Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Help! Hoogbegaafd

Diederik Wieman
Naar schatting twee procent van de Nederlandse bevolking is hoogbegaafd. Bovenmatige intelligentie leidt echter niet vanzelfsprekend tot een briljante carrière. Sterker nog: er zijn signalen dat hoogbegaafden soms moeite hebben met hun (werk)omgeving of überhaupt geen werk vinden. Ron Hameleers spreekt hierover tijdens de studiedag ‘Neurodiversiteit en meer: gevolgen op het werk’.
© Angelov / stock.adobe.com

Specialist ouderengeneeskunde Ron Hameleers is als arts-docent en vertrouwenspersoon verbonden aan de Radboud Universiteit. Vanuit zijn functie coacht hij (onder andere) hoogbegaafde studenten, coassistenten en aios. Hij helpt hen bij hun studie en bereidt ze voor op zaken waar ze in hun werkzame leven als hoogbegaafde tegenaan kunnen lopen. Dat hij zich juist op hen richt is niet gek, want Hameleers behoort zelf ook tot de groep mensen met een bovengemiddeld IQ. Dat realiseerde hij zich overigens pas na zijn geneeskundestudie en specialisatie tot ouderengeneeskundige. Zijn dokterswerk combineerde hij destijds met deelname aan verschillende commissies en het geven van klinische lessen.

In zijn vrije tijd studeerde hij – bij wijze van uitdaging – rechten. Toen hij manager werd van de instelling waar hij destijds werkte, presenteerde Hameleers op een “heidag” zijn toekomstvisie aan de directie. ‘Na afloop van mijn presentatie bleef het angstvallig stil. De directeur nam me apart en zei: “Ron, realiseer jij je wel dat je altijd vier versnellingen harder gaat?” Dat was het moment waarop ik dacht: voor mij zijn die dingen heel normaal, maar anderen hebben blijkbaar moeite om aansluiting te vinden.’ Een test bij de vereniging Mensa bevestigde vervolgens zijn vermoeden van hoogbegaafdheid. Toen Hameleers overstapte naar de Radboud kwam hij daar collega’s en studenten tegen die tegen dezelfde problematiek aanliepen. ‘We hebben besloten hen iets te bieden in de vorm van extra begeleiding en aparte klasjes.’

Ron Hameleers

Acceptatie

En dat is nodig. Met name omdat het brein van hoogbegaafden anders werkt waardoor ze in de dagelijkse praktijk niet altijd worden gewaardeerd of geaccepteerd. ‘Wat de IQ-test meet, is maar een klein deel van het verhaal. Hoogbegaafdheid heeft vooral te maken met een andere manier van denken, voelen en van creativiteit. Ook is er vrijwel altijd sprake van een bepaalde honger naar kennis, informatie en verbanden leggen; hoogbegaafden kunnen verschillende werelden of denkbeelden op een vreemde, creatieve manier met elkaar verbinden. Ook hebben ze vaak een sterk rechtvaardigheidsgevoel en zijn ze soms op het naïeve af goed van vertrouwen.’

Lastig

In de werkomgeving kunnen al deze eigenschappen soms lastig zijn. Goed van vertrouwen zijn en vol voor de inhoud gaan is natuurlijk prima, maar het ontbreekt vaak aan politieke en sociale vaardigheden die ook nodig zijn om in een werkomgeving je doelen te bereiken. Hameleers: ‘Ik heb ook wel eens een leidinggevende gehad die het vervelend vond wanneer ik dingen beter wist dan hij. Ik kreeg daar veel gedoe mee en moest nadenken en leren hoe daar diplomatiek mee om te gaan.’  Ook de principiële karaktereigenschappen kunnen in de weg zitten. ‘In het Radboud is veel aandacht voor milieu en duurzaamheid, maar mij zit het dan dwars dat ze nog steeds snijbloemen geven bij feestelijke gebeurtenissen.’

Sub-talent

Hoogbegaafdheid kan in de werksfeer ook leiden tot onderprikkeling en onderbelasting. Iets dat Hameleers ook tegenkomt bij hoogbegaafde studenten. ‘Die is bijvoorbeeld net iets beter in boekhouden en wordt meteen tot penningmeester van de vereniging gebombardeerd, terwijl het echte talent misschien wel in het voorzitterschap ligt. Je blijft dan steken op het penningmeesterschap, zeg maar: het sub-talent. Die situaties kom je ook tegen in de werkomgeving en hoogbegaafden kunnen daar emotioneel op leeglopen. Ze moeten dan doen wat ze goed kunnen, waardoor er geen ruimte is voor werk dat hen meer energie en voldoening geeft.’ Als zo iemand dan stopt met het werk, kan dat volgens Hameleers ondankbaar overkomen. ‘Je bent de beste in het team, maar je wilt stoppen omdat je niet genoeg uitdaging hebt. Daar zit voor een buitenstaander natuurlijk iets arrogants in.’

Bore-out

Hoogbegaafdheid wordt met name gesignaleerd als het tot een probleem leidt. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een arbeidsconflict, een burn-out of bore-out. Hameleers herinnert zich een student met toelatingsnummer 1, die op zestienjarige leeftijd aan de studie mocht beginnen. ‘Zij ging na verloop van tijd experimenteren. Kijken met hoe weinig inspanning ze toch nog voldoendes kon halen. De student werd helemaal lethargisch. Gelukkig is het helemaal goed gekomen, maar het zijn wel bijzondere redeneringen.’

Bedrijfsartsen

Bedrijfsartsen moeten er volgens Hameleers op attent zijn dat hoogbegaafdheid aan de basis kan liggen van werkgerelateerde gezondheidsproblemen. ‘Ik kan me voorstellen dat het niet altijd de makkelijkste klanten zijn. Hoogebegaafden hebben al snel in de gaten wat de bedrijfsarts of psycholoog voor gesprekstechniek toepast en proberen dan slimmer te zijn. Maar dat haalt natuurlijk niets uit. Dat je dingen snel doorziet is je kracht, maar als je dat vermogen inzet om jezelf goed te laten voelen, kun je niet geholpen worden.’ Zijn advies aan bedrijfsartsen is daarom: blijf weg uit de competitie die mensen met een hoogbegaafdheidsprofiel toch vaak aangaan. ‘Laat het eens gebeuren, kijk en luister op een afstandje, laat merken dat je aan hun kant staat. Toegegeven, het is een lastige balans, want het kan ook overkomen alsof je de ander ontmaskert. Het vraagt om een zekere finesse en mildheid van de arts of psycholoog.’

Geen waardeoordeel

Zijn hoogbegaafde studenten geeft hij ook tips en adviezen mee. Allereerst om het waardeoordeel van hoogbegaafdheid af te halen. ‘Het is niet beter of slechter, maar gewoon een andere manier van denken.’ En: hoe meer je snapt hoe je in elkaar zit, hoe beter je er mee om kunt gaan. ‘Ik weet van mijzelf dat ik onrustig word als ik niet af en toe iets creatiefs doe. Daarom zit ik soms weer eens een paar weken te schrijven, dan speel ik weer heel veel gitaar. Mijn vrouw weet dat ook, zij vraagt regelmatig: “heb je wel voldoende uitlaatklep?” Verder is het voor hoogbegaafden ook belangrijk om op tijd te stoppen. ‘Ik bedoel het niet arrogant, maar een Formule-1-auto gaat sneller kapot dan een gewone auto. Je kunt heel veel, maar het stelt hoge eisen om het vol te houden omdat je altijd op volle toeren draait. Het is daarom belangrijk om in contact met je lichaam en je emoties te blijven. En dat is best een grote uitdaging als je zo sterk bent in denken, rationaliseren en het onder tafel praten van je gesprekspartners.’ Zelf heeft Hameleers veel aan de verkeerlichtmethode. ‘Ik heb geleerd om niet door rood te gaan, maar bij oranje te stoppen. Ook heb ik meer oog gekregen voor wat ik kan doen om bij te tanken. Soms is dat iets anders doen dan dat ik gisteren deed. Soms is het ontspannen of juist inspannen. Dat zouden bedrijfsartsen ook kunnen uitvragen aan hoogbegaafden.’

Dubbeldiagnose

Verder stipt hij nog het probleem rondom diagnoses aan, want hoogbegaafdheid en andere vormen van neurodiversiteit liggen dicht bij elkaar. Hameleers zat ooit in een groepje van tien zeer hoogbegaafden waarvan er inclusief hijzelf slechts drie werk hadden. De andere zeven hadden geen werk of geen werk meer, omdat ze het niet volhielden. ‘Er zat een topwiskundige bij die de hele dag naar Mozart luisterde. Een jonge vrouw in de Wajong die theoretische natuurkunde studeerde, maar altijd problemen had met haar studiebegeleiders. Niet zelden wordt dan een diagnose in het autistisch spectrum gesteld. Maar mijn vraag is dan altijd: is er ook begaafdheidsonderzoek gedaan? Vaak is er sprake van dubbeldiagnoses. Neem de serie The big bang theory. Dat zijn natuurlijk karikaturen, maar er zit wel veel waarheid in.’

Lust of last

De vraag of hoogbegaafdheid nu een lust of last is, valt moeilijk te beantwoorden en zal per individu verschillen. Ook hangt veel af van de werkomgeving en de leidinggevenden. ‘Je ziet dat hoogbegaafden veel jobhoppen, omdat ze snel ergens uitgekeken zijn. Wat dat betreft kreeg ik ooit eens waardevol loopbaanadvies: zorg dat je bij een grote organisatie werkt, zodat je gemakkelijk van taak of functie binnen de organisatie kunt wisselen. In mijn vorige werk en nu het bij het Radboud heb ik het geluk dat ik bij een grote organisatie werk en goede leidinggevenden heb. Ik ben ook jurist, dus ik kan bijvoorbeeld tijdelijk in een juridisch project stappen en daarna weer terug naar het onderwijs. Ik kan op en neer bewegen zodat er altijd iets nieuws te ontdekken valt, zonder dat ik hoef te jobhoppen.’

Tot slot vindt Hameleers dat de maatschappij anders naar hoogbegaafdheid moet kijken. ‘Van topsporters of muzikanten accepteren we wel als ze boven de rest uitsteken. Sterker nog, dan kopen we een kaartje om ernaar te kijken of te luisteren. Hoogbegaafden kunnen zich daaraan spiegelen. Ze zouden zich niet kleiner of grijzer hoeven te maken om geaccepteerd te worden.’

Ron Hameleers is een van de sprekers op de scholingsdag over neurodiversiteit en werk, die op 30 november wordt georganiseerd door de Radboud Universiteit. Tijdens deze dag is er aandacht voor hoogbegaafdheid, autisme, ADHD, dyslexie, neuro-inclusieve organisaties en over aandoeningen die verband houden met een neurodivergent brein. De dag is bedoeld voor onder meer bedrijfs- en verzekeringsartsen, casemanagers en arbeidsdeskundigen. Meer informatie via deze link.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.