Hoe vaak bedrijfsongevallen met elektriciteit voorkomen is niet precies bekend. In 2019 zijn 284 meldingen van zulke ongevallen geregistreerd, waarbij één betrokkene is overleden en 88 personen gewond raakten. Geen van deze slachtoffers werd naar het brandwondenziekenhuis vervoerd. TBV berichtte in 2014 al over cardiovasculaire complicaties in de acute fase na een elektrische schok.1 Maar dergelijke ongevallen kunnen ook op de langere termijn gevolgen hebben. Na maanden of soms wel vijf jaar later. Dit artikel gaat naar aanleiding van een casus dieper in op de pathogenese van de langeretermijngevolgen en de mogelijkheid van simulatie bij ziekmelding.
Precieze cijfers over bedrijfsongevallen met elektriciteit zijn er zoals gezegd niet. De hierboven genoemde aantallen over 2019 zijn vastgelegd door Kiwa Technology.2 In 2014 vestigde TBV ook de aandacht op letsels na een elektrische schok op het werk.1 Hierbij ging het met name om cardiovasculaire complicaties. Nu staan we stil bij de langetermijngevolgen van elektriciteitsongevallen. Deze gevolgen kunnen niet alleen direct na het ongeval ontstaan, maar zich ook pas maanden tot wel vijf jaar later manifesteren.3 Behalve duidelijk zichtbare brandwonden kan het gaan om allerlei vage klachten en aspecifieke symptomen waarvan de onderliggende pathogenese niet altijd duidelijk is.3 4 5 Hierbij kunnen naast de huid diverse orgaansystemen zijn aangedaan (zie tabel 1). In meerderheid van de gevallen gaat het om neurologische aandoeningen en neuropsychologische klachten en psychiatrische symptomen.5 De ernst van somatische letsels bij elektriciteitsongevallen is onder meer afhankelijk van de tijdsduur van de schok, de afstand die de stroom door het lichaam aflegt, de stroomsoort (wisselstroom is schadelijker dan gelijkstroom) en het voltage. Het lijkt vanzelfsprekend dat laagspanning (<1000 V) minder morbiditeit en mortaliteit veroorzaakt dan hoogspanning (≥1000).
Tabel 1
: Gevolgen van elektriciteitsongevallen.
Algemeen: gegeneraliseerde pijn, vermoeidheid, bewegingsbeperking, contracturen, pruritus, spierspasmen, hoofdpijn, migraine, nachtzweten, koorts, gewrichtsstijfheid.
|
Huid: brandwonden.
|
Tractus circulatorius: ventrikelfibrilleren, asystolie, aritmieën, myocardnecrose, subpericardiale microbloedingen, vasculaire laesies.
|
Tractus respiratorius: ademhalingsstilstand door paralyse van de ademhalingsspieren en/of beschadiging van het pontiene ademhalingscentrum.
|
Tractus gastro-intestinalis: (Meestal mild) darmperforatie, intra-abdominaal trauma, stress-ulcus. (Zelden) hemorragische necrose van de pancreas of galblaas.
|
Tractus locomotorius: weefselnecrose door vochtophoping, fracturen door vallen, botnecrose door beschadiging botmatrix, amputatie chirurgisch of door trauma.
|
Zenuwstelsel: bewustzijnsverlies, amnesie, doofheidsgevoel, hoofdpijn, chronische pijn, algehele zwakte, concentratieproblemen, paresthesieën, syncope, verminderde balans, ataxie, ischias, carpaletunnelsyndroom, insulten, duizeligheid, verminderde coördinatie, tinnitus, tremoren, neuropathieën, hersenzenuwaandoeningen, myelopathie, niet-aangeboren hersenletsel (NAH), cerebellair syndroom, bewegingsstoornissen, autonome zenuwstelsel dysfunctie (o.a. CRPS) en ruggenmergaandoeningen.
|
Tractus urogenitalis: blaasproblemen, nierfunctiestoornis door myoglobinurie als gevolg van rabdomyolyse, erectiele dysfunctie.
|
Tractus ophthalmicus: cataract.
|
Psychologisch: depressie, PTSS, insomnia, nachtmerries, angst, flashbacks, specifieke fobie, frustratie, hyperalertheid, paniekaanvallen, zelfdepreciatie, schuldgevoel, stemmingswisselingen, geheugenproblemen, prikkelbaarheid, concentratieproblemen, slapeloosheid, conversiestoornis.
|
Grube e.a.6 concluderen onder meer dat laagspanningsongevallen (<380V) zelden blijvende gevolgen hebben en dat vertraagde perifere neuropathie bij patiënten die gewond zijn geraakt bij een elektriciteitsongeval regelmatig voorkomt. Dit wordt dan vaak chronisch en is meestal mild. Singerman e.a.5 constateren daarentegen juist dat laagspanningsongevallen vaker leiden tot chronische klachten (long-term sequelae) dan hoogspanningsongevallen. Volgens Wesner en Hickie3 kunnen de gevolgen van laagspanning ernstiger zijn dan verwacht als gevolg van het niet kunnen loslaten door onwillekeurige spiercontractie.
De emotionele gevolgen van het niet kunnen loslaten verhogen de kans op depressie en PTSS
Emotionele gevolgen
Wat neuropsychologische gevolgen betreft constateerden Pliskin e.a.7 geen statistisch significante relatie van symptoomernst en -frequentie met de hoogte van de voltage. De emotionele gevolgen van het niet kunnen loslaten zijn door Kelley e.a.8 beschreven als het no-let-go-fenomeen en verhogen de kans op een depressie of PTSS. Directe verwondingen ontstaan met name door het thermische effect van elektriciteit met als gevolg brandwonden, weefselnecrose en amputatie van een extremiteit.5 Daarnaast zijn er verschillende hypothesen ter verklaring naar voren gebracht: sympathische stimulatie, vasculaire beschadiging, histologische en elektrofysiologische veranderingen en directe mechanische traumata. Sommige symptomen treden niet onmiddellijk op, maar na een latentietijd van maanden tot jaren na het ongeval.3 4 5
Mysterie vertraagde symptomen
De vraag hoe elektrisch letsel kan leiden tot progressief of vertraagd neurologische en neuropsychologische symptomen is zowel controversieel, een mysterie als een scientific puzzle 3 en een enigma. Morse e.a.4 concluderen na een vragenlijstonderzoek via internet (89 respondenten) dat laagspanningsongevallen relatief vaker vertraagde symptomen veroorzaken die disproportioneel en niet-neurologisch verklaarbaar zijn. De overeenkomst tussen non-focale neuropsychologische symptomen na een elektriciteitsongeval en na een cerebraal trauma zou een aanwijzing kunnen zijn dat naast thermische effecten ook andere mechanismen een rol spelen. Denk aan elektroporatie en vasculaire degeneratie als gevolg van vrije radicalen na oxidatieve stress. Daarnaast zouden hormonen (cortisol) en brain derived neurotrophic factor (BDNF) een rol kunnen spelen.
Een hypothese voor het ontstaan van hypesthesie bij een laagspanningsongeval is dat de zenuwen beschadigd zijn zonder dat er celverlies optreedt. Tijdens het herstelproces zou dan littekenweefsel ontstaan.5
Verdenking op simulatie
In het algemeen is bij ongeveer 45 procent van personen in letselschade- en arbeidsrechtelijke zaken sprake van onderpresteren. Hierbij is het van belang dat men zich realiseert dat aggravatie een dimensioneel verschijnsel is en niet binair aan- danwel afwezig is.
De verdenking op simulatie komt regelmatig voor bij patiënten met late symptomen als gevolg van een elektriciteitsongeval.5 De latentietijd tussen het begin van de klachten en het elektriciteitsongeval kan de causale relatie dusdanig maskeren dat verzekeringsmaatschappijen financiële compensatie weigeren. Echter, in een groep van 25 patiënten vonden Aase e.a.9 geen relatie van ernst van depressieve of cognitieve stoornissen met een rechtszaakprocedure. Deze bevinding komt overeen met de bevindingen van Pliskin e.a..7 Bianchini e.a.10 stellen dat de huidige stand van wetenschappelijke kennis voorzichtigheid rechtvaardigt bij de klinische diagnose van simulatie bij elektriciteitsongevallen, omdat de pathologische mechanismen en neuropsychologische effecten en manifestaties van simulatie bij elektriciteitsongevallen niet zo goed worden begrepen als bij andere vormen van neuropathologie (bijvoorbeeld traumatische hersenaandoeningen). Deze auteurs benadrukken dat de technieken voor het traceren van simulatie bovendien niet perfect zijn en niet geïsoleerd toegepast moeten worden.
Conclusie
Als iemand het overleeft, kunnen er na een bedrijfsongeval met elektriciteit uiteenlopende lichamelijke en psychische klachten ontstaan. Door de soms niet te achterhalen pathogenese en de mogelijke latentietijd is een causale relatie niet altijd evident. In geval van ziekmelding kan dit argwaan wekken en aanleiding zijn om simulatie of aggravatie te overwegen. De complexe differentiaal diagnostiek maakt het er voor de verzekeringsarts niet eenvoudiger op om vast te stellen of de door cliënt naar voren gebrachte klachten en/of belemmeringen feitelijk in overeenstemming zijn met concrete onderzoeksbevindingen of waarnemingen. De ervaren belemmeringen zullen als beperkingen geaccepteerd moeten worden, tenzij feitelijke gegevens onomstotelijk aannemelijk maken dat de beperking er niet (in de door cliënt aangegeven mate) is. Om een psychiatrische diagnose te kunnen stellen is het ontbreken van een somatische verklaring onvoldoende en dient ook gezocht te worden naar positieve aanwijzingen. Belangrijk hierbij is niet te vergeten dat ook de ontoereikendheid van de huidige medische kennis een mogelijkheid kan zijn.
Hypesthesie bij een laagspanningsongeval kan ontstaan doordat de zenuwen beschadigd zijn zonder dat celverlies optreedt
Casus 40-jarige secretaresse
Een 40-jarige secretaresse heeft sinds ongeveer tien jaar pijnklachten na een elektriciteitsongeval waarbij zij met haar rechterhand een stekker in het stopcontact wilde doen. Plotseling zag zij een blauwe bal en was ze geheel verstijfd, met name aan de rechterzijde. Ze kon niets meer doen, ook geen hulp roepen, hoewel ze haar collega’s wel kon zien. Na ongeveer 10 à 15 seconden sloegen de stoppen door, zodat de elektriciteit uitviel en zij niet meer onder stroom stond. Hierna voelde zij zich duizelig, maar ze raakte niet buiten bewustzijn. Haar hele lichaam deed pijn en zij reageerde als een zombie. De direct geconsulteerde huisarts constateerde geen letsels en meende dat de pijn wel zou afnemen. Tegen de verwachting in namen de pijnklachten in haar rechterarm, schouder en nek en rechterzijde van het hoofd echter toe en enkele maanden na het ongeval meldde zij zich ziek. De pijn ging gepaard met paresthesieën, hypesthesie, krachtsvermindering, uitval rechterarm of focale dystonie hand na inspanning, passagère verminderde coördinatie, bruxisme, overgevoeligheid voor temperatuurverschillen en vlekken op arm, hals en borst. Zij sliep slecht door de pijn. In het begin had zij regelmatig, maar later eens in de twee maanden, een nachtmerrie. Voor het ongeval was zij altijd kerngezond en sportief geweest. Een revalidatiearts, pijnspecialist en twee neurologen konden geen eenduidige verklaring vinden voor haar klachten. Fysiotherapie, ergotherapie, revalidatiecentrum, TENS, kenacort-injectie schouder, een gepulseerde radiofrequente behandeling (PRF), medicatie (pijnstillers, GABA-analogons, antidepressiva) en EMDR boden geen soelaas. Vanwege het ontbreken van een somatische verklaring overwoog de medisch adviseur van de verzekeringsmaatschappij de mogelijkheid dat een andere dan een somatische factor een rol zou kunnen spelen.
Referenties
1.
Kuijpers DAT, Beukering MDM, Smeets RPP. Letsel na een elektrische schok op het werk. TBV, 2014; 22(4): p. 166-169.
2.
Holtrop RJ. Registratie van huishoudelijke elektriciteitsongevallen achter de meter: jaaroverzicht 2019: Netbeheer Nederland. 2020.
3.
Wesner ML, Hickie J. Long-term sequelae of electrical injury. Canadian Family Physician. 2013; 59(9): p. 935-939.
4.
Morse M, Berg J, Ten Wolde R. Diffuse electrical injury: A study of 89 subjects reporting long-term symptomatology that is remote to the theoretical current pathway. IEEE transactions on biomedical engineering. 2004; 51: p. 1449-1459.
5.
Singerman J, Gomez M, Fish JS. Long-term sequelae of low-voltage electrical injury. Journal of Burn Care Research & Research. 2008; 29(5): p. 773-777.
6.
Grube BJ, Heimbach DM, Engrav LH, Copass MK. Neurologic consequences of electrical burns. Journal of Trauma. 1990; 30(3): p. 254-258.
7.
Pliskin NH, Capelli-Schellpfeffer M, Law RT, Malina AC, Kelley KM, Lee RC. Neuropsychological symptom presentation after electrical injury. The Journal of Trauma: Injury, Infection, and Critical Care. 1998; 44(4): p. 709-715.
8.
Kelley KM, Tkachenko TA, Pliskin NH, Fink JW, Lee RC. Life after electrical injury. Risk factors for psychiatric sequelae. Annals of the New York Academy of Sciences. 1999; 888: p. 356-363.
9.
Aase DM, Fink JW, Lee RC, Kelley KM, Pliskin NH. Mood and cognition after electrical injury: a follow-up study. Archives of Clinical Neuropsychology. 2014; 29(2): p. 125-130.
10.
Bianchini K, Love JM, Greve K, Adams D. Detection and diagnosis of malingering in electrical injury. Archives of clinical neuropsychology. 2005; 20: p. 365-373.
Sinds een paar maanden heb ik helaas ook ervaringen met dit fenomeen. Alleen kwam de stroomstoot bij mij niet door een bedrijfsongeval van een machine maar door een plotselinge zéér nabije blikseminslag.
Tijdens een mountainbiketraining op zondagmiddag 9 juli 2023 werd ik op de Woensdrechtse Heide ,een bosgebied nabij Hoogerheide in West-Brabant geraakt door een zéér nabije blikseminslag. De bliksem trof een berkenboom die slechts op 12 meter achter mij stond. Het was een zware inslag met zo later bleek ruim 94.000 Ampére. Vlak vóór de inslag voelde ik al een erg sterke statische spanning over mijn hele lichaam neerdalen. Een soort harnas. Dan maakt de bliksem je als het ware een potentieel doelwit om op in te slaan. Ook trokken er vonkjes over de grond en over mijn armen al zo’n 3 seconden voor de inslag. Je weet niet wat er dan gebeurt. Dan een grote vuurzee achter me met een oorverdovend harde knal! De spanning met de reststroom die vrijkwam sloeg echter via de grond direct mijn rechtervoet in.
Minutenlang was ik verlamd door de spiertrekkingen en mijn ogen kon ik niet sluiten. Ik raakte tijdelijk in een soort shocktoestand, waarvan ik me weinig meer kan herinneren. Behalve dan dat ik niets meer voelde van mijn lichaam en langzaam in shock ging. Na een tijd werd ik weer wakker en voelde helse pijnen in mijn voeten en had een zeer onregelmatige hartslag. Daarna ben ik toch nog op eigen kracht aan hulp gekomen die me door een ambulance naar het ziekenhuis in de buurt hebben laten brengen. Ik had oppervlakkige rode brandblaren op mijn voeten, (vooral rechts) en had een hartslag van dik 160. Mijn lichaamstemperatuur was na ruim drie kwartier na de inslag nog 40.5 graden Celsius en mijn vingers (vooral kootjes) waren sterk opgezwollen en mijn huid was opengespat tussen mijn pink en ringvinger.
Nadien zag men ook een eiwit in mijn bloed dat vrijkomt bij een hartaanval. Het hart heeft waarschijnlijk toch even stilgestaan. Dat is niet onlogisch met deze zeer hoge spanning zei de cardioloog aldaar. Al heb ik daar zelf niets van gemerkt. Het hartritme is uit zichzelf weer in balans gekomen en na een week was hij weer best netjes.
Ik had ook wat strepen en patronen op mijn arm. Ik was nagenoeg doof aan mijn rechteroor. Na ruim 8 uur in het ziekenhuis te zijn geweest kon ik toch naar huis. Dit was vooral nadere controle en observatie. Ik had opmerkelijk weinig brandplekken over mijn huid en lichaam. Hier was nauwelijks iets te zien van wat ik had meegemaakt.
De artsen zeiden dat ik in een zeer goede conditie verkeerde, dat was wel fijn om te horen op dat moment.
Echter de volgende dag ontstonden er helaas al forse problemen met mijn gezondheid. Ik kreeg het erg benauwd en moest overgeven en veel hoesten. Ook plaste ik ineens bloed. Terug in het ziekenhuis bleek ik brandlaesies opgelopen te hebben in vooral mijn rechterlong en ik had een lichte nier bloeding gehad bij de ingang naar mijn urineleider. Mijn leverfunctie was niet oké en ik had verhoogde suikerspiegel die zat op 9.5. Ik heb zelf nooit suiker gehad. Dit kwam ook door de schok zeiden ze in het ziekenhuis. Ook had ik een zeer kleine brandlaesie in mijn halsslagader. Deze is me dan ook bijna fataal geweest. Meerdere brandlaesies werden ook gezien op mijn lever en rechternier.
Ik mocht tot 4 weken na de inslag geen zware lichamelijke inspanning verrichten vanwege mogelijke complicaties en/of mogelijke hartschades. Dit is nu oké!
Ook is mijn suiker is nu weer goed gelukkig.
Ik had bovendien ook een ongewoon flinke schade aan mijn gebit opgelopen. Mijn vier kronen waren volledig afgebroken tijdens de inslag, mogelijk door de hitte of stroom en ik had allerlei kleine brandwondjes door heel mijn mond en op mijn kaakbot. Een van mijn kronen moet nu nog worden herplaatst en daarvoor moet ik eerst nog naar een kaakchirurg. Deze moet de composiet opzetstuk operatief verwijderen omdat mijn tandvlees eroverheen geschroeid is.
Tevens heb ik schade aan mijn beide teelballen opgelopen door verbrandingen.
Ik ervaar veel moeite met gevoel en intimiteit. Dit is écht zeer moeilijk te accepteren!
Dit is dan echt een zeer traumatische ervaring om mee te maken. Het is vernederend!
Ik heb echt heel veel mazzel gehad volgens de artsen dat ik het heb overleefd. Ik kreeg antibiotica voor de ontstekingen te onderdrukken. Twee weken na de inslag werd mijn grote teen van mijn rechtervoet ineens plotseling volledig zwart. Er werd gevreesd voor amputatie vanwege het gevaar voor sepsis ofwel bloedvergiftiging. Mijn nagel ging eraf. Mijn bloedvat was afgestorven door de stroomsterkte en moest door middel van chloorhexidine injecties worden gered. Na vele behandelingen kon ik mijn grote teen onder voorbehoud behouden. Als hij weer zou gaan ontsteken dan zou hij alsnog geamputeerd moeten worden. Dit is tot nu toe nog goed gegaan, maar het is wel een bijzonder eng idee dat hij er mogelijk alsnog af moet!
Daarna kom je in een periode vol ongemakken en onbekende klachten. Ik was vóór de blikseminslag kerngezond en fietste wel zo’n 6000 tot 8000 km per jaar.
ik ben 44 jaar en heb al vanaf jongs af aan gesport.
Nu heb ik dagelijks last van allerlei plotseling opkomende ontstekingen door heel mijn lichaam. Mijn crp-waarde was opeens een keer 90! Normaal moet deze liggen tussen de 0-10. Dit betekende zelfs bijna een nieuwe ziekenhuisopname!
Ook heb ik nog regelmatig last van vasculaire ontstekingen door mijn aderen en bloedvaten. Daarvoor heb ik inmiddels 4 keer een infuus gehad.
Dat wordt dan ook behandeld met antibiotica en zelf gebruik ik veel natuurlijke geneesmiddelen. Verder heb ik klachten aan mijn ogen, maar dat bleek te liggen aan een neurologisch probleem. Mijn ogen waren prima, toch kreeg ik ontstekingen erin door een minimale tremor of trilling aan mijn oogzenuwen. Ook lijdt ik aan een zeer irritant licht in mijn rechteroog dat in de nacht tijdens mijn slaap soms zomaar optreed. Net alsof er steeds met een lamp in dat oog wordt geschenen.
Omdat ik ook een totaal verstoorde regeling heb van mijn lichaamstemperatuur wordt er gezegd dat ik lijd aan polyneuropathie. (meervoudige hersenschade) Ik heb het voortdurend erg koud (inwendige beleving) en heb totaal geen enkel gevoel meer in mijn zenuwen. Totale gevoelsloosheid is er sinds de blikseminslag door mijn hele lijf en deze gevoelsloosheid is tot nu toe ook nooit meer weggeweest. Ik heb schade opgelopen in het gevoelscentrum van de hersenen bleek na verschillende onderzoeken. Soms krijg ik ook ineens knallende hoofdpijn. Dat duurt dan een half uur en dan is het ineens gelukkig ook weer weg.
Ook heb ik ernstige angststoornissen gekregen in de nacht. Ik word regelmatig gillend wakker en beleef de klap vaak opnieuw. Een soort PTSS. Ik loop daarvoor nu ook bij een psychiater en praat over mijn problemen. Een elektrische schok is weerzinwekkend en je voelt je machteloos en angstig na zo’n incident. Je lichaam reageert anders. Het is niet meer zo als het daarvoor was. Dit geldt werkelijk voor alles!! Je bent bang voor allerlei onbekende restschades of problemen die je mogelijk nog krijgt. Normaal was ik daar nooit mee bezig. Nu ben ik telkens bang voor hart- en vaatproblemen die steeds op de loer blijven liggen. Dat geeft zoveel onzekerheid!
De artsen weten ook totaal niet hoelang dit nog gaat duren. Ze doen geen enkele uitspraak over een eventuele periode. Het kan morgen over zijn, maar eventueel ook maanden of zelfs nog jaren gaan duren voor het beter wordt. Dat is ook erg onzeker!
Ik doe er zelf alles aan. Ik neem ijsbaden, en werk aan mijn ademhaling. Dit werkt best goed moet ik zeggen. Mijn concentratie is alweer stukken beter. Mijn conditie is ook weer steeds beter en nu na ruim 4 maanden fiets ik weer regelmatig.
De blikseminslag heeft mijn lichaam binnen een halve seconde (inslag duurde 558ms) zeer waarschijnlijk maar liefst met ruim 4 of 5 graden opgewarmd door de energie die vrij kwam over de grond, immers na drie kwartier was mijn temperatuur nog ruim 40 graden! Dit is belachelijk veel energie en meestal overlijd je ter plaatse door hyperthermie. De bomen die de meeste stroom/spanning de grond inwerkte hebben mijn leven daar waarschijnlijk gered. Op een open veld bij één boom was ik zeker overleden zei een weerkundige hierover. Dan slaat er veel meer spanning en stroom over de grond heen, vandaar dus niet schuilen onder een boom!
Overigens bij mij was het de eerste de beste ontlading, er was daarvoor nog geen onweer door mij gehoord. Anders schuil je uiteraard niet bij bomen.
Het verhaal blijft voor mij persoonlijk zo bizar, je denkt dat kan niet.. Het kan dus wél!
Helaas ben ik nu nog regelmatig ziek thuis en probeer tóch wanneer het gaat zoveel mogelijk mijn dagelijkse ritme op te pakken. Op mijn werk heb ik er duidelijk over gecommuniceerd met betrokkenen van PZ en de verzuimconsulent. Voor zover gaat dit nu best goed, zolang je maar duidelijk aangeeft hoe het gaat.
Het is echter wel zo dat naarmate de tijd verder doortikt het inderdaad gevoelsmatig wel steeds lastiger wordt om het geloof over je gezondheidssituatie geloofwaardig te houden. Dat is zeker wel een punt. Dit kan zeker misgaan!
Daarom is het bijzonder goed dat dit artikel deze problemen aanduidt en er dus ook goed aandacht aangeeft. Dat is zeker heel erg belangrijk!
Mijn dank daarvoor aan u!
Vriendelijke groeten,
Peter van Beusekom
Peter van der Maarel is voormalig testingenieur bij de toenmalige Nederlandse Kabelfabriek (NKF) en reageert op de casus van de 40-jarige secretaresse. Hij legt uit wat er technisch gezien waarschijnlijk is gebeurd.
“Het lijkt een aardfout te zijn geweest, waarbij de stroom door het lichaam is gaan lopen vanaf de getroffen hand tot een ander lichaamsdeel dat contact met de aarde heeft gemaakt. De aardlekschakelaar heeft niet of te traag heeft gereageerd. Mensen kunnen voor globaal tien seconden dertig milliAmpere aan. Hierop zijn aardlekschakelaars gemaakt. Echter, soms kan de aardlekschakelaar ook op een hogere waarde zijn gemaakt, denk aan wasmachines die een hogere lekstroom kunnen opwekken. Het doorslaan van de in het kader genoemde ‘stoppen’ kunnen de gewone zekeringen zijn geweest, nadat verkoling op de hand aan de netsteker een kortsluiting tussen de fase (spanningsvoerend) en de ‘nul’ (bijna altijd spanningsvrij) heeft ingezet. Dit heeft de dame in kwestie wellicht behoed voor de dood. Aardlekschakelaars zijn al een dertigtal jaren verplicht in nieuwe installaties. In oude installaties kan het nog voorkomen, dat ze er niet zijn. Ik hoop dat de getroffen vrouw in het artikel toch nog kan herstellen, of dat zij nog voor lange tijd levenskwaliteit mag krijgen of hervinden.