Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nachtwerk? Nee, tenzij

Teddy Oosterhuis
Carel Hulshof
Tjabe Smid
De richtlijn Nachtwerk en gezondheid 1 is onlangs gepubliceerd. In verschillende sectoren, met name gezondheidszorg en industrie, kunnen bedrijfsartsen te maken krijgen met werkenden die nachtwerk verrichten. In Nederland gaat het om ongeveer 1.300.000 werkenden (15% van de beroepsbevolking) die soms of regelmatig 's nachts werken. Deze richtlijn vraagt van de bedrijfsarts een systematische aanpak, bestaande uit probleemdiagnostiek,de keuze van eventuele interventies, preventieve adviezen en interventies, en tenslotte de evaluatie. Daarnaast heeft ook het PMO een belangrijke plaats binnen de zorg voor werkenden in de nachtdienst.
De biologische klok is verantwoordelijk voor het dag-nachtritme van verschillende processen zoals het regelen van lichaamstemperatuur, bloeddruk en slaap-waakritme. Door het verrichten van nachtwerk zijn werkenden wakker, actief (bewegen en eten) en worden ze blootgesteld aan kunstmatig licht, op tijden dat het lichaam van nature in rust is. Nachtwerkers slapen juist op tijden dat het lichaam van nature actief wil zijn. Deze verstoring van het ritme heeft invloed op diverse lichamelijke processen, waardoor ziekten kunnen ontstaan.2
Er is bewijs voor de relatie tussen nachtwerk en het risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2, cardiovasculaire aandoeningen (bijvoorbeeld hartklachten, hartinfarct, hartfalen, beroerte en perifeer vaatlijden), slaapproblemen, risico op het metaboolsyndroom. Na 5 jaar nachtdiensten kan ongeveer 3% van de gevallen van diabetes mellitus bij nachtwerkers worden verklaard door nachtwerk, na 40 jaar nachtdiensten ongeveer 21%. Voor hart- en vaatziekten loopt dit op van ongeveer 4% tot 23%.

Er is onvoldoende bewijs voor de volgende gerapporteerde gevolgen van nachtwerk:

  • effecten op het welbevinden;
  • effecten op zwangerschap en nageslacht (met uitzondering van vaste nachtdiensten);
  • het ontstaan van maagdarmproblemen;
  • hormoon-gerelateerde aandoeningen.
Er is wetenschappelijke discussie over de vraag of er een verband is tussen nachtwerk en kanker. De Gezondheidsraad stelde dat er geen eenduidig verband is tussen nachtwerk en het risico op borstkanker, en baseerde zich daarbij vooral op de uitgebreide epidemiologische literatuur.2 Het International Agency for Research on Cancer concludeerde op basis van dezelfde literatuur dat er vermoedelijk wel een verband is tussen nachtwerk en kanker.3 Deze conclusie leunt vooral op mechanistisch onderzoek en onderzoek in proefdieren.

Preventieve maatregelen

De richtlijn begint met de beschrijving van preventieve maatregelen (ook relevant voor andere arbo-professionals), met als eerste een paragraaf over de Risico Inventarisatie en Evaluatie. Het is van belang om te beoordelen in de RI&E en het bijbehorende plan van aanpak of er een adequaat preventiebeleid is. Vervolgens staan preventieve maatregelen beschreven.
De eerste aanbeveling over preventieve maatregelen is als volgt: Adviseer de werkgever om geen of zo min mogelijk gebruik te maken van nachtwerk, en alleen als daarvoor gegronde redenen zijn. Denk bij beperken van nachtwerk ook aan aanpassen van aanvangstijden van diensten, inroosteren van parallelle ploegen in dagdiensten, nagaan of voor alle functies nachtwerk noodzakelijk is en of ’s nachts een gelijke bezetting nodig is als overdag. Houd rekening met de individuele belasting als nachtwerk over een kleine groep werkenden wordt verdeeld. Financiële compensatie van de ongemakken van nachtwerk is geen maatregel ter beperking van gezondheidsrisico’s en (dus) geen rechtvaardigingsgrond voor nachtwerk. Daarbij moet rekening worden gehouden met de wettelijke kaders, zoals bijvoorbeeld de Arbeidstijdenwet.

De bedrijfsarts heeft hier een adviserende rol en kan het vermijden en beperken van nachtwerk niet afdwingen; andere factoren spelen bij de totstandkoming van het bedrijfsbeleid een rol. De bedrijfsarts kan echter wel proberen om het onderwerp de (on)vermijdelijkheid van nachtwerk hoger op de beleidsagenda te krijgen.

Binnen organisaties waar nachtwerk wordt verricht moet er een overleg zijn tussen werknemers en werkgevers waarin afspraken worden gemaakt over optimaal roosteren, waarbij zoveel mogelijk Vuistregels voor gezond roosteren worden toegepast.4 Het is bovendien belangrijk dat daarbij voldoende deskundigheid op het gebied van roosteren aanwezig is. De OR heeft overigens instemmingsrecht wat de vaststelling of wijziging van een rooster betreft.

Enkele andere preventieve maatregelen zijn:

  • Werkgevers adviseren om combinatiebelasting te voorkomen van nachtwerk met andere bezwarende omstandigheden zoals veiligheidsrisico’s, fysieke belasting, mentale (onder)belasting, alleen werken en overwerk;
  • Werkgevers adviseren voorlichting te geven aan werkenden over de invloed van verstoringen van het rooster door bijvoorbeeld overwerk of ruilen van diensten (daarbij kunnen dan mogelijke oplossingen van verstoringen worden besproken);
  • Naps (dutjes) tijdens de nachtdienst. Volgens de Gezondheidsraad is een nap een van de weinige bewezen interventies die de effecten van nachtwerk kunnen verminderen, in dit geval door een positief effect op slaperigheid, en beter herstel en meer alertheid, en het minder maken van (bijna) fouten.5
  • Voorlichting geven over de risico’s van nachtwerk, het omgaan met nachtwerk, inclusief slaaphygiëne, en maatregelen om de negatieve effecten van nachtwerk tegen te gaan.
Naast bovenstaande maatregelen op organisatorisch niveau zijn er ook aanvullende preventieve maatregelen op individueel niveau, waaronder het adviseren over een gezonde leefstijl; voeding, bewegen, roken, alcohol, slaaphygiëne.

Preventief Medisch Onderzoek

Een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) gericht op nachtwerk heeft als doel om te screenen of er werkenden zijn met negatieve effecten op de gezondheid, namelijk slaapproblemen, vermoeidheidsklachten, of een verhoogd risico op cardio-metabole aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2, cardio-metabool syndroom. Ook wordt gescreend op ervaren onveilige situaties of problemen vanwege andere arbeidsomstandigheden ’s nachts. Waar nodig kunnen op basis van de screening interventies worden aangeboden. Een PMO wordt uitgevoerd bij iedereen die voor het eerst nachtwerk gaat verrichten en wordt bij voorkeur eens per vier jaar uitgevoerd voor de gehele populatie (eens per twee jaar bij een verhoogd risico op cardio-metabole aandoeningen).

Individuele begeleiding en interventies

Consultaties kunnen plaatsvinden op basis van de screening tijdens het PMO, of op basis van het arbeidsomstandighedenspreekuur of verzuimspreekuur. De richtlijn beschrijft achtereenvolgens diagnostiek en interventies bij slaapklachten en vermoeidheid, bij een verhoogd risico op cardio-metabole aandoeningen en bij overige gezondheidsklachten waarbij nachtwerk de ernst en het beloop van de klachten mogelijk beïnvloedt. Bij het uitvoeren van de diagnostiek wordt in alle gevallen gevraagd naar roosterkenmerken en bezwarende omstandigheden. De aanbevolen interventies die altijd gelden, onafhankelijk van de diagnose, staan hierna vermeld.
Voor interventies wordt de arbeidshygiënische strategie gebruikt waarbij eerst aandacht is voor de noodzaak van nachtwerk, dan voor arbeidsomstandigheden, het rooster en verstoringen van het rooster. Indien nodig worden vervolgens individuele interventies toegepast volgens het stepped care-model.

Stepped care-model

In stap 1 wordt met de werkende aanpassing van de individuele roostering besproken. Stap 2 bestaat uit adviezen over slaaphygiëne en thuismaatregelen.6 Stap 3 bestaat uit het overwegen (tijdelijk) te stoppen met nachtwerk. Als klachten duidelijk samenhangen met nachtwerk moet definitief stoppen met nachtwerk overwogen worden. Zo ook als ernstige klachten niet veranderen.
Voor het adviseren van individuele werkenden over al dan niet stoppen met nachtwerk is gezamenlijke besluitvorming belangrijk. Daartoe kan een set van 15 vragen worden gebruikt. Een belangrijk deel daarvan gaat over de ervaringen en behoeften van de werkende: bijvoorbeeld de ervaren belasting van nachtwerk in de vorm van vermoeidheid en stress, voorkeur voor diensten in verband met het chronotype, angst voor baanverlies of financiële consequenties en de sociale gevolgen van het verrichten of juist stoppen met nachtwerk. Verder spelen co-morbiditeit, veiligheidsrisico’s en mogelijkheden om het rooster aan te passen een rol. Voorbeelden van aanpassingen zijn minder nachtdiensten, kortere diensten, meer hersteltijd, langere pauzes, minder fysieke belasting of minder verstoringen van het rooster.
De termijn voor evaluatie hangt af van de ingezette of verwezen interventies. Wanneer een werkende tijdelijk is gestopt met nachtwerk, is het bij het hervatten van nachtwerk van belang dat er voldoende herstelmogelijkheden zijn tijdens en na de nachtdiensten. Het verdient ook aanbeveling om bij het hervatten van nachtwerk de werkende eerst als boventallig in te laten roosteren.

Conclusie

De nieuwe richtlijn Nachtwerk en gezondheid geeft de bedrijfsarts (en andere arbo- en HR-professionals) handvatten voor preventieve aanpak, vooral op organisatorisch niveau, en de opzet van een PMO. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de individuele begeleiding en interventies bij gezondheidsproblemen die samenhangen met nachtwerk, waaronder slaapklachten en vermoeidheid, een verhoogd risico op cardio-metabole aandoeningen en overige gezondheidsklachten waarbij nachtwerk de ernst en het beloop van de klachten mogelijk beïnvloedt.

Referenties

1.

Oosterhuis T, Smid T, Hulshof CTJ, van der Bolt CLB, den Dikken P, van Drongelen A, Frijters ACP, Gennissen-Maengkom A, Groen SP, Hazen J, Hoentjen H, Loef B, Naber RJ, Schmitz WM, Smits-de Boer S, Turina M, Verhoeven ACLPJ. Nachtwerk en gezondheid Richtlijn voor bedrijfsartsen. Utrecht: NVAB, 2020.

2.

Gezondheidsrisico’s door nachtwerk. Den Haag: Gezondheidsraad, 2017.

3.

IARC Monographs Vol 124 group. Carcinogenicity of night shift work. Lancet Oncol. 2019 Aug; 20(8):1058-1059.

4.

Maatwerk voor ploegendienst. Vitaal is goed voor allemaal. Leiden/Zoetermeer: TNO/FME, 2014

5.

Nachtwerk en gezondheidsrisico’s. Mogelijkheden voor preventie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2015.

6.

Irish LA, Kline CE, Gunn HE, Buysse DJ, Hall MH. The role of sleep hygiene in promoting public health: A review of empirical evidence. Sleep Med Rev. 2015 Aug;22:23-36.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.