Casus: dilemma in Ziektewetbeoordeling van 64-jarige vrouw
Door regelmatig te reflecteren kan een ethische basis ontstaan

Zeven-stappenplan voor moreel beraad
Een handeling is moreel juist als voldoende rekening wordt gehouden met rechten, belangen en wensen van alle betrokkenen.2 De Ethiekcommissie van de NVVG gebruikt het zeven-stappenplan van de methode ‘morele oordeelsvorming’ om gestructureerd tot een moreel oordeel te komen. Deze methode zorgt voor een complete en zorgvuldige afweging.3 Wanneer je altijd dezelfde methode gebruikt helpt dat verschillende casuïstiek onderling te vergelijken.4 Hieronder is het stappenplan uitgewerkt voor bovenstaande casus.
1 Opties en bezwaar
Optie A: Ik voer de Ziektewetbeoordeling uit.
Optie B: Ik stop met de uitvoering van de Ziektewetbeoordeling.
Bezwaren:
Optie A: Het is cliënte haar wens is om met rust gelaten te worden.
Optie B: Dit komt neer op afwijken van de wettelijke procedure.
2 Identificeren van betrokkenen met rechten, belangen en wensen bij deze casus
De betrokkenen zijn de cliënte zelf, haar partner (gezien zijn afhankelijkheid van haar mantelzorg), de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige. Daarnaast spelen ook indirect betrokkenen zoals de premiebetaler(s) en andere vangnetters een rol.
3 Besluitvorming: wie neemt het uiteindelijke besluit?
Om het dilemma goed te doorvoelen worden de opties vanuit de ‘ik-vorm’ geschreven.
De inbrenger van de casus en het dilemma is de arbeidsdeskundige. Die neemt dus het besluit. Die is de ‘ik’. Het gaat dus om het morele besluit, waarop één persoon aanspreekbaar is. Degene die het morele besluit neemt is niet altijd dezelfde als degene in een organisatie die de bevoegdheid heeft tot het nemen van het formele besluit (zoals: verzekeringsarts en arbeidsdeskundige samen, het team).5
4 Informatiebehoefte en verdere analyse
-
In deze stap sta je stil bij welke aanvullende informatie nodig is om op een verantwoorde wijze een beslissing te kunnen nemen.6 Dit kan gaan om feitelijke of medische informatie, maar ook om juridische of professionele informatie, zoals beroepscodes.
In de uiteindelijke afweging zijn de rechten en plichten van de betrokkenen doorslaggevender dan hun belangen en wensen. Beginselen kunnen alleen beperkt worden door andere beginselen en nooit door gevolgenargumenten.8,9
Tabel 1. Morele oordeelsvorming in een schema.
Argumenten
|
Voor het uitvoeren van de Ziektewetbeoordeling (optie A)
|
Voor het stoppen van de Ziektewetbeoordeling (optie B)
|
---|---|---|
Beginsel
|
Ik voer de Ziektewetbeoordeling uit omdat dit een wettelijke plicht is.
|
Ik voorkom gezondheidsschade door onzekerheid over de financiële situatie weg te nemen.
|
Ik behandel elke vangnetter uniform. Dit zorgt voor rechtsgelijkheid.
|
||
Gevolg
|
Deelname aan passende arbeid draagt bij aan een gezondere en maatschappelijk betrokken levensstijl, ook voor cliënte.
|
Ik wil tegemoet komen aan de coping van cliente en de wens van haar partner.
|
Het uitvoeren van de beoordeling kan een extra stimulans geven voor re-integratie en arbeidsparticipate.
|
Ik wil de wens van cliënte om niet meer te werken respecteren.
|
|
Er zijn alternatieve vangnetten beschikbaar voor de situatie van cliënte, zoals de IOW. De lasten zouden niet op het Ziektewetfonds moeten worden verhaald.
|
Ik erken het morele ongemak dat de situatie oproept.
|
|
Re-integratie binnen de Ziektewet biedt ruimte en tijd voor een passende opbouw, zonder druk.
|
||
Door de Ziektewetbeoordeling niet uit te voeren compenseer je de rechtsongelijkheid met werknemers voor wat betreft de toegang tot de 60+-regeling.
|
||
Smoesje
|
Cliënte heeft zich (mogelijk) onvoldoende ingezet voor haar herstel en participatie.
|
Re-integratie is niet erg realistisch en effectief bij deze leeftijdsgroep.
|
Ik heb alle medische mogelijkheden al zorgvuldig in kaart gebracht. De medische beoordeling staat niet ter discussie.
|
||
Beginselargument: Dit is gebaseerd op minimale normen, oftewel beginselen waar wij op mogen vertrouwen. Het raakt de onderkant waar je niet doorheen wil zakken. Bijvoorbeeld: ‘Ik behandel elke vangnetter uniform. Dit zorgt voor rechtsgelijkheid.’
Het rechtvaardigheidsbeginsel houdt in dat mensen in gelijke omstandigheden gelijk behandeld worden.7
Wanneer dit principe in de casuïstiek een rol speelt, spreken we van een beginselargument.
Gevolgenargument: Dit gaat over de gevolgen van een beslissing. Het draait hierbij om de belangen van de betrokkene. Bijvoorbeeld: ‘De wens van client om niet meer te werken, wordt gerespecteerd’
Een ‘smoesje’ lijkt vaak een argument maar raakt eigenlijk geen recht, belang of wens van een betrokkene. Ze worden vaak ingebracht om iets moeilijks te verbloemen of een handelingskeuze te beïnvloeden op onterechte gronden. Het is dus goed smoesjes te onderkennen om ze uit de argumentatie te halen. Daarbij dien je ze wel te onderzoeken of ze iets moeilijks verbloemen.
|
-
De meeste en zwaarwegende beginselargumenten ondersteunen optie A, in het bijzonder vanwege de wettelijke verplichting. Het niet naleven hiervan zou ertoe leiden dat er door de ondergrens gezakt wordt. Het beginsel van rechtsgelijkheid speelt een rol, maar raakt niet in alle opzichten het belang van cliënte. Het belangrijkste argument voor optie B betreft het vermijden van gezondheidsschade door bestaansonzekerheid. Het is echter niet zeker dat er daadwerkelijk wordt geschaad door optie B.
-
Als voor beide alternatieven één of meer beginselargumenten pleiten en één of meer gevolgenargumenten, dan moeten de belangrijkste beginselen tegen elkaar worden afgewogen, pas daarna mogen gevolgenargumenten worden gewogen.10
-
Omdat de beginselargumenten voor optie A zwaarder wegen dan die voor optie B, besluit ik tot optie A: het uitvoeren van de beoordeling.
6.3 Wat kan de schade beperken?
-
Om de mogelijke nadelen van de gemaakte keuze te verzachten, kan de cliënte worden ondersteund bij het vinden van aanvullende vangnetten. Een IOW-uitkering, hulp vanuit de Wmo, of andere sociale voorzieningen kunnen mogelijk bijdragen aan compensatie voor het eventuele inkomensverlies, het behoud van haar gezondheid en de ondersteuning in haar mantelzorgtaak.
Leerpunten uit het Moreel Beraad
Bronnen
1.Tot 1-1-2025 was er door de minister van SZW een versnellingsmaatregel geïntroduceerd waarbij mensen die de WIA einde wachttijd bereiken tijdens de looptijd van de maatregel en 60+ zijn kunnen afzien een medische beoordeling en direct doorstromen naar de 80 – 100% WGA/WIA-uitkering.
2.Weel A, Meij R & De Decker K (2023). Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid, hoofdstuk 2 & 3. doi.org/10.1007/978-90-368-2958-8
3.Ibid, hoofdstuk 8 en 9.
4.Ibid, hoofdstuk 8, 3 en 12.
5.Ibid. p. 153-154.
6.Ibid. p. 155.
7.In sommige gevallen kunnen gelijke gevallen ook verschillen in behandeling vergen om tot een rechtvaardige uitkomst te komen.
8.Weel A, et al. (2020, september 4). Kwetsbaarheid in tijden van pandemie, tbv-online.nl/magazine-artikelen/kwetsbaarheid-in-tijden-van-pandemie.
9.Weel A, Meij R & De Decker, K. (2023). Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid, p.162. doi.org/10.1007/978-90-368-2958-8
10.Ibid, p.163, zie blauwe kader ‘Werkwijze’.
11.Haentjens M (2019). Naar het hart van de sociale verzekeringsgeneeskunde. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 27(4), 28-31. doi.org/10.1007/s12498-019-0044-4
Aandachtspunten
-
Belang van ethische reflectie: Regelmatig ethisch beraad helpt bij het omgaan met dilemma’s en vergroot het begrip van verschillende perspectieven binnen een team.
-
Uniforme behandeling versus individuele omstandigheden: Het streven naar gelijke behandeling moet worden afgewogen tegen de persoonlijke context van de cliënt.
-
Schadebeperking: Het is belangrijk bij een moreel dilemma je af te vragen wat er gedaan kan worden om nadelen en mogelijke schade van de gemaakte keuze te beperken en hier zo mogelijk actie op te ondernemen.
-
Waardebehoud: Het uitwerken van morele dilemma’s helpt om het afglijden van de beroepspraktijk van haar kernwaarden (‘mission drift’) te herkennen en morele stress onder professionals te verminderen.
Methodieken
▶ Ruud Roos is werkzaam bij UWV, Alkmaar. Contact: roos.ran@gmail.com ▶ Kevin De Decker en Yvonne Feringa, UWV, Amsterdam