorteren of lopende band werk doen.
Behendigheid
Schrijven met een pen/potlood.
Smartphone of tablet bedienen met een aanraakbeeldscherm (touchscreen).
Werken met een toetsenbord en/of muis.
Kleine voorwerpen pakken, bijvoorbeeld een pen van de tafel.
Kracht uitoefenen met de hand, zoals knijpen/wringen/kneden.
Gereedschap en apparatuur
Werken met zware apparaten die trillingen veroorzaken zoals een klopboormachine of breekhamer.
Klimmen op een ladder of stellage.
Werken met handgereedschappen zoals een schroevendraaier.
Handmatig werken met machines of apparaten zoals boormachine of slijptol.
Mobiliteit
Het reizen van en naar uw werk, bijvoorbeeld met de auto, scooter of bromfiets.
Besturen van een voertuig zoals vrachtwagen, bestelbus of auto.
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2078-x/MediaObjects/12498_2023_2078_Fig1_HTML.jpg
Toetsing klinimetrische eigenschappen WORQ-UP
Als eerste stap is er gekeken naar het aantal en de dimensionaliteit van de 17 items van de WORQ-UP. Er werd een factor-analyse verricht en beoordeeld hoe de interne consistentie van de vragenlijst was.
Honderdvijftig (150) patiënten zijn geïncludeerd die als nieuwe patiënt de polikliniek van de ‘upper limb unit‘ van een groot perifeer opleidingsziekenhuis bezochten.
Er zijn in totaal 4 factoren met een eigenwaarde > 1,0 gevonden. Deze komen overeen met de eerdergenoemde domeinen (krachtsinspanning, behendigheid, gebruik van gereedschap en apparatuur en mobiliteit). De zogenaamde Eigenwaarde (EigenValue = EV) EV zijn respectievelijk: 5,8, 2,4, 1,8 en 1,2. Samen verklaren zij 66 procent van de variatie.
De Cronbach-alpha-waarden zijn respectievelijk: 0,88, 0,74, 0,87 en 0,66. Daaruit concluderen we dat de WORQ-UP een goede interne consistentie bezit.10
Groeiende aandacht voor problemen bovenste extremiteit in orthopedische praktijk
Vervolgens is de test-hertest-betrouwbaarheid getoetst. In totaal zijn 60 patiënten geïncludeerd (20 patiënten met hand/pols-, 20 met elleboog- en 20 met schouderklachten). Dit zijn ook patiënten die als nieuwe patiënt het ‘upper limb unit’-spreekuur bezochten. De patiënten vulden op die dag de WORQ-UP in en deden dit gemiddeld 7 dagen later opnieuw. Patiënten gaven aan of ze na een week verbetering of verslechtering van hun klachten hadden en of ze bijvoorbeeld fysiotherapie, een injectie of andere pijnstillers hadden gehad. Als we kijken naar de patiënten met hand/polsklachten (n=23) dan zien we uit een eerste analyse dat patiënten die geen verandering aangaven in hun klachten gemiddeld een verschil lieten zien van 6 punten (range -4 tot 21) op een schaal van 100. Patiënten die aangaven dat het beter ging lieten een verschil zien van 13 punten (-8 tot 26) en patiënten bij wie het slechter ging toonden een verschil van 1,6 punten (range -2 tot 6). Conclusie: de WORQ-UP is in staat verbetering te monitoren, maar een verslechtering komt mogelijk slechter tot uiting. Nadere analyse van deze data moet mogelijke redenen hiervoor opleveren.
Wat nog te doen?
Er moet worden onderzocht welke verandering op de WORQ-UP-schaal ook als klinisch relevant mag worden gezien. Tevens moet uit dit onderzoek naar voren komen of een verandering in de WORQ-UP ook een vergelijkbare verandering geeft als bij bestaande PROMS (concurrent validiteit).

Momenteel zijn er een aantal vertalingen van de WORQ-UP (Perzisch en Engels), die ook in die talen onderzocht gaan worden.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2078-x/MediaObjects/12498_2023_2078_Fig2_HTML.jpg

Nut voor de praktijk: betrouwbaar instrument

De verwachting is dat de WORQ-UP een compacte en betrouwbare vragenlijst gaat worden die in de spreekkamer van orthopedisch chirurg, bedrijfsarts en verzekeringsarts kan bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van mogelijke beperkingen in werk bij patiënten met aandoeningen van de bovenste extremiteit. Dit heeft als doel de samenwerking tussen en afstemming tussen de kliniek en bedrijfs- en/of verzekeringsartsen te bevorderen.

Referenties

1.Feleus A, et al., Sick leave in workers with arm, neck and/or shoulder complaints; defining occurrence and discriminative trajectories over a 2-year time period. Occup Environ Med, 2017. 74(2): p. 114-122.

2.Huisstede BM, et al., Incidence and prevalence of upper-extremity musculoskeletal disorders. A systematic appraisal of the literature. BMC Musculoskelet Disord, 2006. 7: p. 7.

3.Martimo KP, et al., Self-reported productivity loss among workers with upper extremity disorders. Scand J Work Environ Health, 2009. 35(4): p. 301-8.

4.Miedema HS, Huisstede BM, Comment on: a framework for the classification and diagnosis of work-related upper extremity conditions: systematic review. Semin Arthritis Rheum, 2009. 38(5): p. 407-8; author reply 409-10.

5.van den Heuvel SG, et al., Loss of productivity due to neck/shoulder symptoms and hand/arm symptoms: results from the PROMO-study. J Occup Rehabil, 2007. 17(3): p. 370-82.

6.Pekkala J, et al., Sickness absence due to different musculoskeletal diagnoses by occupational class: a register-based study among 1.2 million Finnish employees. Occup Environ Med, 2018. 75(4): p. 296-302.

7.Clausen MB, et al., High incidence of lost workdays in patients with subacromial impingement syndrome. Dan Med J, 2021. 68(6).

8.Terwee CB, et al., Quality criteria were proposed for measurement properties of health status questionnaires. J Clin Epidemiol, 2007. 60(1): p. 34-42.

9.Aerts BRJ, et al., Development of a novel WOrk-Related Questionnaire for UPper extremity disorders (WORQ-UP). Int Arch Occup Environ Health, 2017. 90(8): p. 823-833.

10.Aerts BR, et al., WOrk-Related Questionnaire for UPper extremity disorders (WORQ-UP): Factor analysis and internal consistency. Arch Phys Med Rehabil, 2018. 99(9): p. 1818-1826.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.