Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

lezersforum

Wim Otto

De uitkomst was beschamend voor health professionals

Het februarinummer van TBV met als thema Asbest bevat een interessante en goed onderbouwde bijdrage over de geschiedenis van de totstandkoming van beschermende maatregelen tegen de risico’s van asbest in Nederland en de rol die Jan Stumphius daarin speelde. Verbijsterend is inderdaad het feit dat tussen het bekend worden van de carcinogene risico’s van asbest (1949) en het feitelijke verbod (1993) ruim 40 jaar ligt. Voor mij was dat destijds de reden om uit te zoeken wat health professionals (artsen, bedrijfsartsen, veiligheidskundigen en hygiënisten) in die periode hebben gedaan. Immers, volgens hun beroepscode is de bescherming en bevordering van de gezondheid hèt leidmotief van hun professionele handelen. Node miste ik een verwijzing naar de publicatie van dit onderzoek.1
De uitkomst van mijn onderzoek was tamelijk beschamend voor de health professionals: Jan Stumphius, Reinier Zielhuis, Lex Burdorf en Paul Suste waren in hun beroepsgroepen uitzonderingen. Onder veiligheidskundigen vonden er nog wel discussies plaats over maatregelen, in de groep bedrijfsartsen gebeurde in het geheel niets. In de zeepkistbijdrage beweren Weel en Van der Laan dat gezondheidsbescherming te belangrijk is om aan ‘de polder’ over te laten en dat de overheid hier een primaire taak heeft om in te grijpen.
Dit komt mij toch wat wereldvreemd over. De overheid kan het overleg tussen sociale partners (maatschappelijke middenveld) niet zondermeer negeren. Wat echt te denken geeft is het zwijgen van de health professionals als beroepsgroep voor wie het asbestrisico toch een gewetenskwestie moest zijn. Om dit te verklaren noem ik een aantal redenen zoals een verkokerde blik. Duidelijk is wel geworden dat het benadrukken van het eigen morele gelijk praktisch weinig zoden aan de dijk zet. De oplossing die ik suggereer is dan ook dat bedrijfsartsen (en andere professionals) actief deelnemen aan het maatschappelijk debat op basis van hun kennis en ervaring en daarmee hun eigen blikveld op hun beroepsmatig handelen vergroten.
Nico Plomp

Referentie

1.

Plomp HN. The contribution of health professionals to the creation of occupational health standards: the impact of professional ethics in the case of asbestos. Public Health Ethic. 2013;6{1}:73-89.
Repliek op reactie van Nico Plomp

Asbest 1970-1993: heeft de NVAB gefaald?

Met zijn Ingezonden plaatst Nico Plomp een vraagteken achter de conclusie die wij trekken in onze Zeepkist1 van februari jongstleden. Die conclusie luidde: over bescherming van de gezondheid, ook waar het asbest betreft, ga je niet polderen. Het is een primaire taak van de overheid om hier maatregelen te treffen.

Wat Plomp vooral te denken geeft als het om het asbestdrama gaat, is het zwijgen van de beroepsgroep bedrijfsartsen. Dat betreft dan vooral het zwijgen over het asbestrisico in de periode 1970 (het jaar dat de NVAB Jan Stumphius lauwerde met de Burgerpenning) tot 1993 (het jaar van het asbestverbod). Bijna een kwart eeuw lang debatteerden overheid, industrie en later ook vakbeweging over asbest. De industrie schakelde haar eigen artsen in. De NVAB stond in die periode aan de kant en liet niet van zich horen.

Voor dat zwijgen geeft Plomp in zijn artikel2 een drietal redenen:

a.

Een conflict van waarden: het grote goed van gezondheidsbescherming moest het afleggen tegen andere (gepercipieerde) waarden als wetenschappelijke hardheid van bewijs, collegialiteit en loyaliteit aan bedrijven;
b.

Pigeon-holing: de neiging om oplossingen te zoeken binnen het eigen domein (röntgendoorlichting, periodiek medisch onderzoek);
c.

Beroepsgroepen bevinden zich in een consensuscultuur waar men conflicten en politiek debat wil vermijden.
Wij hebben geen aanwijzingen gevonden dat dit soort overwegingen destijds hebben gespeeld binnen de NVAB. Wij vonden helemaal geen aanwijzingen dat de NVAB zich tussen 1970 en 1993 druk heeft gemaakt over het asbestrisico, laat staan het politieke debat heeft opgezocht. Wij zagen wel een eindeloos ‘polderen’ tussen de drie stakeholders op asbestgebied: overheid, industrie en vakbeweging.3 Duidelijk is gebleken dat de overheid langdurig haar oren liet hangen naar de industrie.
Moeten we de NVAB nu blameren? Het is een kerntaak van bedrijfsartsen, toen en nu, om schadelijke gezondheidseffecten van arbeid te signaleren, niet alleen op meso-(bedrijfs), maar ook op macro- of maatschappelijk niveau. Dat signaleren heeft plaatsgevonden in de persoon van bedrijfsarts Jan Stumphius, allereerst door zijn proefschrift uit 1969 en later door zijn activiteiten in de TNO-commissie. Stumphius was een dappere dokter. Door andere professionals binnen en buiten de NVAB (Reinier Zielhuis, Lex Burdorf en Paul Swuste) werd dat signaal overgenomen en versterkt. De NVAB heeft als beroepsvereniging niet meegedaan aan het daaropvolgende jarenlange polderproces. Daartoe voelde zij zich kennelijk niet geroepen. Het signaal was immers afgegeven. De overheid was nu aan zet. Dat die overheid geen knopen doorhakte, kan de NVAB niet worden verweten. We moeten de rol van bedrijfsartsen niet overschatten. De economische belangen waren groot. Werkgelegenheid ging lange tijd vóór gezondheid.
Een vergelijkbare situatie heeft zich voorgedaan bij de schildersziekte CTE. Ook daar was sprake van veel media-aandacht en veel discussies, maar weinig actie door een starre opstelling van de schildersbranche. Uiteindelijk hakte de liberale staatssecretaris De Grave de knoop door en kwam er een verbod op het gebruik van oplosmiddelrijke producten.
Misschien had de NVAB haar asbestsignaal vaker moeten afgeven. Misschien hadden individuele leden van deze beroepsvereniging, in navolging van de vroeg overleden Jan Stumphius, persoonlijk de strijd met de asbestindustrie moeten aanbinden. Dezer dagen zien wij de longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker verwikkeld in een openbare strijd met de tabaksindustrie. Een strijd die ons aller steun en respect verdient.
André Weel Gert van der Laan

Referenties

1.

Weel ANH, Laan G van der. Asbest in de Polder. Zeepkist. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2019;27(2):5-6.
2.

Plomp HN. The contribution of health professionals to the creation of occupational health standards: the impact of professional ethics in the case of asbestos. Public Health Ethic 2013;6(1):73-89.
3.

Weel ANH, Laan G van der. Asbest, Jan Stumphius en het mesothelioom. Hoe lang het duurt voordat de preventie op gang komt. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2019;27(2):7-13.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.