Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Moreel beraad bij Ziektewetbeoordeling

Ruud Roos
Kevin De Decker
Yvonne Feringa
In de verzekeringsgeneeskunde ontstaan complexe afwegingen bij de beoordeling van uitkeringen en re-integratie. Zulke situaties kunnen leiden tot morele druk bij professionals. De Ethiekcommissie van de NVVG staat leden bij in het correct en verantwoord uitoefenen van hun beroep. Dit doet zij onder meer door casuïstiek door middel van een moreel beraad af te wegen en te publiceren. Hiermee stelt zij voorbeelden hoe morele dilemma's zorgvuldig kunnen worden afgewogen.
©Parradee / AdobeStock
Dit artikel belicht een casus van een 64-jarige cliënte in de Ziektewet met psychische en lichamelijke klachten, die tevens mantelzorg verleent aan haar partner. Door haar klachten en situatie wil zij niet re-integreren, terwijl een beoordeling door de verzekeringsarts kan leiden tot stopzetting van haar uitkering. Het dilemma roept vragen op over de balans tussen juridische plicht en zorg voor de cliënt. Aan de hand van een zeven-stappenplan worden opties en bezwaren gestructureerd afgewogen door de NVVG Ethiekcommissie. Centraal staan de plichten van de verzekeringsarts versus de gezondheid en bestaanszekerheid van de cliënte.
Na grondige afweging volgt de keuze voor een beoordeling conform de wet, waarbij ook schadebeperking van de alternatieve optie wordt meegewogen, bijvoorbeeld door aanvullende vangnetten zoals de IOW en ondersteuning via de Wmo te verkennen.
De casus benadrukt het belang van moreel beraad als instrument voor ethische reflectie binnen de verzekeringsgeneeskunde. Dit bevordert samenwerking, inzicht in verschillende perspectieven en ondersteunt professionals in het omgaan met de emotionele impact van moreel verantwoorde, maar soms ongemakkelijke keuzes.

Casus: dilemma in Ziektewetbeoordeling van 64-jarige vrouw

De casus is ingebracht door een arbeidsdeskundige van UWV. Hierin draait het om een 64-jarige vrouw, een zogenoemde vangnetter in de Ziektewet. Zij was werkzaam als administratief medewerkster en is arbeidsongeschikt geraakt vanwege psychische klachten. De werkdiagnose is een aanpassingsstoornis. Zij lijdt tevens aan artrose en heeft gedurende haar ziekmelding geen medische behandeling ondergaan. Zij verleent mantelzorg aan haar echtgenoot, die beperkt is in zijn mobiliteit, wat bijdraagt aan haar psychosociale belasting.
Na meer dan een jaar arbeidsongeschiktheid geeft zij aan dat haar klachten het onmogelijk maken om terug te keren naar werk. Echter, op basis van een opgestelde functionele mogelijkhedenlijst (FML) is haar restverdiencapaciteit (RVC) naar verwachting hoger dan 65 procent, wat betekent dat haar Ziektewetuitkering binnenkort stopt.
Door regelmatig te reflecteren kan een ethische basis ontstaan
Aanvankelijk toonde de vrouw geen bereidheid om deel te nemen aan re-integratie. Na een eerste gesprek met de arbeidsdeskundige in het kader van de beoordeling besluit zij echter dat zij wel wil meewerken. Er wordt samen besloten om de beoordeling niet verder uit te voeren met als doel cliënte de ruimte te geven voor haar re-integratie binnen de Ziektewet. Na een maand geeft haar partner echter telefonisch door dat zij te emotioneel is om contact te hebben en rust wenst.
De reactie van de partner maakt het dilemma alleen maar ingewikkelder voor de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige: moeten ze haar Ziektewetbeoordeling uitvoeren zoals de wet voorschrijft, wat leidt tot stopzetting van de uitkering? Of kunnen ze afzien van deze beoordeling en haar door laten stromen naar een WIA-uitkering, waarmee haar financiële zekerheid gewaarborgd is?1
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-025-2635-6/MediaObjects/12498_2025_2635_Fig1_HTML.jpg
Een twijfelende professional staat voor de keuze welke weg in te slaan. (Door AI gegenereerd beeld)

Zeven-stappenplan voor moreel beraad

Een handeling is moreel juist als voldoende rekening wordt gehouden met rechten, belangen en wensen van alle betrokkenen.2 De Ethiekcommissie van de NVVG gebruikt het zeven-stappenplan van de methode ‘morele oordeelsvorming’ om gestructureerd tot een moreel oordeel te komen. Deze methode zorgt voor een complete en zorgvuldige afweging.3 Wanneer je altijd dezelfde methode gebruikt helpt dat verschillende casuïstiek onderling te vergelijken.4 Hieronder is het stappenplan uitgewerkt voor bovenstaande casus.

1 Opties en bezwaar

Optie A: Ik voer de Ziektewetbeoordeling uit.
Optie B: Ik stop met de uitvoering van de Ziektewetbeoordeling.
Bezwaren:
Optie A: Het is cliënte haar wens is om met rust gelaten te worden.
Optie B: Dit komt neer op afwijken van de wettelijke procedure.

2 Identificeren van betrokkenen met rechten, belangen en wensen bij deze casus

De betrokkenen zijn de cliënte zelf, haar partner (gezien zijn afhankelijkheid van haar mantelzorg), de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige. Daarnaast spelen ook indirect betrokkenen zoals de premiebetaler(s) en andere vangnetters een rol.

3 Besluitvorming: wie neemt het uiteindelijke besluit?

Om het dilemma goed te doorvoelen worden de opties vanuit de ‘ik-vorm’ geschreven.
De inbrenger van de casus en het dilemma is de arbeidsdeskundige. Die neemt dus het besluit. Die is de ‘ik’. Het gaat dus om het morele besluit, waarop één persoon aanspreekbaar is. Degene die het morele besluit neemt is niet altijd dezelfde als degene in een organisatie die de bevoegdheid heeft tot het nemen van het formele besluit (zoals: verzekeringsarts en arbeidsdeskundige samen, het team).5

4 Informatiebehoefte en verdere analyse

  • In deze stap sta je stil bij welke aanvullende informatie nodig is om op een verantwoorde wijze een beslissing te kunnen nemen.6 Dit kan gaan om feitelijke of medische informatie, maar ook om juridische of professionele informatie, zoals beroepscodes.
5 & 6.1 Argumenten afwegen en indelen
Ten behoeve van de leesbaarheid en het overzicht zijn stap 5 en stap 6.1 van de morele oordeelsvorming in dit artikel weergegeven in een schema. Hieronder zijn de argumenten die de commissie ethiek in deze casus aanwezig acht, gerangschikt naar beginselargumenten, gevolgargumenten en smoezen.
6.2 Belangrijkste argumenten identificeren en keuze bepalen

In de uiteindelijke afweging zijn de rechten en plichten van de betrokkenen doorslaggevender dan hun belangen en wensen. Beginselen kunnen alleen beperkt worden door andere beginselen en nooit door gevolgenargumenten.8,9

Tabel 1. Morele oordeelsvorming in een schema.

Argumenten
Voor het uitvoeren van de Ziektewetbeoordeling (optie A)
Voor het stoppen van de Ziektewetbeoordeling (optie B)
Beginsel
Ik voer de Ziektewetbeoordeling uit omdat dit een wettelijke plicht is.
Ik voorkom gezondheidsschade door onzekerheid over de financiële situatie weg te nemen.
Ik behandel elke vangnetter uniform. Dit zorgt voor rechtsgelijkheid.
Gevolg
Deelname aan passende arbeid draagt bij aan een gezondere en maatschappelijk betrokken levensstijl, ook voor cliënte.
Ik wil tegemoet komen aan de coping van cliente en de wens van haar partner.
Het uitvoeren van de beoordeling kan een extra stimulans geven voor re-integratie en arbeidsparticipate.
Ik wil de wens van cliënte om niet meer te werken respecteren.
Er zijn alternatieve vangnetten beschikbaar voor de situatie van cliënte, zoals de IOW. De lasten zouden niet op het Ziektewetfonds moeten worden verhaald.
Ik erken het morele ongemak dat de situatie oproept.
Re-integratie binnen de Ziektewet biedt ruimte en tijd voor een passende opbouw, zonder druk.
Door de Ziektewetbeoordeling niet uit te voeren compenseer je de rechtsongelijkheid met werknemers voor wat betreft de toegang tot de 60+-regeling.
Smoesje
Cliënte heeft zich (mogelijk) onvoldoende ingezet voor haar herstel en participatie.
Re-integratie is niet erg realistisch en effectief bij deze leeftijdsgroep.
Ik heb alle medische mogelijkheden al zorgvuldig in kaart gebracht. De medische beoordeling staat niet ter discussie.
Beginselargument: Dit is gebaseerd op minimale normen, oftewel beginselen waar wij op mogen vertrouwen. Het raakt de onderkant waar je niet doorheen wil zakken. Bijvoorbeeld: ‘Ik behandel elke vangnetter uniform. Dit zorgt voor rechtsgelijkheid.’
Het rechtvaardigheidsbeginsel houdt in dat mensen in gelijke omstandigheden gelijk behandeld worden.7
Wanneer dit principe in de casuïstiek een rol speelt, spreken we van een beginselargument.
Gevolgenargument: Dit gaat over de gevolgen van een beslissing. Het draait hierbij om de belangen van de betrokkene. Bijvoorbeeld: ‘De wens van client om niet meer te werken, wordt gerespecteerd’
Een ‘smoesje’ lijkt vaak een argument maar raakt eigenlijk geen recht, belang of wens van een betrokkene. Ze worden vaak ingebracht om iets moeilijks te verbloemen of een handelingskeuze te beïnvloeden op onterechte gronden. Het is dus goed smoesjes te onderkennen om ze uit de argumentatie te halen. Daarbij dien je ze wel te onderzoeken of ze iets moeilijks verbloemen.
  • De meeste en zwaarwegende beginselargumenten ondersteunen optie A, in het bijzonder vanwege de wettelijke verplichting. Het niet naleven hiervan zou ertoe leiden dat er door de ondergrens gezakt wordt. Het beginsel van rechtsgelijkheid speelt een rol, maar raakt niet in alle opzichten het belang van cliënte. Het belangrijkste argument voor optie B betreft het vermijden van gezondheidsschade door bestaansonzekerheid. Het is echter niet zeker dat er daadwerkelijk wordt geschaad door optie B.
  • Als voor beide alternatieven één of meer beginselargumenten pleiten en één of meer gevolgenargumenten, dan moeten de belangrijkste beginselen tegen elkaar worden afgewogen, pas daarna mogen gevolgenargumenten worden gewogen.10
  • Omdat de beginselargumenten voor optie A zwaarder wegen dan die voor optie B, besluit ik tot optie A: het uitvoeren van de beoordeling.

6.3 Wat kan de schade beperken?

  • Om de mogelijke nadelen van de gemaakte keuze te verzachten, kan de cliënte worden ondersteund bij het vinden van aanvullende vangnetten. Een IOW-uitkering, hulp vanuit de Wmo, of andere sociale voorzieningen kunnen mogelijk bijdragen aan compensatie voor het eventuele inkomensverlies, het behoud van haar gezondheid en de ondersteuning in haar mantelzorgtaak.

7. Reflectie en gevoelens bij de beslissing
Hoewel de uiteindelijke keuze in lijn ligt met de wettelijke vereisten, kan een besluit met gemengde gevoelens gepaard gaan. Het moreel beraad kan een waardevolle ondersteuning zijn bij het omgaan met dergelijke gemengde of vervelende gevoelens. Het stelt professionals in staat om hun eigen waarden te verkennen en te reflecteren op de complexiteit van hun keuzes binnen de juridische kaders.
Deze casus werd ingebracht door een arbeidsdeskundige van een team. De arbeidsdeskundige gaf aan opgelucht te zijn dat er voldoende ruimte was om stil te staan bij de normen en waarden die onderliggend zijn aan het besluit. De analyse van de Ethiekcommissie bood een duidelijker begrip van elkaars standpunten en versterkte de samenwerking tussen de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige.

Leerpunten uit het Moreel Beraad

Deze casus onderstreept het belang van moreel beraad. Het helpt bij het bevorderen van empathie, het begrijpen van verschillende perspectieven en het ontwikkelen van samenwerking. Het bevordert systematisch medisch en juridisch nadenken over morele vraagstukken.11 Door regelmatig te reflecteren en samen te werken, kunnen professionals een ethische basis opbouwen die hen ondersteunt in het nemen van verantwoorde beslissingen, vooral in complexe of lastige situaties.
Loop je zelf vast in een dilemma? De Ethiekcommissie van de NVVG is benaderbaar om jou daarmee te helpen.

Bronnen

1.Tot 1-1-2025 was er door de minister van SZW een versnellingsmaatregel geïntroduceerd waarbij mensen die de WIA einde wachttijd bereiken tijdens de looptijd van de maatregel en 60+ zijn kunnen afzien een medische beoordeling en direct doorstromen naar de 80 – 100% WGA/WIA-uitkering.
2.Weel A, Meij R & De Decker K (2023). Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid, hoofdstuk 2 & 3. doi.org/10.1007/978-90-368-2958-8
3.Ibid, hoofdstuk 8 en 9.
4.Ibid, hoofdstuk 8, 3 en 12.
5.Ibid. p. 153-154.
6.Ibid. p. 155.
7.In sommige gevallen kunnen gelijke gevallen ook verschillen in behandeling vergen om tot een rechtvaardige uitkomst te komen.
8.Weel A, et al. (2020, september 4). Kwetsbaarheid in tijden van pandemie, tbv-online.nl/magazine-artikelen/kwetsbaarheid-in-tijden-van-pandemie.
9.Weel A, Meij R & De Decker, K. (2023). Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid, p.162. doi.org/10.1007/978-90-368-2958-8
10.Ibid, p.163, zie blauwe kader ‘Werkwijze’.
11.Haentjens M (2019). Naar het hart van de sociale verzekeringsgeneeskunde. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 27(4), 28-31. doi.org/10.1007/s12498-019-0044-4

Aandachtspunten

  • Belang van ethische reflectie: Regelmatig ethisch beraad helpt bij het omgaan met dilemma’s en vergroot het begrip van verschillende perspectieven binnen een team.
  • Uniforme behandeling versus individuele omstandigheden: Het streven naar gelijke behandeling moet worden afgewogen tegen de persoonlijke context van de cliënt.
  • Schadebeperking: Het is belangrijk bij een moreel dilemma je af te vragen wat er gedaan kan worden om nadelen en mogelijke schade van de gemaakte keuze te beperken en hier zo mogelijk actie op te ondernemen.
  • Waardebehoud: Het uitwerken van morele dilemma’s helpt om het afglijden van de beroepspraktijk van haar kernwaarden (‘mission drift’) te herkennen en morele stress onder professionals te verminderen.

Methodieken

Er zijn meerdere methodieken om een moreel beraad te structureren. In deze casus is gekozen voor de methodiek gebruikt in het recent gepubliceerde handboek Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid. Andere methodieken zijn bijvoorbeeld die van de NVAB of het 6-stappenplan van de KNMG.
Bronnen
• Bron KNMG: Ethische toolkit (24 februari 2025), knmg.nl/ik-ben-genees
kundestudent 1/ethische-toolkit/ethische-toolkit.
• Bron NVAB: Commissie Beroepsuitoefening en Ethiek (2002). Moreel
Beraad. Opgehaald 14 maart, 2025 van nvab-online.nl.
• Een uitgewerkt voorbeeld is te vinden via: Sorgdrager, B. (2019).
Een complex probleem: patiënt in tweede spoor? Tijdschrift Voor Bedrijfs- en
Verzekeringsgeneeskunde, 27(10), 16-18, doi.org/10.1007/s12498-019-0134-3.

 

Ruud Roos is werkzaam bij UWV, Alkmaar. Contact: roos.ran@gmail.com Kevin De Decker en Yvonne Feringa, UWV, Amsterdam

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.