Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nieuw zorgpad naar werk

Daniel Strijbos MSc
dr. Geert van der Sluis
dr. Tim Boymans
prof. dr. Michiel Reneman
Simon Klomp
dr. Paul Kuijer
Het gros van de patiënten met een knieprothese keert pas een half jaar na de operatie terug op het werk. En drie op de tien gaan zelfs helemaal niet terug binnen een jaar.1 Voor mensen met knieartrose en een baan, is het hervatten van werk een belangrijk doel na hun knieprotheseoperatie (KP).2 Om dit te bevorderen, is in het Nij Smellinghe Ziekenhuis Drachten - samen met Amsterdam UMC, UMC Groningen, Maastricht UMC en verzekeraar ASR - een zorgpad ontwikkeld om deze werkenden beter te begeleiden.
Foto: Annemarie Boonstra
Op dit moment wordt het genoemde zorgpad op haalbaarheid onderzocht. Daarnaast is voor 2022 tot en met 2025 een subsidie toegekend door ZonMw in het programma Verbetering kwaliteit poortwachterproces om de effectiviteit van dit zorgpad verder te onderzoeken met betrekking tot arbeidsparticipatie bij patiënten na een KP.
Dit artikel beschrijft de inhoud en ervaringen tot nu toe in de haalbaarheidsstudie. En het laat zien dat de samenwerking tussen de betrokken professionals binnen het arbeidsgeneeskundige en medische veld haalbaar is en een cruciale rol heeft in het proces.

Bedrijfs- én verzekeringsarts actief

Binnen het revalidatie- en re-integratietraject zijn veel professionals betrokken met elk een eigen scope en eigen tijdlijn. Zo is de focus van de orthopedisch chirurg met name op indicatiestelling, het operatieve proces en het ontslag uit het ziekenhuis; de fysiotherapeut focust zich op de revalidatie na de opname en vooral op hervatten van ADL-activiteiten, en de bedrijfsarts heeft werkhervatting als focus en komt vaak pas na 6 weken in beeld. In geval van (dreiging op) langdurige stagnatie komt eventueel de revalidatiearts en de verzekeringsarts in beeld. Dit nieuwe zorgpad is ontwikkeld om een eerdere en nauwere samenwerking tussen patiënt, werkgever, medische- en re-integratieprofessionals te faciliteren en ook om direct aandacht te hebben voor de werk-gerelateerde factoren door de inzet van een arbeidsdeskundige (figuur 1).3 Om de samenwerking te bevorderen zijn er twee casemanagers bij elke patiënt: een medisch casemanager en een arbeidscasemanager. De rol van medisch casemanager wordt binnen de haalbaarheidsstudie uitgevoerd door een ziekenhuisfysiotherapeut, omdat deze korte lijnen heeft in het ziekenhuis en veel specifieke kennis over de juiste zorg rondom knieprotheseoperaties. De rol van arbeidscasemanager wordt uitgevoerd door een arbeidsdeskundige van Elabo, een arbeidsdeskundig adviesbureau. Tijdens de ontwikkeling van dit zorgpad is ook veel aandacht geweest om de patiënt te activeren en verantwoordelijkheid te geven voor zijn eigen revalidatie- en re-integratietraject. Dit gebeurt onder meer door de patiënt zicht te geven op zijn eigen activiteitenpatroon met een activity tracker en door het formuleren van een werkgericht doel met Goal Attainment Scaling (GAS).

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-022-1488-5/MediaObjects/12498_2022_1488_Fig1_HTML.jpg

Figuur 1: De inzet van de arbeidsdeskundige in stripvorm.

In het zorgpad wordt vóór de operatie door de arbeidsdeskundige een rapport opgesteld waarin de werkzaamheden van de patiënt staan en de eventuele belemmeringen voor werkhervatting. Een dergelijk rapport wordt in de huidige zorg alleen opgesteld wanneer iemand waarschijnlijk niet kan terugkeren in zijn huidige werk. Door voor de operatie al in kaart te brengen wat het werk voor de patiënt inhoudt qua belasting en activiteiten, weet de fysiotherapeut precies wat de patiënt moet trainen na de operatie. Vóór de operatie bespreekt de patiënt met de ziekenhuisfysiotherapeut aan de hand van het arbeidsdeskundige rapport welke werk-gerelateerde activiteitendoelen hij wil bereiken, op basis van Goal Attainment Scaling.4,5 Deze doelen worden gedeeld met de andere professionals in het revalidatie- en re-integratietraject. Na de operatie wordt er door multidisciplinaire overleggen samen met de patiënt de progressie van het herstel besproken met de betrokken professionals zoals de fysiotherapeut, de arbeidsdeskundige en de bedrijfsarts. Ook draagt de patiënt vanaf de intake voor de operatie tot volledige terugkeer naar werk een activity tracker namelijk de Personal Activity Monitor 2.0 (PAM, Atris platform). Door deze sensor krijgt de patiënt via een app dagelijks inzage in zijn eigen beweeggedrag en kan de fysiotherapeut betere persoonsgebonden zorg leveren. Tot slot is geborgd dat in geval van onvoldoende herstel om het eigen werk weer te kunnen uitvoeren, al binnen een paar maanden overleg is met een revalidatiearts en een verzekeringsarts over een eventuele multidisciplinair re-integratietraject. Mocht dat ook geen optie zijn, dan wordt in nauw overleg met de patiënt besproken dat een zogenaamde ‘2e spoor’ oftewel op zoek gaan naar een andere baan wenselijk is.

Voordat de effectiviteit van dit zorgpad wordt getoetst, wordt in het Nij Smellinghe de haalbaarheid van dit zorgpad getest. Met drie casussen uit de haalbaarheidsstudie, bespreken we de potentiële meerwaarde van dit nieuwe zorgpad. In tabel 1 staat een beknopt overzicht van de drie casussen.

Tabel 1: Karakteristieken van de patiënten, het werk, betrokken professionals en het resultaat voor terugkeer naar werk.

Afkortingen: CMA = Case Manager Arbeid, CMM = Case Manager Medisch, OZ = oefenzaal, wk = week
Start re-integratie (weken)
Volledige terugkeer naar werk (weken)
Aantal fysio- behandelingen
Casus 1
50-jarige vrouw – administratief medewerker
6,0
7,4
Thuis: 8 (4 wk)
OZ: 6 (4 wk)
40 uur per week
Totale knieprothese links
Betrokken partijen: Patiënt, CMM, CMA, bedrijfsarts, werkgever
Casus 2
57-jarige man – vrachtwagenchauffeur veevoer
6,0
11,7
Thuis: 8 (4 wk)
OZ: 6 (4 wk)
52 uur per week
Unicondylaire knieprothese rechts
Betrokken partijen: Patiënt, CMM, CMA, bedrijfsarts, werkgever
Casus 3
60-jarige man – monteur kaasfabriek
6,0
n.v.t.
Thuis: 8 (4 wk)
OZ: 6 (4 wk)
40 uur per week
Unicondylaire knieprothese rechts
Betrokken partijen: Patiënt, CMM, CMA, bedrijfsarts, werkgever

Conclusies

  • Door de patiënt actief te betrekken bij zijn of haar herstel, door bijvoorbeeld de patiënt te laten deelnemen aan multidisciplinaire overleggen en zijn eigen behandeldoel voor werk te laten formuleren, wordt het verantwoordelijkheidsgevoel van de patiënt vergroot over zijn eigen revalidatie en re-integratie voor én na de operatie.
  • Door enerzijds de patiënt voor de operatie goed in kaart te brengen op sociaal, fysiek en werk-gerelateerd gebied (door bijvoorbeeld het opstellen van een functierapport door de arbeidsdeskundige) en anderzijds samen met de patiënt vóór de operatie een behandeldoel voor werk op te stellen op activiteitenniveau, weten alle betrokken professionals wat belangrijk is voor de patiënt om te behalen gedurende zijn of haar herstel.
  • Door een ziekenhuisfysiotherapeut een centrale rol te geven als medisch casemanager en een arbeidsdeskundige als casemanager arbeid, borg je een goede samenwerking tussen de verschillende professionals van het revalidatie- en re-integratietraject.
  • Zowel voor als na een knieprotheseoperatie, is vroegtijdige inzet van fysiotherapie mogelijk essentieel. Met behulp van functionele training en beweegmonitoring met een beweegsensor, lijkt de patiënt beter voorbereid op de operatie, herstelt de patiënt mogelijk beter door de gepersonaliseerde zorg en een verhoogt de patiënt zijn inzicht in herstel.
  • Door het gebruik van diverse meetinstrumenten houdt de casemanager medisch vat op de meerdere dimensies van herstel, zodat vroegtijdig kan worden gesignaleerd en geïntervenieerd. Denk aan het versneld aanbieden van multidisciplinaire zorg, het realiseren van aanpassingen op de werkplek of keuzes maken over het zoeken van minder belastend werk.

Casus 1 – 50-jarige administratief medewerkster

Vaak wordt er verwonderd gereageerd wanneer de fysiotherapeut vertelt dat dit zorgpad ook voor patiënten is met fysiek licht werk. Terugkeer naar werk zou immers geen uitdaging zijn voor een zittende baan. Recent onderzoek laat zien dat zittend gedrag toeneemt in het eerste jaar na een knieprotheseoperatie en juist patiënten met een zittend beroep een verhoogd risico hebben op dit gedrag.6 In overleg met de patiënt, bedrijfsarts en arbeidsdeskundige is daarom besloten om het advies aan de werkgever te geven om een hometrainer te faciliteren op de werkvloer tijdens en na de revalidatie. De werkgever kon zich hier goed in vinden waardoor bewegen op de werkvloer is bevorderd. De patiënt rapporteerde minder moeite met het uitvoeren van knie-belastende activiteiten in werk na de operatie, in vergelijking met voor de operatie (figuur 2).
Ervaring patiënt:
‘Begeleiding was prima, ik heb het gezamenlijke gesprek met de bedrijfsarts, arbeidsdeskundige en fysiotherapeut als positief ervaren. Fysiobegeleiding thuis en in het ziekenhuis was ook zeer goed. Dit heeft zeker bijgedragen aan een spoedig herstel.’

Casus 2 – 57-jarige vrachtwagenchauffeur veevoer

Uit het arbeidsdeskundige rapport kwam naar voren dat de patiënt een fysiek zware baan heeft en gemiddeld voor 52 uur per week werkt verdeeld over 4 dagen in de week. Hij bestuurt urenlang een vrachtwagen waarbij de kans op ervaren stijfheidsklachten toeneemt. Daarnaast moet hij soms op ongelijke ondergrond een buis van 7 kg tussen zijn benen klemmen en dan zo’n zelfde buis van de grond rapen om deze aan elkaar te koppelen. Ook traplopen komt veel voor: tijdens het laden (tot vijfmaal een ladder op en af klimmen) en tijdens het in en uit zijn cabine klimmen. Het GAS-behandeldoel werd: de patiënt kan na 12 weken op een ongelijke ondergrond een gewicht van 7 kg tussen zijn benen klemmen en een ander gewicht van 7 kg van de grond af oprapen. Vervolgens is dit na de operatie functioneel getraind waardoor de patiënt na 8 weken al een gewicht van 10 kg tussen zijn benen kon klemmen op ongelijke ondergrond en tegelijkertijd een tweede gewicht van 10 kg op kon pakken. Twee weken na de start van de re-integratie ervoer meneer een toename van klachten. In het georganiseerde multidisciplinaire overleg kwamen we er achter dat de toename van klachten te maken had met overbelasting op werk. Doordat er verschillende disciplines aanwezig waren bij het overleg, kon snel gehandeld worden en verdere achteruitgang door overbelasting voorkómen worden. Zo is meneer voor anderhalve week niet zelfstandig ingezet, maar met een collega en is er een dag rust ingepland na elke werkdag.
Ervaring patiënt:
‘Ik vond het een mooie aanvulling. In mijn eentje kan ik dit niet. Goede begeleiding. Iedereen (werkgever/bedrijfsarts/arbeidsdeskundige/fysiotherapeut, red.) had hetzelfde doel. Soms wou ik te snel en dan was het mooi dat er snel contact was tussen iedereen. Ik heb niet echt verbeterpunten.’

Casus 3 – 60-jarige monteur in kaasfabriek

Uit het arbeidsdeskundige rapport kwam naar voren dat de werkzaamheden voornamelijk bestaan uit het onderhouden, bijstellen en vervangen van onderdelen in de fabriek. Dit betekent veel werken op de knieën en op stellages klimmen en objecten dragen. Omdat het moeilijk was een inschatting te maken of terugkeren naar dit werk na de operatie haalbaar was, zijn de twee casemanagers (ziekenhuisfysiotherapeut en arbeidsdeskundige) op werkbezoek geweest bij de werkgever. Hier bleek dat de gewichten van de onderdelen variëren van 1 kg tot 25 kg. Daarnaast bleek dat de fabriek bestaat uit twee zijdes, waarbij één zijde ‘nat’ is en de vloeren erg glad kunnen zijn. Ook bleek dat hij storingsdiensten moet draaien, waarbij hij zelfstandig zijn werkzaamheden moet kunnen uitvoeren. In het multidisciplinaire overleg met de patiënt, bedrijfsarts, arbeidsdeskundige en ziekenhuisfysiotherapeut is besloten dat terugkeren naar zijn oude werkzaamheden niet waarschijnlijk en wenselijk was. De kans dat er versneld slijtage aan de knieprothese optreedt bij het optillen van zware gewichten terwijl iemand op zijn knieën zit, werd te groot geacht. Daarnaast zorgde de natte vloer voor een verhoogd valrisico en was het inzetten van hulpmiddelen niet mogelijk binnen het werk.
De constatering dat hij niet terug kon keren naar zijn oude werkzaamheden is erg vroeg gemaakt, namelijk na 9 weken. Hierdoor wisten alle betrokken partijen, inclusief de patiënt waar ze aan toe waren. Ondanks dat meteen duidelijk was dat alternatieve werkzaamheden niet mogelijk waren binnen het bedrijf – en hij dus naar ander werk moest zoeken (het zogenoemde tweede spoor) – zijn vervolgstappen niet snel verlopen. De patiënt is nu, 35 weken na de operatie, aangenomen bij een nieuwe werkgever. Ondanks dat alle betrokkenen al vroegtijdig wisten dat hij een tweede-spoor-traject moest gaan volgen, is dit officieel pas in week 19 na de operatie vastgesteld door de bedrijfsarts en werkgever.
Ervaring patiënt:
‘Voor de operatie is mij door de orthopeed niet verteld dat ik na de operatie niet meer op mijn knieën kon zitten noch kruipen. Dit is cruciaal voor mijn werk. Hierdoor kan ik mijn huidige werk niet meer uitvoeren. Doordat er na de operatie overleggen plaatsvonden tussen arbeidsdeskundige, bedrijfsarts en fysiotherapeut wist ik al vroeg dat terugkeer naar mijn oude werk niet mogelijk zou zijn, waardoor er een tweede-spoor-traject gestart kon worden door mijn werkgever.’

Publicatie

Binnenkort verschijnt in het tijdschrift Musculoskeletal Care de bijbehorende haalbaarheidsstudie van dit artikel.

Referenties

1.Hylkema TH, Brouwer S, Stewart RE, et al. Two-year recovery courses of physical and mental impairments, activity limitations, and participation restrictions after total knee arthroplasty among working-age patients. Disabil Rehabil. 2020;0(0):1-10. doi:10.1080/09638288.2020.1766583

2.Rydström I, Dalheim Englund L, Dellve L, Ahlstrom L. Importance of social capital at the workplace for return to work among women with a history of long-term sick leave: A cohort study. BMC Nurs. 2017;16(1):1-10. doi:10.1186/ s12912-017-0234-2

3.Daley D, Payne LP, Galper J, Cheung A, Deal L, Despres M, Garcia JD, Kistner F, Mackenzie N, Perry T, Richards C, Escorpizo R. Clinical guidance to optimize work participation after injury or illness: The role of physical therapists. J Orthop Sports Phys Ther. 2021 Aug;51(8):CPG1-CPG102. doi: 10.2519/jospt.2021.0303. PMID: 34338006.

4.Hoorntje A, Waterval-Witjes S, Koenraadt KLM, et al. Goal attainment scaling rehabilitation improves satisfaction with work activities for younger working patients after knee arthroplasty. J Bone Jt Surg. 2020;Publish Ah:1445-1453. doi:10.2106/jbjs.19.01471
5.Turner-Stokes L. Goal attainment scaling (GAS) in rehabilitation: A practical guide. Clin Rehabil. 2009;23(4):362-370. doi:10.1177/0269215508101742
6.Hylkema TH, Brouwer S, Kooijman CM et al. Accelerometer measured sedentary and physical activity behaviors of working patients after total knee arthroplasty, and their compensation between Occupational and Leisure Time. J Occup Rehabil. 2021 Jun;31(2):350-359. doi: 10.1007/s10926-020-09924-9. PMID: 32946009; PMCID: PMC8172507.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.