Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Hoe ziet de bedrijfsarts van de toekomst eruit?

Jozien Wijkhuijs
Vandaag komen de leden van de NVAB bijeen om te stemmen over de nieuwe koers voor het vak van bedrijfsarts. Het afgelopen jaar is hard gewerkt aan een visiedocument, zowel door het bestuur als door de leden. Doel is om te formuleren hoe de bedrijfsarts van morgen eruitziet. Bestuursleden Madelijn de Kleine en Boyd Thijssens vertellen erover. ‘Het belangrijkste punt in deze koers is prioritering.’
© StockPhotoPro / stock.adobe.com

‘Vanuit het bestuur trekken Boyd Thijssens en ik deze kar, maar iedereen zit daarop,’ vertelt Madelijn de Kleine, bedrijfsarts en vicevoorzitter van de NVAB. In aanloop naar de ledenvergadering van vandaag werkte het hele bestuur aan het verzamelen van zoveel mogelijk input. ‘Er zijn veel regionale vergaderingen geweest, we hebben speciale inloopspreekuren georganiseerd, er is een extra ledenbijeenkomst en een speciale ledenconferentie geweest,’ zegt ze. ‘Dit kan niemand zijn ontgaan.’

Boyd Thijssens, bedrijfsarts en voorzitter van de NVAB, vult aan: ‘het visiedocument waar nu over gestemd gaat worden, is echt een product van de hele vereniging. Het is echter geen gemiddelde, we hebben geprobeerd te kijken naar de grootste voor- en tegenbewegingen en als bestuur hebben we daar beslissingen in genomen.’

NVAB-voorzitter Boyd Thijssens

De bedoeling is om een koers uit te zetten, zegt Thijssens. ‘Wie willen we dat de bedrijfsarts van morgen is, waar moet diegene mee bezig zijn? We hebben ons nu vooral gericht op de “wat-vraag” en nog minder op de “hoe-vraag”. Het is een stip op de horizon waar we naartoe willen werken.’ Hierna werkt de vereniging samen met de leden door aan de implementatie ervan. ‘De elementen die nu in de koers staan zijn niet nieuw, maar toch zijn ze niet de praktijk geworden. We hebben onze visie stellig geformuleerd, dit is een stuk dat met heel veel gedragen kracht kan worden gebruikt om gesprekken met stakeholders aan te gaan.’

Dweilen

Het feit dat het tot nu toe niet is gelukt om een andere koers in te zetten, is niet geheel de schuld van de professional, zegt Thijssens. ‘Werkgevers moeten worden betrokken, net als de regering. Het is een samenspel.’ Volgens De Kleine is er bij de grotere arbodiensten niet altijd ruimte voor maatwerk. ‘Een belangrijk onderdeel van ons werk, preventie, is lastiger aan de man te brengen. Daardoor verschuift de aandacht naar dingen die dat misschien wel zijn, zoals verzuim.’

En dat verzuim is historisch hoog, zegt ze. ‘Ik heb dit in mijn carrière nog niet meegemaakt.’ Daardoor komt er veel druk te staan op de groep bedrijfsartsen, die eigenlijk al te klein is om al het werk aan te kunnen. ‘Ik gebruik altijd de metafoor van de lekkende leiding. Als je alleen aan de achterkant daarvan aan het dweilen bent, met niet genoeg mensen, los je dat niet op. Zelfs niet met creatieve oplossingen voor hoe we beter kunnen dweilen.’ Bedrijfsartsen moeten kijken waar ze van waarde zijn en het lek repareren, zegt ze.

Thijssens is het hiermee eens. ‘Het is natuurlijk belangrijk om te weten waar het water vandaan komt, dat is belangrijke informatie.’ Hij benadrukt: ‘natuurlijk is het niet zo dat we niet meer aan verzuimbegeleiding moeten doen, dat verwijt hoor ik wel eens. Maar de uitdagingen van nu vragen om een andere manier van denken. We kunnen het aandeel verzuim zo reduceren dat we ook sociaal-geneeskundige en adviseur kunnen zijn.’

Prioritering

De oorspronkelijke rol van de bedrijfsarts, zoals beschreven in de arbowet, is namelijk veel breder dan verzuimbegeleiding, stelt Thijssens. ‘Op maatschappelijk niveau zijn we sociaal-geneeskundigen, we zijn adviseur van de werkgever, waar we ons actief bemoeien met werkomstandigheden en we doen daarnaast dus ook individuele begeleiding.’ Dat laatste deel heeft dus een te grote rol op dit moment, daarmee komen de andere thema’s in de verdrukking. ‘Het belangrijkste punt in deze koers is prioritering.’

Dit alles wordt versterkt door het tekort aan bedrijfsartsen. ‘Op dit moment is er één bedrijfsarts op 6000 werkenden, binnenkort is het één op 10.000,’ zegt Thijssens. ‘Als we blijven werken zoals huisartsen en iedereen één-op-één willen zien, kun je uittellen dat dat niet gaat.’

NVAB-vicevoorzitter Madelijn de Kleine
NVAB-vicevoorzitter Madelijn de Kleine

In mei 2023 begon de NVAB dus aan een zoektocht naar een breed gedragen, nieuwe visie voor de bedrijfsarts. ‘We begonnen op de BG-dagen,’ zegt De Kleine. ‘Daar deed Boyd een oproep aan iedereen om mee te denken. Daarna zijn we onder begeleiding tijdens een retraite aan de slag gegaan.’ Thijssens zegt: ‘mijn oproep tijdens de BG-dagen was: “wij gaan hiermee aan de slag, we hopen jullie ook.”.’ Een nuttig onderdeel daarvan waren twee ledenconferenties, met bij de laatste tussen de 300 en 400 aanwezigen. ‘Daar hebben we gewerkt van heel breed, “wat vinden jullie”, naar heel fijn, een elftal stellingen waarmee groepjes aan de slag konden,’ zegt hij.

Ruwe data

De druk was hoog, want de vereniging wilde graag op deze vergadering en op de komende BG-dagen een visiestuk hebben, zegt De Kleine. ‘Maar er bleef altijd ruimte voor ieders ideeën. Als mensen een geheel andere kant op wilden, hebben ze de kans gehad om daarover in gesprek te gaan.’ Dit leverde natuurlijk een enorme hoeveelheid data op. ‘Madelijn en ik zijn zo gek geweest om naar de ruwe data te kijken, maar dat hoefde niet ieder bestuurslid te doen,’ vertelt Thijssens. ‘Een heel belangrijke speler hierin was het kwaliteitsbureau van de NVAB, zij hebben heel hard gewerkt. Alles werd gerangschikt, samengevat en er werden voorzetten gedaan voor het bestuur. Dat mag niet onbenoemd blijven.’

In het visiestuk worden de thema’s waar de bedrijfsarts zich mee bezig kan houden concreet gemaakt. ‘Advies ligt meer op de voorgrond dan nu, op alle niveaus. Dus ook op maatschappelijk niveau, dat hoeft niet altijd advies aan de Tweede Kamer te zijn, maar iedereen woont in een gemeente,’ zegt De Kleine. ‘En dan is er nog de GGD, arts en maatschappij, preventieplannen…’ Thijssens vult aan: ‘Het gaat er ook om dat we vinden dat de bedrijfsarts er voor alle werkenden moet zijn, ook de toekomstige. Er zijn zoveel dingen die we kunnen doen om te zorgen dat mensen uiteindelijk niet langdurig ziek worden.’ Dat vraagt samenwerking, kennis en vaardigheden. ‘Maar het begint met dat we allemaal kunnen zeggen dat we hierachter staan.’

De bestuursleden zijn dan ook trots op wat er nu ligt. ‘Het voelt echt als iets dat we samen met de leden hebben gedaan en niet alleen maar namens hen. Dit is een groot en belangrijk onderwerp, het is dus goed dat het zo is gebeurd en dat het is gelukt,’ zegt Thijssens. Toch willen de bestuursleden ook in gesprek blijven met alle bedrijfsartsen. ‘Input is altijd welkom. We willen van elkaar blijven leren.’

1 REACTIE

  1. ….. er is hard gewerkt, veel gediscussieerd, door gedacht , afgewogen, prioriteiten gesteld en we zijn er trots op. Fijn, mooi, top.

    Mag ik even vragen over wat ? Wat zijn de resultaten, wat de prioriteiten ? Over welke stip hebben we het ?

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.