Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hand- en polsaandoeningen: ‘Starten met niet-chirurgische behandeling’

Diederik Wieman
Tijdens het aankomend TBV-congres zal prof. dr. Ruud Selles onder meer uitgebreid ingaan op de terugkeer naar werk bij pols-handaandoeningen. Hij kan daarbij putten uit een database met meer dan 150.000 behandeluitkomsten.
Ruud Selles: 'Zeker gezien het aantal parameters dat wij meenemen per patiënt, is de database van onze Hand Wrist Study Group wereldwijd de grootste op dit gebied.'

Wat is de Hand Wrist Study Group?

‘Die groep is een samenwerking tussen onder meer Erasmus MC – waar ik voor werk – en Xpert Clinics Hand en Polszorg. Xpert Clinics is een zelfstandig behandelcentrum met 22 locaties in Nederland waar mensen met hand- of polsaandoeningen diagnostiek en chirurgische of handtherapeutische behandeling krijgen. Het Erasmus MC is als academisch medisch centrum gericht op tertiaire zorg, onderzoek en onderwijs. Wat de twee organisaties samenbrengt is dat wij vijftien jaar geleden besloten om systematisch, routinematig uitkomsten bij alle patiënten te meten. Met de database die we daarmee opbouwen doen wij zowel wetenschappelijk onderzoek als benchmarking.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2062-5/MediaObjects/12498_2023_2062_Fig2_HTML.jpg
Ruud Selles is bewegingswetenschapper en sinds begin 2021 hoogleraar met een gedeelde aanstelling op de afdelingen Revalidatiegeneeskunde en Plastische Heelkunde aan het Erasmus MC. Met de Hand Wrist Study Group onderzoekt Selles wat de beste behandelingen zijn voor hand- en polsaandoeningen. Hij maakt daarbij gebruik van een omvangrijke database met patiëntgegevens en behandelingsuitkomsten.

Hoe omvangrijk is die database nu?

‘In de afgelopen jaren hebben wij de uitkomsten van ruim 150.000 behandelingen gemeten. Dus zowel van patiënten die geopereerd zijn als van mensen die bijvoorbeeld spalk- of oefentherapie kregen of een injectie. Het gaat in totaal om circa 120.000 patiënten, omdat sommigen meerdere behandelingen ondergingen. Die kregen bijvoorbeeld bij duimbasisartrose eerst spalktherapie, maar werden bij onvoldoende succes later toch geopereerd. Dan staan ze twee keer in onze database. Jaarlijks breiden we onze database met zo’n 30.000 behandelingen uit. Zeker gezien het aantal parameters dat wij meenemen per patiënt, is onze database wereldwijd de grootste op dit gebied.’
‘Handtherapie bij duimbasisartrose werkt: 85 procent hoeft daarna niet geopereerd’

Over welke aandoeningen verzamelen jullie informatie?

‘In de database verzamelen wij gegevens over vrijwel alle pathologieën en symptomen van de hand, pols en onderarm bij patiënten ouder dan 18 jaar. Denk dan aan duimbasisartrose, carpaletunnelsyndroom, de ziekte van Dupuytren of een trigger finger. Over een aantal gebieden hebben we weinig of geen informatie, omdat die niet behandeld worden in onze behandelsetting, zoals bijvoorbeeld brandwonden, transplantaties en systemische infecties of aandoeningen. Maar de komende jaren zullen we ook steeds meer data krijgen van bijvoorbeeld de behandeling van complexe zenuwletsels en complexe trauma’s in het Erasmus MC.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2062-5/MediaObjects/12498_2023_2062_Fig3_HTML.jpg

 

Wat zijn de behandelopties?

‘Bij Xpert Clinics is het merendeel van de eerste behandelingen niet-chirurgisch. Veel aandoeningen kunnen met spalk- of oefentherapie worden opgelost. Xpert Clinics doet zowel electieve chirurgie als handtherapie. Erasmus MC doet electieve chirurgie, maar ook ernstige trauma’s, amputaties en gespecialiseerde of zeldzamere aandoeningen zoals kinderen met een aangeboren handafwijking. In het Erasmus MC en de ziekenhuizen daaromheen werken zes handchirurgen.

Welke uitkomsten meten jullie na de al dan niet chirurgische behandeling van hand- of pols aandoeningen?

‘Als initiatiefnemers hebben we destijds een consensus bereikt over wat er gemeten moet worden. Het is een uitgebreide set parameters. Denk bijvoorbeeld aan vragen met betrekking tot activiteiten in het dagelijks leven, pijn, kwaliteit van leven, esthetiek, tevredenheid met het behandelresultaat en terugkeer naar werk. We kijken per aandoening wat er nodig is en meten bijvoorbeeld ook kracht en grip bij problemen met de duim en gevoel en koude intolerantie bij zenuwletsel. Recent hebben we net een traject afgerond om ook wereldwijd consensus te bereiken over de parameters via de ICHOM-systematiek. Dit is noodzakelijk omdat we internationaal de databases voor pols-handaandoeningen willen kunnen combineren.’
‘Een chirurgische behandeling heeft soms een lang ziekteverzuim tot gevolg

Wat wordt er gemeten als het gaat om werkhervatting?

‘We vragen voor het eerste bezoek of de patiënt normaal gesproken werkt en zo ja hoeveel uur. Of ze op dit moment aan het werk zijn en zo niet, waarom? Over de tijd heen vragen we wanneer de patiënt weer aan het werk is gegaan en of dat werk moest worden aangepast. Op deze manier zijn nu van zo’n tienduizenden patiënten de return-to-work-patronen bekend. En daar zitten heel interessante bevindingen tussen. We zien dat chirurgische behandeling soms een lang ziekteverzuim tot gevolg heeft. En dat het uitmaakt welke behandeling wordt gekozen. Neem de ziekte van Dupuytren, wat leidt tot kromstand van de hand. Er is een naaldmethode en een open-chirurgische methode. Bij die eerste zijn de meeste mensen de dag daarna weer aan het werk, bij de open-chirurgische ingreep lukt dat bij de meeste patiënten pas na twee weken. Bij de chirurgische behandeling van duimbasisartrose zijn mensen tot twaalf weken uitgeschakeld, terwijl ze bij niet-chirurgische behandelingen vaak gewoon blijven doorwerken. En therapie is vaak een succesvolle behandeling. Uit onze data blijkt dat van alle patiënten met duimbasisartrose die handtherapie krijgen, 85 procent in de vijf jaar daarna niet wordt geopereerd. Zo voorkom je veel werkverzuim. Ook zien we dat chirurgische behandelingen van duimbasisartrose gemiddeld succesvol zijn, maar dat er ook een groep patiënten is die er niet heel erg tevreden over is. Daarom moeten we onderzoeken wat voor de individuele patiënt het beste is. Onze resultaten laten over het algemeen zien dat het echt de moeite waard is om heel goed te kijken of de niet-chirurgische behandeling voldoende uitkomst biedt. Starten met niet-chirurgische behandeling zou naar mijn mening voor veel aandoeningen de standaard moeten zijn.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2062-5/MediaObjects/12498_2023_2062_Fig4_HTML.jpg

De database biedt de mogelijkheid tot real-time prediction modelling. Wat houdt dat precies in?

‘Voordat de patiënten op het eerste consult komen bij een handtherapeut of handchirurg, moeten ze een aantal vragenlijsten invullen. We weten daardoor vooraf wat de hulpvraag is en het doel van de patiënt. Ook de werksituatie is bekend, de hobby’s en of er sprake is van letselschade. Verder zijn er korte vragenlijsten waarmee we de klachten meten. Over pijn bij rust en belasting, we vragen naar de handfunctie en de mindset van de patiënt. Wordt pijn gecatastrofeerd, zijn er depressieve klachten? Al deze informatie geven we weer in een dashboard, zodat de behandelaar tijdens een consult overzicht heeft en de juiste vragen kan stellen. Als de arts vervolgens een diagnose en behandeladvies geeft, laat het dashboard een voorspelling zien. Gegeven de individuele karakteristieken van de patiënt voorspellen we de kans op klinische relevante verbetering, maar ook hoe het beloop zal zijn. Zo geeft het dashboard aan wat het mediane aantal weken is dat patiënten waarschijnlijk niet kunnen werken. Met deze predictiemodellen kun je patiënten objectief adviseren wat behandeling kan opleveren. Het is een manier om alle historische data die we hebben beschikbaar te maken voor de spreekkamer. Opvallend is dat er soms tussen patiënten met dezelfde aandoeningen en behandeling grote verschillen zijn. We zien dat bijvoorbeeld bij mensen die in een letselschade zaak verwikkeld zijn én tegelijkertijd worden behandeld. De resultaten van die patiënten zijn heel veel slechter dan die van patiënten met exact hetzelfde letsel dat niet door een letselschade is veroorzaakt. Ook zien we dat letselschadepatiënten een jaar na chirurgie 45 procent minder kans hebben om weer aan het werk te zijn dan patiënten zonder letselschade. Maar hierover zal ik op het congres verder uitweiden.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.