Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Casusbespreking: verzuim door KANS

Sandra de Lange
Deze casusbespreking betreft een verzuimcasus waarop de NVAB richtlijn Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met klachten aan arm, nek of schouder (KANS) van toepassing is (Klachten arm, schouder of nek | NVAB).
© staras / stock.adobe.com

Vanwege verzuim kwam een 66-jarige vrouw op mijn online spreekuur die directeur is van een huisartsenpost.

Werk: Op mijn vraag wat haar werk inhoudt antwoordde zij ‘kom op ik ben de voorvrouw van de huisartsenpost’. Mevrouw werkt 34 uur per week verdeeld over 4 dagen. Vrijdag is haar vrije dag. Ze werkt regelmatig over, is getrouwd en heeft drie kinderen in de leeftijd van 28, 27 en 25 jaar. Een van hen woont in een gezinsvervangend tehuis.

Mevrouw meldt wanneer ik vraag wat de reden is dat ze haar werk niet meer kan uitvoeren dat de neuroloog een nekhernia vermoedt en dat er over twee weken een MRI gemaakt wordt. Zij ervaart pijn in haar linkerschouder en arm, waarbij ook de kracht in haar linkerarm verminderd is, waardoor ze geen flessen open kan krijgen. Er is een doof gevoel in de arm. Als medicatie gebruikt mevrouw Oxycodon 5 mg 2dd1 en Paracetamol 500 mg 6dd. Verder is er geen behandeling aan de arm of schouder.

Als fysieke inspanning lukt op dit moment vooral om te lopen en te wandelen. Bij inspanning zowel geestelijk als lichamelijk gaat mevrouw zweten, wordt warm en dat voelt niet fijn. Mevrouw slaapt ’s middags om te rusten.
De voorgeschiedenis vermeldt staar aan het linkeroog na een ongeval op 20-jarige leeftijd waarvoor meerdere operaties zijn gedaan. De taken die mevrouw op dit moment doet zijn niet overdraagbaar. Beeldschermwerk is lastig en ze doet dit drie uur verspreid over de dag.

Mijn beleid is dat ik de uitslagen wil afwachten en vooralsnog medisch gezien geen bezwaar heb tegen de taken die mevrouw nu doet. Ik noteer dat de werkplek bekeken moet worden. Als ik dat aangeef, zegt mevrouw dat alle werkplekken door een ergonoom zijn aangepast.

Enige weken later komt mevrouw opnieuw op mijn spreekuur en blijkt dat het inderdaad om een nekhernia beiderzijds gaat. Er is geen operatie nodig, er is geen beknelling van het ruggenmerg, inmiddels gaat het ook wat beter. Mevrouw werkt inmiddels 5-6 uur. Haar energie is nog niet helemaal goed, ze slaapt niet meer ’s middags en gaat om 22.00 uur naar bed. Mevrouw merkt wel gevoelig te zijn voor stress.

Mevrouw mag gaan uitbreiden als dat qua energie gaat. Over enkele weken spreek ik een vervolgspreekuur af om te evalueren.

Wat zegt de richtlijn over bovengenoemde casus?

In de richtlijn wordt gewezen op het belang van vlaggen, rode en gele. Rode vlaggen zijn symptomen of tekenen voor meer of minder ernstige biomedische pathologie; gele vlaggen zijn symptomen of tekenen voor gedragsmatige of psychosociale risicofactoren.

In deze casus zag ik de volgende rode vlaggen:

1. Algemene malaise: bij inspanning, zowel geestelijk als lichamelijk, gaat mevrouw zweten, wordt warm en dat voelt niet fijn. Mevrouw slaapt ’s middags om te rusten.

2. Neurologische symptomen: radiculaire uitvalsverschijnselen, krachtsverlies, mevrouw ervaart ook een doof gevoel in de linkerarm en schouder.

Er was geen sprake van comorbiditeit en de gezondheid was goed behoudens de algemene malaise.

Een gele vlag zou kunnen zijn dat mevrouw nu gevoeliger is voor stress.

Ik geef hieronder mijn verdere overwegingen:

De klachten lijken niet arbeidsgerelateerd. De werkplekergonomie zou goed zijn, er zijn geen repeterende taken, de werkeisen lijken in orde en mevrouw ervaart ook steun.

Als beroepsmatige risicofactoren gelden hier vooral het aantal uren computerwerk, gebruik van een muis en een niet neutrale hoofd- en lichaamshouding. De werkeisen liggen hoog gezien haar functie als directeur. Mevrouw geeft aan dat ze bepaalde taken die niet overdraagbaar zijn graag zelf blijft doen. Ik was niet erg enthousiast over de duur en heb dit ook aangegeven, maar heb toch uiteindelijk gezegd dat ik medisch geen bezwaar heb vooral als mevrouw het goed spreidt.

Bij het vervolgspreekuur bleek gelukkig dat mevrouw herstelde. Waar ik bang voor was (langdurige zitten achter het beeldscherm, invoer met toetsenbord en muis) had zich niet voorgedaan omdat mevrouw haar taken inderdaad goed gespreid heeft over de dag.

Ik heb mevrouw informatie gegeven over de verwachtingen ten aanzien van het verloop en ik heb gestimuleerd dat ze blijft wandelen. Goed voor haar houding en ook voor stressreductie.

Ik heb geen half harde halskraag overwogen zoals wel in de richtlijn staat.

Een prognostische factor die hier nadelig zou kunnen zijn is haar hogere leeftijd. Als fysieke factor verdient haar behoefte aan meer rust aandacht. Ik heb me afgevraagd of werken onder hoge tijdsdruk een probleem was maar ik kreeg niet de indruk dat dit speelde.

Een mogelijk belemmerende factor voor herstel zou kunnen zijn dat mevrouw toch te veel taken verricht, waardoor het herstel niet bevorderd wordt.

Een beschermende factor was dat mevrouw veel wandelt.

Auteur
Sandra de Lange, redactielid TBV
Contact: delangebedrijfsmedischadvies@gmail.com

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.