Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Interactie tussen arts en boze patiënt

Fred Tromp
Claudia Maria Greijn
In het onderwijs over communicatie is ‘luisteren, samenvatten, doorvragen' een techniek die veelvuldig toegepast wordt. Echter, er zijn, zoals iedereen wel weet, situaties waarin deze techniek niet geschikt is. Wat kun je wel doen wanneer je iemand tegenover je hebt die zich verbaal agressief gedraagt? Wat werkt en hoe pak je dit aan? En wat is het verschil tussen boos en agressief?
SvetaZi / iStock
In 2019 schreven Tromp & Greijn het artikel ‘Talk to the hand’ waarin de communicatie met (lastige) patiënten centraal stond.1 Voor dit themanummer hebben ze als onderzoekers en docenten opnieuw gekeken naar communicatie, maar nu met de concepten boosheid en agressie in het achterhoofd.

Boos of agressief?

In het onderwijs merken we dat er grote verschillen zijn in hetgeen aios-en (artsen in opleiding) betitelen als boos gedrag. Waar een enkeling het wegwimpelt met een simpele ‘Ach ja, die was boos’, zijn anderen nog lang onder de indruk van deze ene patiënt.
Opvallend is ook dat boosheid snel als ‘agressief’ of ‘verbaal agressief’ betiteld wordt en dat artsen zich er ongemakkelijk, aangevallen of geïntimideerd door voelen. Wat maakt dat sommige artsen zoveel moeite hebben met boosheid, terwijl andere emoties – zoals blij, bedroefd en bang – deze reacties veelal niet oproepen? (zie Kader 1: Boosheid is huilen zonder tranen). Het antwoord is voorstelbaar; omdat het dichtbij komt. Anders dan de andere basisemoties voelt dit persoonlijk. Bovendien kennen bedrijfs- en verzekeringsartsen zelf, of uit verhalen van anderen, ervaringen waarbij boosheid overgaat in agressie en dat hun eigen veiligheid in gevaar komt.

Kader 1: Boos zijn is huilen zonder tranen

Tijdens het communicatieonderwijs is er altijd wel een moment dat een van de aios zegt: ‘En als ik dat zeg, dan weet ik al, dan beginnen ze te huilen.’ De artsen kunnen verdriet feilloos zien aankomen en kunnen bekwaam hiermee omgaan. Ze laten de patiënt ‘eerst even huilen’, knikken invoelend en instemmend, stralen rust uit om vervolgens een voorzichtige vraag te stellen waarmee het spreekuur wordt vervolgd. Er is oog voor de emotie, maar ook de procedure en zo verloopt het spreekuur soepel en voelt de patiënt zich gehoord en gezien. Hoe anders is dit wanneer de basisemotie niet ‘bedroefd’ is, maar ‘boos’. Niet alleen hebben artsen er meer moeite mee dit te zien aankomen, maar ook om het te duiden. Vaak wordt het gezien als een persoonlijke aanval, maar ook iets waar ze niet van gediend zijn. Als persoon is het in te voelen dat je niet wilt dat iemand boos wordt. Als docent echter is het onze taak om samen met de artsen uit te pluizen waarom ze zo adequaat omgaan met verdriet en dit bij de patiënt kunnen laten, maar dit veel minder goed lukt bij boosheid. Want vaak is boos zijn niet anders dan huilen zonder tranen.

Concepten boosheid en agressie

Voor we hier dieper op ingaan, werpen we een blik op de concepten boosheid en agressie. Deze zijn namelijk belangrijk om helder te hebben waar we het over hebben. Binnen de psychologie worden vier basisemoties onderscheiden: boos, blij, bedroefd, bang.2 Ondanks dat over het aantal basisemoties regelmatig gediscussieerd wordt, zijn onderzoekers het er wel over eens dat het herkennen en onderscheiden van emoties en emotionele expressies cruciaal is voor een soepele sociale communicatie.3
Boosheid is dus in principe een normale emotionele reactie, die hoort bij het mens-zijn. Of zoals het treffend verwoord wordt in het handboek Conflicten en agressie in de medische praktijk: ‘Het [red. boosheid] is niet ongezond en strafbaar; hoogstens lastig of taboe.’4 Het kan een belangrijke drijfveer zijn voor gedrag dat is gericht op zelfbehoud. Het is dan ook iets anders dan agressie. Dit is namelijk de gedragscomponent die kán voortkomen uit boosheid.
Agressie is grensoverschrijdend gedrag waarbij letsel of schade toegebracht wordt aan personen of goederen.5 Er worden drie verschillende vormen van agressie onderscheiden, zoals deze ook in het onderwijs van de SGBO behandeld worden: frustratieagressie, instrumentele agressie en willekeurige/pathologische agressie (Kader 2: Agressie in drie vormen).6
Verbale agressie heeft meerdere gezichten. Het is bedreiging of intimidatie, maar het kan ook schelden zijn. Stem verheffen wordt door sommigen ook gezien als verbale agressie, al is dit in de literatuur al een ietwat grijzer gebied. Van de drie vormen is frustratie-agressie het makkelijkst te herkennen: In tegenstelling tot instrumentele agressie, waarbij agressie doelgericht en bewust wordt ingezet, is frustratie-agressie reactief. Frustratie-agressie wordt gekenmerkt door snel oplopende emoties, zoals boosheid en woede.

Kader 2: Agressie in drie vormen6

Frustratie-agressie
De emotie loopt (vaak plotseling) hoog op en is vaak het gevolg van een opeenstapeling van negatieve ervaringen. Belangrijk is om hierbij op te merken dat de agressie niet op de persoon gericht is (al kan dit wel zo voelen) en de agressie (vaak) voorstelbaar en begrijpelijk is.
Instrumentele agressie
Deze vorm van agressie is duidelijk anders. Dit is agressie die bewust wordt ingezet om een doel te bereiken, op de persoon gericht is, waarbij direct of indirect gedreigd wordt en een (bewuste) poging gedaan wordt te intimideren.
Willekeurige/pathologische agressie
Deze derde vorm is agressie als gevolg van drank, drugs of een psychische stoornis. Dit gedrag is zeer moeilijk voorspelbaar en lastig te beïnvloeden omdat het niet rationeel is.
Afbakening
Driekwart van het zorgpersoneel krijgt te maken met agressie. Dit is in veruit de meeste gevallen verbale agressie, voortkomend uit frustratieagressie.7 Ondanks dat de cijfers verontrustend hoog zijn, is het goed om te weten dat er wel iets aan te doen is. Frustratie-agressie is in veel gevallen bij te sturen en te de-escaleren. De spanning is hoog, maar kan ook weer zakken. De aanpak die we beschrijven is ook alleen effectief voor deze vorm van agressie.

Binnen de wereld van verpleegkundigen wordt er over water- en rots-strategieën gesproken. De beeldspraak maakt direct duidelijk wat de bedoeling is. Bij frustratie-agressie focus je op de-escaleren en het zoeken naar samenwerking. Als ‘water’ laveer en beweeg je mee. Anders is dit bij instrumentele of willekeurige/pathologische agressie, waarbij agressie koel en berekenend wordt ingezet. Dan kun je beter als ‘rots’ reageren, door dit gedrag te benoemen en duidelijk paal en perk te stellen. Wanneer dit het gewenste effect heeft, kun je de samenwerking weer zoeken.7

In de opleiding horen we dat aios-en vaak snel paal en perk stellen. Boos worden tijdens het spreekuur, of eigenlijk boos worden op de dokter, is in hun ogen ‘not done’. En alhoewel het voorstelbaar is dat het bedreigend kan overkomen is de frustratie die mensen ervaren ook vaak voorstelbaar. Het is belangrijk om de persoon in kwestie serieus te nemen. Daarnaast past het bij de professionele rol van de arts om toch tot een constructief gesprek te komen. Door te luisteren en aandacht te schenken, zal de agressie vaak zakken en kan je de patiënt weer de zorg bieden waar hij recht op heeft (Kader 3: Aandachtspunten omgaan met een boze patiënt).5

Hoewel in eerste instantie vaak als eerste ingezet wordt op de-escalatie kan het voorkomen dat je jezelf als arts niet veilig voelt in de spreekkamer of dat jouw grenzen worden overschreden. In een dergelijke situatie mag je als arts dan nog altijd de keuze maken om het consult te stoppen. Dit volgt meestal als een eerdere poging tot de-escaleren niet is gelukt of de eigen veiligheid ernstig in het gedrang komt.

© Nattakorn Maneerat / iStock

Kader 3: Aandachtspunten bij omgaan met boze patiënt4

  • Blijf beheerst en spreek op rustige toon, ook als de patiënt steeds bozer wordt.
  • Bedenk dat het gedrag van de patiënt vaak een begrijpelijk gevolg is van frustraties, angsten of zorgen.
  • Laat de patiënt (uiteraard binnen redelijke grenzen) even stoom afblazen: een boze patiënt is prikkelbaar en zal weinig openstaan voor inhoudelijke informatie. Mogelijkheden zijn: het stellen van vragen, het geven van reflecties (‘u bent echt heel boos op mij, he?’) of simpelweg wachten.
  • Erken en bevestig de boosheid van de patiënt. Benoem de boosheid vanuit het perspectief van de patiënt. Hiermee voorkom je dat je de boosheid ook meteen legitimeert.
  • Probeer door vragen te stellen uit te zoeken waardoor de emoties zijn opgelopen.
  • Vermijd de strijd.
  • Indien de boosheid (deels) terecht is vanwege gemaakte fouten, geef dit dan toe.
  • Bij onredelijke boosheid moet deze worden begrensd en zal je afspraken over de voortgang van het gesprek moeten maken. Als de-escaleren niet lukt, geef dan duidelijk aan dat je het gesprek stopt en waarom.

Aanpak

In de opleidingen tot bedrijfsarts en verzekeringsarts wordt veel aandacht besteed aan hoe je zou kunnen omgaan met boze cliënten. In de reader Communicatie en consultvoering: een persoonsgerichte benadering5 wordt het als volgt beschreven: Het is belangrijk om signalen van boosheid vroegtijdig te signaleren en bespreekbaar te maken. Je kunt dit doen door op te merken wat je ziet aan het gedrag van een patiënt (gevoelsreflectie) en specifiek te vragen waar dit mee te maken heeft (verhelderen door een uitnodigende vraag: ‘U zegt dat heel heftig, merk ik. Hoe komt dat?’). Wanneer het vrij duidelijk is, kun je ook direct een interpretatie van het gedrag geven en vragen of je interpretatie klopt (‘Ik zie dat u erg boos bent, klopt dat?’). Geef de patiënt de ruimte om de boosheid met jou te bespreken. Voel je niet direct aangevallen en luister rustig naar de patiënt. Voorkom dat je geprikkeld reageert door bijvoorbeeld je stem te verheffen – dat zal de boosheid van de patiënt vaak alleen maar voeden. Probeer duidelijk te krijgen op wie of wat de patiënt precies boos is en wat het verwijt is, maar blijf uit de strijd en ga niet in discussie. Door ruimte te geven voor de boosheid van de patiënt kan die in eerste instantie iets toenemen, maar de patiënt voelt zich vaak erkend en gezien in zijn boosheid waardoor de boosheid kan uitdoven. Samenvatten kan de bevestiging geven aan de patiënt dat je de kritiek begrepen hebt. Hoe je op de boosheid reageert, hangt vooral samen met of je de boosheid redelijk of invoelbaar vindt, of dat je deze als buitensporig of onredelijk ervaart. In het geval van redelijke of invoelbare boosheid kan een empathische gevoelsreflectie vaak veel boosheid wegnemen (‘Ik kan me voorstellen dat dat heel vervelend voor u was’). Schroom niet om excuses te maken als er daadwerkelijk iets fout gegaan is. Bespreek hoe het probleem opgelost kan worden en hoe je samen verder kunt met het gesprek. Als het niet lukt om te de-escaleren of wanneer jouw eigen veiligheid in het gedrang komt dan mag je altijd de keuze maken om het gesprek te stoppen. Vertel de patiënt dit duidelijk en waarom, maar ga daarbij niet in discussie.
‘Als boosheid een goed consult in de weg zit kun je het belang van de cliënt nog steeds op één zetten’

Two person medicine

In ons artikel ‘Talk to the hand’ hebben we de interactie tussen arts en ‘lastige’ patiënten besproken. Hierin keken we terug naar de arts-patiëntrelatie door de jaren heen. In het biopsychosociaal model dat in de jaren 80 werd geïntroduceerd, waarin persoonsgerichte zorg centraal staat, is sprake van deze two person medicine. In deze visie kunnen arts en patiënt niet los van elkaar gezien worden aangezien ze elkaar continu beïnvloeden.1 Als dokter wordt van je verwacht op gelijkwaardige voet met je patiënten te communiceren en gezamenlijk tot gedragen adviezen en oplossingen te komen. Ook als boosheid een goed consult in de weg zit dan heb je als bedrijfs- of verzekeringsarts nog steeds de mogelijkheid om het belang van de cliënt op de eerste plaats te zetten. Dit is echter niet altijd even eenvoudig.

Zoals gezegd, blijkt uit gesprekken met onze aios dat als je te maken krijgt met een boos persoon, dit veel impact kan hebben. Het kan je raken, je kunt je onveilig voelen en nog lang daarna de naweeën ervaren. Daarom hebben we nog eens op een rijtje gezet hoe je als arts zou kunnen omgaan met boze cliënten.
We beschreven de concepten boosheid en agressie zo veel mogelijk afstandelijk, zonder emotionele lading. We realiseren ons dat dit een versimpelde versie is van de werkelijkheid en dat de situatie in de spreekkamer vele malen uitdagender is. Op het moment dat je inschat dat iemand niet meer verbaal te sturen is en je voelt dat jouw grenzen worden overschreden is het gerechtvaardigd te kiezen voor je eigen veiligheid en een consult (voortijdig) te stoppen.

Fred Tromp, psycholoog, werkzaam bij de SGBO, Radboudumc, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen fred.tromp@radboudumc.nl

Claudia Maria Greijn, cultureel antropoloog, werkzaam bij de SGBO, Radboudumc, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Nijmegen

Referenties

1. Tromp F, Greijn CM. Talk to the hand! Over de interactie tussen arts en (lastige) patiënten. Tijdschrift voor Bedrijfs-en Verzekeringsgeneeskunde. 2019 Nov;27(10):6-8.

2. Jack RE, Sun W, Delis I, Garrod OG, Schyns PG. Four not six: Revealing culturally common facial expressions of emotion. Journal of Experimental Psychology: General. 2016 Jun;145(6):708.

3. Bijlstra G, Holland RW, Dotsch R, Hugenberg K, Wigboldus DH. Stereotype associations and emotion recognition. Personality and Social Psychology Bulletin. 2014 May;40(5):567-77.

4. De Vries D, Schuur G. Conflicten en agressie in de medische praktijk. Bohn Stafleu van Loghum; 2002 May 31.

5. Siemann I, Bazelmans E, van Weel-Baumgarten EM, Prins J, Bergh EV, Samwel H, Gurp PV. Communicatie en consultvoering: een persoonsgerichte benadering. Radboudumc Afdeling Medische Psychologie; 2015.

6. SGBO. Effectief omgaan met weerstand. Beschikbaar op: elgvo.iprova.nl/portal/#/document/daa4514a-f256-4e6e-8e6d-bccc2b592b69. Geraadpleegd op 30 augustus 2023.

7. Bos M. Strategieën voor het omgaan met moeilijke patiënten. BIJZIJN 6, 30-31 (2011).

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.