Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

22 aios NSPOH over hun onderzoek

Rianne Honigh
Ineke Schoonvelde
Nienke van Os
Anne van Overbeek
Noor Keulen
Op 2 februari en 11 maart 2021 toonden 22 aios bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde de (voorlopige) bevindingen van hun onderzoek, uitgevoerd in het kader van de opleiding bij de NSPOH.
De bevindingen van de 22 aios. Een overzicht.
  • De pandemie veroorzaakte uitbreiding van taken en toename in tijdsdruk onder wijkverpleegkundigen. De negatieve ervaringen kwamen door gebrekkig coronabeleid en een gemis aan steun vanuit het management voor het creëren van een veilige werkomgeving.
  • Bij UWV werd het telefonische spreekuur de nieuwe standaard. Hoewel het fysieke spreekuur als ‘gouden standaard’ blijft, leidde het coronajaar wel tot een evenwichtigere verdeling van kantoor- versus thuiswerken.
  • Ander onderzoek binnen UWV wees uit dat een telefonisch spreekuur volgens ongeveer de helft van de artsten meer inspanning kost. En een meerderheid gaf aan meer moeite te hebben met het bepalen van de belastbaarheid in een FML. Desalniettemin was 56 procent beter geworden in het aanwijzen van dossiers voor een telefonische beoordeling.
  • Uit retrospectief cohortonderzoek onder Covid-19-patiënten, bleek dat de duur van de klachten, duur van opname en roken voorspellers waren van een langere herstelduur. Kortademigheid, gastro-intestinale klachten, reuk- en geurverlies en ondergewicht waren juist voorspellers van een kortere herstelduur.
  • Cohortonderzoek naar vitamine B12-niveaus bij burn-out/surmenage liet zien dat dit gehalte alleen bij jonge vrouwen (25-35 jaar) statistisch significant verlaagd was. Vitamine B12-bepaling lijkt daarmee alleen in deze jonge groep meerwaarde te hebben.
  • Een crosssectioneel onderzoek onder bedrijfsartsen toont aan dat in deze groep nauwelijks sprake is van stigma rondom werkgerelateerde stress en burn-out onder artsen zelf.
  • Uit ander kwalitatief onderzoek kwam naar voren dat angst voor claims, tijdgebrek en twijfel over het nut van melden, redenen zijn voor bedrijfsartsen om werkgerelateerde PTSS bij brandweerlieden onvermeld te laten.
  • Werken met de diagnose dementie bleek sterk afhankelijk van de ernst van de ziekte op dat moment, eigen motivatie en mogelijkheden die de werkgever bood. Zo bleek uit kwalitatief onderzoek. Blijven werken kan een gunstige invloed hebben op het ziekteverloop, maar overbelasting moet worden voorkomen.
  • Een retrospectieve cohortstudie binnen een arbodienst naar werkverzuim door rouw, liet zien dat inzet van professionele begeleiding, een vast contract en >24u/week werken geassocieerd waren met een langere verzuimduur. Korter verzuim werd gezien bij overlijden na een ziekbed of van één van beide ouders.
  • Waarom benutten bedrijfsartsen de Vierdimensionale Klachtenlijst al dan niet bij psychische klachten? Gebruikers benoemen het inzicht geven aan de zieke werknemer en verbetering van de relatie arts-werknemer als belangrijkste reden. Niet-gebruikers vonden de klinische blik en anamnese voldoende.
  • In kwalitatief onderzoek is gekeken hoe tattoo artists gezond aan het werk blijven. Vrijheid in verdeling werk / vrije tijd, voldoening en voldoende inkomen dragen bij aan een laag ziekteverzuim in deze beroepsgroep.
  • Bij initiële vliegmedische klasse-I-keuringen bij defensie hoort standaard röntgenonderzoek. Van de 370 keuringen werd slechts 1 persoon afgekeurd vanwege rugafwijkingen op de röntgenfoto. Deze waren ook bij lichamelijk onderzoek al vastgesteld. De toegevoegde waarde van röntgenfoto’s lijkt zeer beperkt.
  • Onderzoek naar de invloed van geslacht bij het vastleggen van beperkingen op de functionele mogelijkhedenlijst (FML) toonde geen verschillen tussen mannen en vrouwen, zowel in aantal als in zwaarte van de beperkingen. Het ging om zes casussen (3x man/3x vrouw), die door 88 verzekeringsartsen zijn beoordeeld.
  • UWV stuurt wel de verzekeringsgeneeskundige rapportage, maar niet de volledige medische rapportage standaard naar cliënten. Onderzoek wees uit dat veel cliënten die laatste wel willen ontvangen, liever digitaal dan per post en in voor leken begrijpelijke taal.
  • Een verzekeringsarts keek naar wat artsen vinden van het werken onder beroepsgeheim bij UWV. Het blijkt dat er behoefte is aan houvast en aan (periodieke) scholing over het medisch beroepsgeheim, ook voor bijvoorbeeld arbeidsdeskundigen.
  • In de beoordeling van de belastbaarheid bij mensen met morbide obesitas werd veel variatie gezien in aangenomen beperkingen bij afwezigheid van comorbiditeit en juist meer uniformiteit in aangenomen beperkingen bij aanwezigheid van comorbiditeit.
  • Kwalitatief onderzoek toonde dat onderbouwen van het oordeel en tegemoetkomen aan wensen of verwachtingen van de klant hoofdredenen zijn voor verzekeringsartsen bij UWV voor het doen van lichamelijk onderzoek om beperkingen vast te stellen. Redenen om dit niet te doen? Voldoende beschikbare informatie, het ontzien van de klant en de afwezigheid van lichamelijke klachten.
  • Dossieronderzoek naar welke anamnestische data verkeringsartsen verzamelen en gebruiken bij de argumentatie van een energetische urenbeperking bij fibromyalgie en reumatoïde artritis wees uit dat de meerderheid rapporteert over vermoeidheid (80%). In 67 procent van de dossiers werd het functioneren niet als argument voor een urenbeperking genoemd.
  • Dubbele toetsing van Militair Geneeskundige Onderzoeken bij pensioenfonds ABP ter beoordeling van de medische causaliteitsvraag is tijdrovend. De eerste resultaten van een RCT toonden aan, dat interne auditering van de medische adviezen niet noodzakelijk was om de kwaliteit ervan te behouden.
  • Werknemers met gebrekkige kennis over de wet- en regelgeving rondom het eigen verzuim ervaren dit hiaat als belemmerend op het herstel. Werkgevers zouden werknemers proactief moeten informeren. Ook een goede taakverdeling tussen manager, HRM en bedrijfsarts én een empathische houding kunnen het herstel bevorderen.
  • Uit interviews met cardiologen bleek dat hun aandacht voor werk beperkt blijft tot het vragen naar de functie van de patiënt. Er wordt weinig samenwerking met de bedrijfsarts ervaren. Zie ook het onderzoek op pagina 40.
  • Verzuimbegeleiding bij werknemers met psychische klachten wordt vrij willekeurig door een bedrijfsarts of arboverpleegkundige gedaan. Retrospectief onderzoek naar de verzuimduur van klanten bij de twee groepen professionals toonde aan dat de spreiding en gemiddelde verzuimduur groter was bij begeleiding door een bedrijfsarts. Daarnaast waren hogere opleiding, langer dienstverband, psychiatrische voorgeschiedenis en vrouw-zijn gelinkt met langer verzuim. Multifactoriële triage zou kunnen bijdragen aan een betere taakdelegatie en daarmee aan een efficiëntere arbozorg.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.