Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Meten van handbelastbaarheid met een FCE

Redmar Berduszek
Corry van der Sluis
Michiel Reneman
Handbelastbaarheid kan worden gemeten met een specifieke functionele capaciteitevaluatie (FCE). Een FCE geeft inzicht in de functionele capaciteit en heeft gunstige effecten op de begeleiding bij terugkeer naar werk. De uitvoering van een FCE wordt efficiënter door selectie van relevante testen en verminderen van het aantal herhalingen per test.
Aandoeningen die leiden tot klachten van de hand en beperkingen in het gebruik daarvan, komen veel voor en kunnen leiden tot aanzienlijke participatieproblemen, waaronder ook problemen met werk.
Een al dan niet succesvolle terugkeer naar werk wordt voorspeld door meerdere factoren, zoals de aard van het werk en zelfgerapporteerde klachten en beperkingen.1

Beschikbare meetinstrumenten

Er zijn veel instrumenten beschikbaar om inzicht te krijgen in verschillende aspecten van (de gevolgen van) een aandoening van de arm of hand: vragenlijsten voor het in kaart brengen van door de patiënt zelfgerapporteerde handfunctie, pijn of kwaliteit van leven en instrumenten om kracht, gewrichtsmobiliteit of sensibiliteit te meten.2 Deze instrumenten zijn echter niet per se gericht op de voor werk benodigde functies en anatomische eigenschappen, noch op de voor werk relevante beperkingen. Vragenlijsten die inzicht geven in klachten en beperkingen van de bovenste extremiteit hebben soms een onderdeel met vragen over werk, maar deze geven met name inzicht in de mate waarin deze klachten invloed hebben op het kunnen uitvoeren van werkzaamheden. Onduidelijk blijft daarmee waarom dat zo is en het geeft ook geen informatie over wat wel goed gaat.2 Ook is er geen sterke relatie tussen zelfgerapporteerd werkvermogen en werkprestaties.3 Om meer zicht te krijgen op de individuele capaciteit om arbeidsactiviteiten uit te voeren, kan een functionele capaciteitevaluatie (FCE) overwogen worden. Bij het uitvoeren van een FCE worden individuele gezondheidssituatie, functies en anatomische eigenschappen, persoonlijke factoren en externe factoren (zoals de eisen die het werk stelt) meegewogen.4

Inzicht in functionele capaciteit

Het uitvoeren van een FCE geeft inzicht in de functionele capaciteit en heeft gunstige effecten op de begeleiding bij terugkeer naar werk.5 Met de uitkomst van de FCE dient er een vergelijk gemaakt te worden met de werkeisen, waarbij hogere fysieke werkeisen om een grotere functionele capaciteit vragen.6 Een FCE bestaat uit diverse onderdelen die kunnen verschillen per protocol, toegespitst zijn op een lichaamsregio (bijvoorbeeld rug, bovenste extremiteit) of gericht zijn op specifieke beroepen of werktaken. Ook zijn er FCE’s voor specifieke doelgroepen, zoals personen die eenhandig functioneren.7 In dit artikel lichten we een veelgebruikte, valide en betrouwbare FCE voor aandoeningen van de bovenste extremiteit nader toe.8-10 De onderdelen van deze FCE sluiten ook aan bij de op het ICF-model gebaseerde beoordeling van de handfunctie.11

Hand- en vingerknijpkracht

• Voor het meten van de handknijpkracht wordt een handknijpkrachtmeter (dynamometer) gebruikt (bijvoorbeeld Jamar of E-Link) (zie figuur 1). Hierbij zit de proefpersoon op een stoel zonder armleuningen, schouder in adductie en neutraal geroteerd, elleboog 90 graden gebogen, onderarm en pols in neutrale positie. De handknijpkrachtmeter kan meestal op vijf standen ingesteld worden, waarbij stand 2 het meestgebruikt is (in deze stand kan over het algemeen de meeste kracht geleverd worden). Voor beide handen worden in elke stand drie metingen gedaan (afwisselend rechts en links), waarna de gemiddelde kracht berekend wordt.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2067-0/MediaObjects/12498_2023_2067_Fig1_HTML.jpg
Figuur 1: Voorbeeld van een handknijpkrachtmeter (links) en een vingerknijpkrachtmeter (rechts).
• Voor het meten van de vingerknijpkracht wordt een vingerknijpkrachtmeter (dynamometer) gebruikt (bijvoorbeeld Jamar of E-Link) (figuur 1). De houding van de proefpersoon is dezelfde als voor het meten van handknijpkracht. Er worden drie verschillende grepen getest: pincetgreep (wijsvinger aan bovenzijde, duim aan onderzijde), driepuntsgreep (wijsvinger en middelvinger aan bovenzijde, duim aan onderzijde) en sleutelgreep (duim aan bovenzijde, radiale zijde wijsvinger aan onderzijde). Voor beide handen wordt elke greep drie keer gemeten (afwisselend rechts en links), waarna de gemiddelde kracht berekend wordt.

Behendigheid van vingers en hand/arm

• Behendigheid van de vingers wordt gemeten met behulp van de Purdue Pegboard Test (PPT) (zie figuur 2). Hierbij zit de proefpersoon aan tafel, waarbij gedurende 30 seconden zo snel mogelijk pinnetjes in gaatjes moeten worden geplaatst. Voor beide handen worden drie metingen gedaan, waarna het gemiddelde aantal pinnetjes berekend wordt.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2067-0/MediaObjects/12498_2023_2067_Fig2_HTML.jpg
Figuur 2: Purdue Pegboard Test.

• Behendigheid van de hand/arm wordt gemeten met behulp van de Complete Minnesota Dexterity Test (CMDT) (zie figuur 3). Hierbij zit de proefpersoon aan tafel, waarbij 60 schijven verplaatst moeten worden. Voor beide handen worden vier metingen gedaan, waarna het gemiddelde aantal benodigde seconden berekend wordt.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2067-0/MediaObjects/12498_2023_2067_Fig3_HTML.jpg
Figuur 3: Complete Minnesota Dexterity Test.

Bovenhands tillen

Bij de test bovenhands tillen moet de proefpersoon in staande houding een plastic kratje met een bepaald gewicht steeds vijf keer van tafelhoogte naar kruinhoogte tillen en weer terug, binnen 90 seconden (zie figuur 4). Over het algemeen wordt het gewicht 4 tot 5 keer verhoogd tijdens de test, tot het maximale gewicht bereikt wordt. De testleider maakt een inschatting van het startgewicht en de tussentijdse verhogingen.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2067-0/MediaObjects/12498_2023_2067_Fig4_HTML.jpg
Figuur 4: Bovenhands tillen-test.

Bovenhands werken

Voor de test bovenhands werken wordt een in hoogte verstelbare aluminiumplaat gebruikt met 20 gaten, bouten en moeren en twee polsgewichten van elk 1 kg (zie figuur 5). De proefpersoon staat met de handen op kruinhoogte, draagt de polsgewichten aan beide polsen en manipuleert in die positie de bouten en moeren (moeren los- of vastdraaien). De tijd (seconden) waarin deze houding wordt volgehouden wordt gemeten.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-023-2067-0/MediaObjects/12498_2023_2067_Fig5_HTML.jpg
Figuur 5: Bovenhands werken-test.

 

Efficiënt uitvoeren van FCE

Op basis van enerzijds de aandoening, stoornissen, beperkingen en participatieproblemen en anderzijds de werkeisen kan een nadere selectie gemaakt worden uit de verschillende FCE-onderdelen, zodat de FCE zo efficiënt mogelijk uitgevoerd kan worden.12 In de afgelopen jaren zijn steeds kortere protocollen ontwikkeld door het aantal tests te verminderen. Een andere manier om efficiënter te testen is het reduceren van het aantal herhalingen van de verschillende FCE-onderdelen, zoals oorspronkelijk beschreven. Voor hand- en vingerknijpkracht is uitvoeren van één meting net zo betrouwbaar als het gemiddelde van drie metingen. Voor de behendigheidstesten van de vingers (PPT) en hand/arm (CMDT) is er sprake van enig leereffect, maar ook daar kan het aantal herhalingen worden verminderd naar twee in plaats van drie of vier.10,13

Belasting van arm en hand tijdens het werk

Naast het in kaart brengen van de belastbaarheid is het vaak relevant inzicht te krijgen in de specifieke zelfgerapporteerde belasting van arm en hand tijdens het werk. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de gereviseerde Upper Extremity Work Demands scale (UEWD-R).14 Dit is een korte vragenlijst waarin het zetten van kracht, het werken met de hand in een ongemakkelijke houding en het maken van herhaalde bewegingen geïnventariseerd wordt. De UEWD-R is valide en betrouwbaar en kan een minder tijdrovend alternatief vormen voor een observatie op de werkplek.14

Gebruik FCE in de praktijk

De uitkomst van de diverse FCE-onderdelen kan worden vergeleken met beschikbare normwaarden.15 Gebruik van een FCE kan de voorspelling van terugkeer naar werk in enige mate ondersteunen.16 Ondanks de beschreven meerwaarde van een FCE zijn er ook barrières die het gebruik belemmeren, zoals benoemd door verzekeringsartsen.17 In elk geval dient een FCE te worden afgenomen door een kundige testleider, onder meer om door observaties van het beweegpatroon en mate van inspanning vast te stellen of het eindpunt (in dit geval maximale veilige capaciteit) bereikt is.18 De FCE is onlosmakelijk verbonden met werk.4 De mogelijkheid om een FCE uit te voeren is daarmee vooral breed beschikbaar via instellingen die arbeidsrevalidatie aanbieden. Daarnaast wordt een FCE soms ook uitgevoerd buiten die context (bijvoorbeeld in de medischspecialistische revalidatie) en is dan vooral gericht op inventarisatie, advies en begeleiding ten aanzien van de hervatting van andere activiteiten dan werk. Tot slot zijn er diverse commerciële aanbieders, waarbij variatie bestaat in het gehanteerde protocol.

Referenties

1.Bousfield K, Cheon JY, Harley S, et al. What are the Predictors of Return to Work for People With Elbow, Wrist, and Hand Conditions? A Systematic Review. J Occup Rehabil. 2022;32(3):380-413. doi:10.1007/s10926-021-09997-0

2.Wouters RM, Jobi-Odeneye AO, de la Torre A, Joseph A, ICHOM Hand and Wrist Working Group, Hovius SER. A Standard Set for Outcome Measurement in Patients With Hand and Wrist Conditions: Consensus by the International Consortium for Health Outcomes Measurement Hand and Wrist Working Group. J Hand Surg Am. 2021;46(10):841-855.e7. doi:10.1016/j.jhsa.2021.06.004

3.de Vries HJ, Reneman MF, Groothoff JW, Geertzen JHB, Brouwer S. Self-reported work ability and work performance in workers with chronic nonspecific musculoskeletal pain. J Occup Rehabil. 2013;23(1):1-10. doi:10.1007/s10926-012-9373-1

4.Soer R, van der Schans CP, Groothoff JW, Geertzen JHB, Reneman MF. Towards consensus in operational definitions in functional capacity evaluation: a Delphi Survey. J Occup Rehabil. 2008;18(4):389-400. doi:10.1007/s10926-008-9155-y

5.Pas LW, Kuijer PPFM, Wind H, et al. Clients’ and RTW experts’ view on the utility of FCE for the assessment of physical work ability, prognosis for work participation and advice on return to work. Int Arch Occup Environ Health. 2014;87(3):331-338. doi:10.1007/s00420-013-0865-x

6.Soer R, Hollak N, Deijs M, van der Woude LH, Reneman MF. Matching physical work demands with functional capacity in healthy workers: can it be more efficient? Appl Ergon. 2014;45(4):1116-1122. doi:10.1016/j.apergo.2014.01.011

7.Postema SG, Bongers RM, van der Sluis CK, Reneman MF. Repeatability and Safety of the Functional Capacity Evaluation-One-Handed for Individuals with Upper Limb Reduction Deficiency and Amputation. J Occup Rehabil. 2018;28(3):475-485. doi:10.1007/s10926-017-9723-0

8.Reneman MF, Soer R, Gerrits EHJ. Basis for an FCE methodology for patients with work-related upper limb disorders. J Occup Rehabil. 2005;15(3):353-363. doi:10.1007/s10926-005-5942-x

9.Soer R, Gerrits EHJ, Reneman MF. Test-retest reliability of a WRULD functional capacity evaluation in healthy adults. Work. 2006;26(3):273-280. ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16720967

10.Hollak N, Soer R, van der Woude LH, Reneman MF. Towards a comprehensive Functional Capacity Evaluation for hand function. Appl Ergon. 2014;45(3):686-692. doi:10.1016/j.apergo.2013.09.006

11.Kus S, Dereskewitz C, Coenen M, Rauch A, Rudolf KD, Consortium Lighthouse Project Hand. International Classification of Functioning, Disability and Health: development of an assessment set to evaluate functioning based on the Brief ICF Core Set for Hand Conditions – ICF HandA. J Hand Surg Eur Vol. 2017;42(7):731-741. doi:10.1177/1753193417706248

12.Gouttebarge V, Wind H, Kuijer PPFM, Sluiter JK, Frings-Dresen MHW. How to assess physical work-ability with Functional Capacity Evaluation methods in a more specific and efficient way? Work. 2010;37(1):111-115. doi:10.3233/WOR-2010-1084

13.Edelaar MJA, Oesch PR, Gross DP, James CL, Reneman MF. Functional Capacity Evaluation Research: Report from the Fourth International Functional Capacity Evaluation Research Meeting. J Occup Rehabil. 2020;30(3):475-479. doi:10.1007/s10926-020-09876-0

14.Cavalini MA, Berduszek RJ, van der Sluis CK. Construct validity and test-retest reliability of the revised Upper Extremity Work Demands (UEWD-R) Scale. Occup Environ Med. 2017;74(10):763-768. doi:10.1136/oemed-2017-104370

15.Soer R, van der Schans CP, Geertzen JH, et al. Normative values for a functional capacity evaluation. Arch Phys Med Rehabil. 2009;90(10):1785-1794. doi:10.1016/j.apmr.2009.05.008

16.Kuijer PPFM, Gouttebarge V, Brouwer S, Reneman MF, Frings-Dresen MHW. Are performance-based measures predictive of work participation in patients with musculoskeletal disorders? A systematic review. Int Arch Occup Environ Health. 2012;85(2):109-123. doi:10.1007/s00420-011-0659-y

17.Reneman M, Kuijer P. Mening van verzekeringsartsen en medisch adviseurs over FCE: wanneer wel, wanneer niet, waarom en hoe verder? Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde. 2013;21(2):74-78. doi:10.1007/s12498-013-0033-y

18.Bieleman HJ, Rijken NHM, Reneman MF, Oosterveld FGJ, Soer R. Changes in kinematics and work physiology during progressive lifting in healthy adults. Appl Ergon. 2021;94(March):103396. doi:10.1016/j.apergo.2021.103396

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.