Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Duur arbeids-ongeschiktheid van 296 naar 269 dagen

Selwin S. Audhoe
Jan Hoving
Bonne Zijlstra
Monique Frings-Dresen
Karen Nieuwenhuijsen
Breinwerk Interventie leidt niet tot een significante vermindering van de arbeidsongeschiktheidsduur bij zieke vangnetters met psychische problemen. Zo bewijst een studie naar de effectiviteit van deze interventie ten opzichte van de gebruikelijke werkwijze.
Onder de werkende populatie vormen werklozen, uitzendkrachten en personen met een beëindigd dienstverband een kwetsbare groep met een verhoogde kans op ziekteverzuim en langdurige arbeidsongeschiktheid ten opzichte van reguliere werknemers. Deze werknemers zonder vast dienstverband, vangnetters genaamd, hebben meer kans op psychische klachten en 40 procent van het ziekteverzuim is het gevolg van psychische klachten. Studies naar de effectiviteit van interventies in het verkorten van de arbeidsongeschiktheidsduur bij deze vangnetters zijn schaars. De Breinwerk Interventie is door professionals van het UWV ontwikkeld om zieke vangnetters met psychische klachten te helpen met hun terugkeer naar werk.

Stepped care-benadering

Breinwerk Interventie kent een geprotocolleerde stepped care-benadering met maatwerk. Specifieke kenmerken zijn (1) een snelle activering; (2) het bieden van structuur; (3) activiteiten gericht op herstel van controle en verbeteren van functioneren; en (4) een snelle re-integratie of inzet van een werkervaringsplaats. Daarnaast worden vangnetters voor specifieke (gezondheid)interventies doorverwezen naar een externe zorgaanbieder. Het doel van deze studie is om de effectiviteit van de Breinwerk Interventie in het verkorten van de arbeidsongeschiktheidsduur van zieke vangnetters met psychische klachten te evalueren, in vergelijking met de huidige gebruikelijke werkwijze, na 12 maanden follow-up.

Methode belicht

In een multicenter gecontroleerde klinische studie werd door middel van een quasi randomisatieprocedure de Breinwerk Interventie (n = 164) vergeleken met de gebruikelijke werkwijze (n = 156). De primaire uitkomstmaat was arbeidsongeschiktheidsduur. Secundaire uitkomstmaten waren arbeidsongeschiktheidsduur vanaf overdracht UWV-kantoor, proportie hersteldmeldingen, aantal uren betaald werk gedurende follow-up, mate van participatie, mate van psychische klachten en eigen-effectiviteit in terugkeer naar werk. Protocoltrouw (Breinwerk Interventie) werd voldoende geacht als ten minste drie van de vijf protocolstappen werden gevolgd. Coxregressie, lineaire en ordinale regressie en mixed model-analyses werden uitgevoerd. Voor de mate van psychische klachten en eigen-effectiviteit in terugkeer naar werk werden respectievelijk de General Health Questionnaire-12 (GHQ-12) en return to work self-efficacy-vragenlijst gebruikt.

Resultaat: 27 dagen verschil

De Breinwerk interventie resulteerde in een niet-significante verkorting van de arbeidsongeschiktheidsduur vergeleken met de gebruikelijke werkwijze. De gemiddelde arbeidsongeschiktheidsduur was 269 dagen in de interventiegroep en 296 dagen in de controlegroep, een gemiddeld verschil van 27 dagen (HR = 1.29; 95% CI 0.94-1.76; p = 0.11). Voor degenen die gedurende de 12 maanden follow-up werkten (46%), verschilde het gemiddeld aantal uren betaald werk niet-significant tussen beide groepen (gebruikelijke werkwijze 682 uur versus Breinwerk 493 uur; p = 0.053).
‘Bij 90 procent van de mensen
in de interventiegroep is het protocol niet goed gevolgd’
Voor de resterende secundaire uitkomstmaten werden geen significante verschillen gevonden. De protocoltrouw was 10 procent. Dat betekent dat bij 90 procent van de deelnemers in de interventiegroep het protocol niet goed is gevolgd.

Conclusie: kansen in aanpak van lage protocoltrouw

De Breinwerk Interventie heeft – in de setting van UWV en zoals uitgevoerd met een lage protocoltrouw – niet geleid tot een significante vermindering van de arbeidsongeschiktheidsduur vergeleken met de gebruikelijke werkwijze. Het blijft onduidelijk wat de resultaten zouden zijn geweest als de Breinwerk Interventie volgens protocol was uitgevoerd.
Alhoewel het verschil in gemiddelde arbeidsongeschiktheidsduur niet statistisch significant is, is in de praktijk een absoluut verschil van 27 dagen aanzienlijk en mogelijk relevant. Dit verschil kan wellicht groter worden als naleving van het protocol kan worden verhoogd. Voor toekomstige evaluatie van terugkeer-naar-werkinterventies voor vangnetters is het van belang om in een vroege fase barrières voor protocoltrouw te identificeren en overwinnen.
Dit is een samenvatting van het artikel ‘Is the Brainwork Intervention effective in reducing sick leave for non-permanent workers with psychological problems? Results of a controlled clinical trial’ uit BMC Public Health.
DOI: 10.1186/s12889- 021-10704-0

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.