Special neurodiveristeit | Verschillen en hoe wij daarmee omgaan | Begrip neurodiversiteit vraagt om andere kijk | Steeds meer oog voor natuurlijke verschillen in werking menselijk brein | Zet de interactie écht centraal
‘En zo kan je volgens mij de wereld ook indelen in mensen die zijn van ‘van wie is de tournedos?' en mensen die dat niet zijn.' Deze waterscheiding die cabaretier Marc-Marie Huijbregts in het leven riep, zal ik nooit vergeten. Stel je een etentje voor waarbij iedereen druk in gesprek is. De ober komt langs met het eten, maar vangt de aandacht niet. Dan zijn er altijd mensen die gaan helpen - de ‘van wie is de tournedos?'-types - en anderen die dat niet doen, die kletsen gewoon door. Ik ben dus zo'n ‘van wie is de tournedos?'-mens. Maar soms, als ik op het punt sta mijn mond open te trekken, hoor ik de cabaretier, en denk: ‘maar nu even niet'.
Attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) en autismespectrumstoornissen (ASS) zijn twee van de meestvoorkomende neuro-ontwikkelingsstoornissen. Deze vormen van neurodivergentie hebben een forse negatieve impact op het dagelijks en beroepsmatig functioneren. Echter wanneer ADHD of ASS niet tijdig gediagnosticeerd wordt kan dit nog schadelijkere gevolgen hebben. French et al. verzamelden de medisch wetenschappelijke literatuur over welke risico's geassocieerd zijn met ongediagnosticeerde ADHD/ASS.1
Vanwege het landelijk tekort aan verzekeringsartsen zet UWV structureel in op werving. Om deze artsen door te laten stromen naar de medische vervolgopleiding verzekeringsgeneeskunde is begeleidingscapaciteit van RGS-erkende praktijkopleiders nodig.
Wat is normaal? In de wetenschap, statistiek en geneeskunde was ‘normaal' lange tijd de maatstaf: een gemiddelde, een referentie, een richtlijn. Maar het idee van ‘normaal' neigt ertoe mensen in hokjes te stoppen, terwijl gezondheid flexibeler en complexer is dan een simpele norm. In het dagelijks leven, en zeker ook in de wereld van arbeid en gezondheid, is ‘normaal' steeds meer een rekbaar begrip geworden. In dit nummer van TBV belichten we neurodiversiteit en neurodivergentie, gebieden waarin die norm steeds meer begint te knellen.
Dit boek leert je anders te kijken naar neurodiversiteit. Wat is neurodiversiteit? Het is een term die aangeeft dat we allemaal gevormd zijn door een uniek ontwikkelingsneurologisch en ontwikkelingspsychologisch traject. Neurodiversiteit gaat er vanuit dat mensen verschillende manieren van denken, voelen en leren hebben. Deze verschillen maken deel uit van de natuurlijke variatie binnen mensen. Deze verschillen komen tot uiting in het spectrum van autisme, ADHD, dyslexie en hoogbegaafheid. Neurodiversiteit benadrukt het belang van inclusie en waardering van deze variaties in plaats van ze te zien als afwijkingen die gecorrigeerd moeten worden.
In ons spreekuur staat werk centraal, maar vraagt u weleens naar het huishouden? Met regelmaat zie ik voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) neurodivergente personen in mijn spreekkamer. Zij klopten aan bij de gemeente voor hulp. Fysiek zijn ze in staat het huishouden te doen, maar in de praktijk lukt het niet. Voor de gemeenteconsulent is het vervolgens niet altijd eenvoudig te beoordelen of sprake is van een beperking of een gebrek aan motivatie.
Mensen met en na kanker hebben 1,4 keer meer kans om werkloos te zijn dan mensen zonder een kankerdiagnose. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken of programma's die mensen helpen om weer aan het werk te gaan na een kankerdiagnose, effectief zijn in vergelijking met gebruikelijke zorg.
Alweer een tijd terug startte Harry op een van de afdelingen waarvoor ik als bedrijfsarts werkte. Hij werd begeleid door een autisme-coach, die ook geregeld met zijn leidinggevende sprak. Zolang er niet veel bijzonders gebeurde, bood zijn werkomgeving voldoende structuur en kon Harry het redelijk aan. De coaching werd daarom beëindigd.
Donderdag 16 januari 2025 vond op Tilburg University het symposium ‘Neurodiversiteit: het nieuwe normaal' plaats. Dagvoorzitter Filemon Wesselink opende het symposium met de vraag: Wat is er nodig om neurodivergente werknemers beter te laten floreren in de werkomgeving? Met de term ‘het nieuwe normaal' wordt bedoeld dat iedereen verschillend is en dat verschillende mensen soms verschillende behoeftes hebben om te kunnen floreren in de werkomgeving.
De term ‘neurodiversiteit' is kort voor de eeuwwisseling geïntroduceerd door Judy Singer en Harvey Blume, die elkaar leerden kennen in een netwerk van mensen met autisme. Neurodiversiteit verwijst naar de natuurlijke variatie in de neurologische, cognitieve en psychologische ontwikkeling, vooral met betrekking tot het verwerken van sociale, linguïstische en zintuiglijke informatie. Singer en Blume formuleerden een gemeenschappelijke noemer om mensen die buiten het gangbare spectrum vallen in één sociale beweging bij elkaar te brengen.
Een tandarts heeft rugklachten en kan als gevolg daarvan zijn werk niet meer doen. De tandarts is verzekerd voor arbeidsongeschiktheid en vraagt de verzekeraar om een uitkering. In dat kader doet de verzekeringsarts, verweerder in deze zaak, een verzekeringsgeneeskundig onderzoek en brengt daarvan rapport uit. De tandarts is van mening dat de verzekeringsarts een onvolledig onderzoek heeft uitgevoerd, een verkeerde diagnose stelde en een onjuist rapport heeft uitgebracht. Hij denkt dat hij als gevolg hiervan gezondheidsschade heeft opgelopen, een reden om een tuchtzaak te beginnen.
Psycholoog Denize Berrak werkt bij HumanCapitalCare en heeft vanuit de GGZ ervaring met neurodiversiteit. Nu geeft ze workshops en voorlichting, zowel binnen haar eigen organisatie als bij andere bedrijven en organisaties. ‘Als mensen goed weten hoe neurodiversiteit werkt en meer zichzelf mogen zijn, zullen ze minder snel uitvallen.'
Als bedrijfsartsen zijn we gericht op het gebruik van onze kennis en vaardigheden. Consultvoering is echter ook een creatief proces. Bij te veel fixatie op inhoud en verantwoordelijkheden, komt die kant minder uit de verf. Juist door open te staan voor ‘het beduidend toeval' en onszelf ‘incubatietijd' te gunnen, kunnen we meer kansen genereren in onze advisering. Filosofische concepten kunnen ons helpen dit te herkennen. In dit artikel geef ik eerst een voorbeeldcasus. Daarna licht ik een filosofisch concept uit over hoe bewustwording werkt en vervolgens hoe we de kans op ‘het beduidend toeval' kunnen bevorderen. Tot slot sluit ik af met de beschrijving van enkele mogelijke implicaties voor onze consultvoering.
Officiële cijfers zijn niet bekend, maar naar schatting is zo'n 2 procent van de Nederlandse bevolking hoogbegaafd. Met hun intelligentie en creativiteit kunnen hoogbegaafden van grote waarde zijn voor organisaties. Maar toch komen ze op het werk niet altijd tot hun recht.
Met de groeiende aandacht voor neurodiversiteit, groeit ook de oproep tot een positieve benadering van neurodiversiteit: de ‘sterke-punten-benadering'. Hieronder beschrijven wij wat de kansen van zo'n positieve benadering zijn en daarnaast wat de voorwaarden zijn voor succes. Deze rubriek biedt vakgenoten een podium om stelling te nemen en ideeën uit te spreken.
Het neurodiversiteitsparadigma wijst ons erop hoe we nog vaak stigmatiserend omgaan met de variatie in informatieverwerking tussen mensen. Dat kan een negatieve impact hebben op duurzame arbeidsparticipatie. Verzekerings- en bedrijfsartsen kunnen mee de vinger aan de pols houden en bijdragen aan verandering.
Als bedrijfsarts kan je vermoeden dat een werknemer een autismespectrumstoornis (ASS) heeft. Kan en Miedema onderzochten via een enquête onder 196 bedrijfsartsen hoe vaak bedrijfsartsen in zo'n situatie terechtkomen en hoe zij vervolgens handelen.1 Uit hun onderzoek blijkt dat 84 procent van de geënquêteerde bedrijfsartsen de eigen kennis over de diagnostische mogelijkheden ten aanzien van ASS bij volwassenen als voldoende tot ruim voldoende beschouwde. 10 procent van de bedrijfsartsen herkende ASS zelden of nooit en 66 procent soms. 25 procent had een vermoeden op ASS nog nooit of slechts eenmaal besproken met de werknemer en 44 procent enkele keren.
In het januarinummer van TBV in 2023 verscheen het artikel Hoogbegaafden bij de verzekeringsarts.1 Eén van de bevindingen in dit artikel, gebaseerd op interviews met hoogbegaafde cliënten, was dat er door hen een gebrek aan kennis over hoogbegaafdheid werd ervaren en dat volgens hen de impact van hoogbegaafdheid op het functioneren door de verzekeringsarts wordt onderschat. In dit artikel geven we praktische handreikingen en tips voor de verzekeringsarts in de publieke sector. Want hoewel hoogbegaafdheid geen diagnose is in engere zin, is het volgens ons wel iets waarmee rekening gehouden moet worden.
Dit boek biedt de perceptie van autisme door middel van het medische model, maar wijst ook op de veranderingen over het denken aan autisme vanuit neurodiversiteit.
Autistische werknemers lopen een hoger risico op werkloosheid, onderbenutting en uitval dan neurotypische collega's. Het stijgend aantal autismediagnoses en de krappe arbeidsmarkt vormden aanleiding om te onderzoeken wat goed gaat en wat beter kan in het werkgeverschap aan autistische werknemers van Nederlandse werkgevers. Hiervoor interviewden we 16 vertegenwoordigers van 12 organisaties die autistische werknemers in dienst hebben.
De beeldvorming over neurodivergente mensen is vaak nog gebaseerd op stereotype beelden en extreme voorbeelden met kansenongelijkheid of uitsluiting van onderwijs en werk als gevolg. Wat als we een omgeving creëren waarin neurodiversiteit een gegeven is in plaats van een onoverbrugbaar verschil?
Eerder onderzoek naar mensen met autisme en werk richtte zich vooral op de vraag óf autistische mensen werken en onder welke voorwaarden, met veelal anekdotische beschrijvingen van waar ze werken. Deze studie had als doel de verdeling van beroepssectoren onder autistische werknemers in Nederland in kaart te brengen.