Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blik opmijnwerkers-nystagmus

André Weel
Jurjen Breedijk
Mijnarbeid vindt sinds mensenheugenis tot op de dag van vandaag wijdverspreid plaats. Het is één van de oudste menselijke activiteiten en een allang bestaande bron van beroepsziekten. Wat kunnen we in dit opzicht leren van de mijnbouw?
Figuur 1. Veelvuldig voorkomende werkhouding van de mijnwerker (uit Heijermans, 1926).
Een der eersten die een historisch overzicht geeft over de ziekten bij mijnwerkers is de Engelsman George Rosen met zijn standaardwerk The history of miners’ diseases uit 1943.1 Zo noemt hij een onderzoek uit 1862: van de 83 zieke mijnwerkers lijden er 54 aan een longziekte en van deze laatste groep hebben 41 mijnwerkers een ‘miners’ asthma’. Kuborn2 (1860, geciteerd door Rosen) vindt onder 470 zieke Belgische mijnwerkers 74 mensen met bloedarmoede. Ook in een groep van 1518 mijnwerkers voert anemie de lijst aan: zie voor meer details Tabel 1.

Tabel 1. Ziekten bij 1518 mijnwerkers, naar Kuborn / Rosen.

Aandoening
Aantal
Anemie
81
Bronchitis
51
Reumatische ziekten
36
Huidziekten
36
‘Nerveuze vertigo’
28
Longemfyseem
21
Enteritis
20
Maagklachten
17
Seltmann, een mijnarts uit Saksen, vindt in een onderzoek uit 1866, onder 1200 mijnwerkers over een periode van negen jaar, dat 37,7 procent lijdt aan emfyseem.3 Fleury publiceert in 1892 over de mortaliteit bij Franse mijnwerkers.4 Hartziekten, chronische bronchitis en pneumonie staan in de top drie. ‘De aantasting van de longen door koolstof is de belangrijkste factor voor dit proces’, stelt hij. ‘Toch is pulmonaire phthisis (een oude term voor tuberculose) veel zeldzamer onder mijnwerkers dan in andere beroepen’.

Arbeidsbelasting in de kolenmijn

In de eerste editie van zijn Handboek tot de kennis der beroepsziekten (1908) geeft dr. Louis Heijermans een beschrijving van de arbeidsbelasting van de kolenmijnwerker en de gevolgen daarvan voor diens gezondheid.5 De longen, de luchtwegen en het bewegingsapparaat lijken het meest in de vuurlinie te liggen. Maar ook andere orgaansystemen, alsmede de zintuigen kunnen schade oplopen. In dat opzicht is mijnarbeid een uitzonderlijke gezondheidsbedreiging voor de mens. Heijermans noemt:

  • sterke afkoeling bij het verlaten van de mijnschacht in de ‘kooi’, met als gevolgen kou vatten, acute longontsteking, reuma;
  • het (gebukt) lopen door lage mijngangen met mijnwater;
  • zware spierarbeid;
  • belastende werkhoudingen (knielen, hurken, klimmen, liggen, duwen), waardoor aandoeningen als tendovaginitis crepitans; bursitis praepatellaris; bursitis olecrani;
  • slechte verlichting op de werkplek;
  • lawaai van schietpatronen, met als gevolg gehoorverlies;
  • gassen: CO2, CO, H2S, CH4 (mijngas), met gevaar van ontploffingen;
  • inademen van kolenstof, gevolgen: chronische bronchitis, emfyseem, antracose, silicose;
  • mijnworminfectie;
  • mijnwerkersnystagmus;
  • kleine handverwondingen, waardoor flegmone van de handpalm.

Mijnwerkersnystagmus

Dit is een raadselachtige aandoening. Het beeld omvat niet alleen kernsymptoom ‘oogsidderen’, maar ook een verminderde visus, verblinding bij de overgang van donker naar licht, duizeligheid, hoofdpijn, trillen van de oogleden en schudden van het hoofd. Donald Hunter beschrijft in zijn standaardwerk over beroepsziekten (1955) een aantal psychische klachten bij mijnwerkersnystagmus: angst, slapeloosheid, verlies van eetlust, geprikkeldheid, zwaarmoedigheid, depressie.6

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-025-2613-z/MediaObjects/12498_2025_2613_Fig1_HTML.jpg
Een oud krantenbericht trekt onze aandacht. De steenkolenwinning in Nederland is definitief ten einde op 31 december 1974, wanneer rond 19.00 uur in de avond de allerlaatste kolenwagen naar boven wordt gehaald. Daarmee is de sluiting van de mijn Oranje-Nassau I in Heerlen een feit.
Hoe ontstaat dat oogsidderen? Er zijn vele theorieën.7-9 Eén daarvan is een uitputting van de oogbolheffers door het voortdurend omhoogkijken tijdens het kolenhouwen. Dit is onwaarschijnlijk vanwege de lage mijngangen. De slechte verlichting in de mijngangen lijkt de belangrijkste oorzaak. De oplopende werkdruk door de modernisering van de kolenwinning kan ook meespelen.
Oogarts Verhage toont in 1938 aan dat bij mijnwerkersnystagmus vaak sprake is van een verminderde donkeradaptatie.8 Dit kan de arbeidsongeschiktheid verklaren. De adaptatiestoornis zou het gevolg zijn van het sterke contrast tussen het arbeidsveld (de kolenlaag) en de aanwezige lichtbronnen.
In 1907 erkent de Britse overheid mijnwerkersnystagmus als beroepsziekte. Vanaf 1913 krijgen Britse mijnwerkers met aan nystagmus toegeschreven psychische klachten een uitkering, ook zonder dat er bij hen oogsidderen is vastgesteld. Verhage bestrijdt deze aanpak: ‘Met het opgeven van den eisch van het aanwezig zijn van objectieve symptomen was de weg vrij voor werkschuwen, hypochonders en zwakke individuen, om door het aangeven van niet bestaande, of overdrijving van aanwezige bezwaren, zich uit de strijd van het bestaan terug te trekken.
Mijnwerkersnystagmus groeit uit tot de belangrijkste invaliderende beroepsziekte bij mijnwerkers. In Nederland veroorzaakt deze aandoening in de jaren 1934-1936 liefst 15 procent van het totale ziekteverzuim. Tweemaal, in 1927 en 1938, proberen de mijnwerkersvakbonden de mijnwerkersnystagmus in de Ongevallenwet op te nemen als beroepsziekte. Beide keren steekt de werkgeverslobby daar een stokje voor. Hun argument: de mate van arbeidsongeschiktheid door nystagmus is niet te meten; dus kunnen hoogte en duur van een uitkering niet worden bepaald.

In het handgeschreven Register van Beroepsziekten 1932-1969 van de Nederlandse Arbeidsinspectie staat nystagmus 272 maal als beroepsziekte genoteerd.10 Alle 272 gevallen, op één na, zijn opgetekend door een arts in een Zuid-Limburgse gemeente. Het aantal registraties van nystagmus neemt in de loop der jaren geleidelijk af: zie Tabel 2. Na 20 maart 1946 (laatste melding van nystagmus, door een arts in Hoensbroek) wordt in Nederland geen enkel geval van mijnwerkersnystagmus meer bij de Arbeidsinspectie gemeld.

Tabel 2. Aantal door de Arbeidsinspectie geregistreerde gevallen van mijnwerkersnystagmus (MWN) vanaf 1932.

Jaar
Aantal meldingen MWN
1932
55
1933
37
1934
47
1935
27
1936
14
1937
20
1938
9
1939
12
1940
4
1941
8
1942
15
1943
13
1944
8
1945
1
1946
2

Referenties

1.Rosen G. The History of Miners’ Diseases: A Medical and Social Interpretation. New York: Schuman’s, 1943.
2.Kuborn H. Étude sur les maladies particulières aux ouvriers mineurs, employés aux exploitations houillères en Belgique. Paris, 1863.
3.Seltmann A. Die Anthrakosis der Lungen bei den Kohlenbergarbeitern. Deutsches.Arch.f.klin.Med 1866; 2: 300-326.
4.Fleury CM. Mortalité des mineurs a St. Étienne, 1880-1889. Trans 7th Intl Cong Hyg and Demog 1892, p57.
5.Heijermans L. Handleiding tot kennis der beroepsziekten. Rotterdam: W.L. & J. Brusse, 1908.
6.Hunter D. The diseases of occupations. London 1955.
7.Lister Llewellyn T. Miners’ nystagmus. Its causes and prevention. London: colliery Guardian Company Limited, 1912.
8.Verhage JWC. Mijnwerkersnystagmus en adaptatiestoornissen. Proefschrift Rijksuniversiteit Leiden, 1938.
9.Kerklaan P. Verblinde strijders aan het kolenfront. Tijdschr Soc Econ Geschied 2005: 2: 59-83.
10.Arbeidsinspectie. Register van beroepsziekten 1932-1969.

Met dank aan emeritus prof. dr. M.J. van Lieburg, Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland, voor zijn ondersteuning bij het schrijven van dit artikel.

dr. André Weel, bedrijfsarts niet-praktiserend, epidemioloog en curator arbeidsgeneeskunde bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland, Urk. Contact: andre.weel@ika-ned.nl

Jurjen Breedijk, bedrijfsarts en klinisch arbeidsgeneeskundige Oog en Werk, Nieuw-Vennep

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.