Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Consumptie van verslavende middelen bij artsen

Evelien Van Rafelghem
Onderzoek toont aan dat problematisch alcohol- en middelengebruik, alsook risicogedrag aangaande de eigen gezondheid onder artsen niet zeldzaam is. Echter, er zijn weinig recente data beschikbaar die kunnen helpen bij het detecteren van concrete risicogroepen en beïnvloedende factoren. Het onderzoek heeft als doel om (1) recente data te verzamelen rond verslavingen bij en het gezondheidsgedrag van artsen en (2) risicogroepen te identificeren die de ontwikkeling van preventiemaatregelen kunnen ondersteunen.
© Tunatura / Getty Images / iStock
Vragenlijst
Een vragenlijst werd verspreid binnen 38 universitaire ziekenhuizen en 296 opleidingsziekenhuizen. Verder werd de vragenlijst ook rechtstreeks verspreid onder 1290 artsen (huisartsen en artsen met een specialisatie). In totaal werd de data van 920 artsen gebruikt, werkzaam in Duitsland, waarvan de meerderheid afkomstig is uit inwendige geneeskunde (21%), chirurgie (18%) en anesthesie (16%). De resultaten werden geanalyseerd aan de hand van multivariabele logistische regressie.

Resultaten

Gender werd teruggevonden als een mogelijke beschermende factor binnen problematisch alcoholgebruik (vrouw: OR 0.27, 95%-BI 0.19-0.39). Mannelijke artsen lijken over het algemeen meer alcohol te consumeren. Echter, vrouwelijke artsen werden in hun alcoholgebruik significant meer beïnvloed door professionele factoren zoals bijvoorbeeld positie (arts-assistent versus arts: OR 3.10, 95%-BI 1.02-9.40) en discipline (chirurgie: OR 2.00, 95%-BI 0.97-4.12). Gender blijkt ook bij risicogedrag aangaande de eigen gezondheid een rol te spelen, daar waar vrouwelijke artsen significant minder waarschijnlijk risicogedrag vertonen in vergelijking met mannelijke artsen (OR 0.46, 95%-BI 0.34-0.63). De deelname aan preventieve onderzoeken ligt significant hoger voor vrouwelijke artsen (OR 0.34, 95%-BI 0.24-0.48). Artsen zonder kinderen vertoonden een significant hoger risico op problematisch alcoholgebruik in vergelijking met artsen met kinderen (vrouw: OR 2.16, 95%-BI 1.01-4.62, man: OR 1.62, 95%-BI 1.08- 2.43). Het niet hebben van kinderen blijkt bij mannelijke artsen ook samen te hangen met het vertonen van algemeen risicogedrag (OR 1.61, 95%-BI 1.08-2.38). Chirurgen vertoonden twee keer zo waarschijnlijk risicogedrag in vergelijking met niet-chirurgen (vrouw: OR 2.09, 95%-BI 1.18-3.69; man: OR 2.00, 95%-BI 1.34-3.00). Deze groep bleek ook algemeen minder in te zetten op voorzorgsmaatregelen in de vorm van preventieve onderzoeken (OR 1.57, 95%-BI 1.05-2.35). Mannelijke chirurgen blijken zelden deel te nemen aan dergelijke onderzoeken (OR 2.15, 95%-BI 1.13-4.09). Artsen die meer dan 50 uur per week werken, vertonen meer risicogedrag in vergelijking met artsen die minder dan 50 uur per week werken (OR 1.56, 95%-BI 1.12-2.18).

Bespreking

De auteurs geven aan dat de resultaten met enige voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd. De vragenlijst die gebruikt werd bestaat namelijk gedeeltelijk uit gevalideerde vragenlijsten (HSI, AUDIT-C en CAGE) aangevuld met vragen rond algemeen gezondheidsgedrag en -attitude, sport, voeding, socio-demografische factoren en werkgerelateerde factoren. De vragenlijst in zijn geheel werd nog niet gevalideerd. Het onderzoek kent voornamelijk een meerwaarde in het benoemen van bestaande problematieken en het meegeven van een eerste indruk van de huidige situatie. Zo lijkt er onder meer nood te zijn aan een verbeterde primaire preventie. Heel wat artsen zijn (1) onvoldoende bekend met de mogelijke ondersteunings- en behandelingsmogelijkheden en (2) zoeken geen hulp uit angst voor arbeidsrechterlijke gevolgen. Het is belangrijk om risicogroepen te kunnen identificeren met het oog op interventie in een vroeg stadium.
Wat dit artikel interessant maakt

Parallel tussen AUDIT-C en CAGE

De AUDIT-C, een verkorte versie van de AUDIT, bestaat uit 3 vragen waarbij de focus ligt op de frequentie en kwantiteit van alcoholgebruik. Deze korte vragenlijst peilt naar problematisch alcoholgebruik en is gemakkelijk te onthouden, te scoren en kan relatief snel worden afgenomen. Dit maakt de vragenlijst ideaal voor gebruik binnen bijvoorbeeld individueel gerichte onderzoeken en periodieke beoordelingen uitgevoerd door arbeidsartsen. De AUDIT-C wordt dan ook vaak gebruikt als basisrichtlijn. Het is daarnaast echter belangrijk om, naast de score van de AUDIT-C, ook het functioneren en mogelijke functioneringsproblemen in kaart te brengen bij bijvoorbeeld een eindbeslissing en het bepalen van een mogelijke interventie. Een dergelijke screening biedt een arbeidsarts de mogelijkheid om werknemers te informeren over hun alcoholgebruik, om preventieve maatregelen te nemen en om riskant en schadelijk gebruik op te sporen.
De CAGE bestaat uit 4 vragen en focust zich meer op de impact van alcoholgebruik op de persoon. Vanaf 2 positieve antwoorden is er een indicatie voor problematisch (chronisch) alcoholgebruik. Ook deze korte vragenlijst is gemakkelijk te onthouden, te scoren en kan relatief snel worden afgenomen. Aangeraden wordt om deze vragenlijst te combineren met enkele vragen rond de frequentie en kwantiteit van alcoholgebruik, zoals bijvoorbeeld in de AUDIT-C, om een mogelijke interventie te bepalen.
De auteurs van het onderzoek hebben de AUDIT-C en de CAGE met elkaar vergeleken en vonden een positieve correlatie terug tussen de resultaten van beide vragenlijsten. De vragenlijsten kunnen elkaar aanvullen.

AUDIT-C

1.

Hoe vaak drinkt u alcohol?
  • Nooit
  • Maandelijks of minder
  • 2 à 4 keer per maand
  • 2 à 3 keer per week
  • 4 keer per week of meer

2.

Wanneer u drinkt, hoeveel glazen drinkt u dan gewoonlijk op een dag?
  • 1 of 2
  • 3 of 4
  • 5 of 6
  • 7 tot 9
  • 10 of meer

3.

Hoe vaak gebeurt het dat u zes of meer glazen drinkt bij één enkele gelegenheid?
  • Nooit
  • Minder dan maandelijks
  • Maandelijks
  • Wekelijks
  • Dagelijks of bijna dagelijks

CAGE

1.

Heeft u de laatste tijd wel eens gedacht dat u minder alcohol zou moeten drinken?
  • Ja
  • Nee

2.

Heeft u de laatste tijd zich ooit geërgerd aan kritiek van anderen op uw alcoholgebruik?
  • Ja
  • Nee

3.

Heeft u zich de laatste tijd wel eens slecht of schuldig gevoeld door uw alcoholgebruik?
  • Ja
  • Nee

4.

Heeft u de laatste tijd wel eens ’s ochtends alcohol gedronken om uw zenuwen te kalmeren of om een kater te bestrijden?
  • Ja
  • Nee

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.