Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Mediprudentie: ook voor en door bedrijfsarts

Jurriaan Blekemolen
Mediprudentie is een manier om consensus te bereiken over wat in concrete, individuele situaties volgens de beroepsgroep de juiste beoordeling is. Het bevordert de kwaliteit en transparantie van de verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming en de rechtsgelijkheid en -zekerheid voor cliënten. Er is meer: het 'werken' aan mediprudentie stimuleert verzekeringsartsen van elkaar te leren en elkaar te inspireren tot goed werk.
Heeft een beperkte levensverwachting effect op toekenning IVA?
Sinds enige tijd worden ook bedrijfsartsen bij de mediprudentie betrokken. In de werkgroep Mediprudentie hebben twee bedrijfsartsen zitting. Recent is de eerste mediprudentiecasus – opgesteld door een bedrijfsarts – geaccepteerd. Bedrijfsartsen (in opleiding) kunnen zich aanmelden om toegang te krijgen tot de database via mediprudentie.nvvg.nl/inloggen. De eerste mediprudentiecasus van de bedrijfsarts wordt hier gepresenteerd.

Casus: Is een beperkte levensverwachting reden voor toekenning IVA?

In de huidige casus met een 55- tot 60-jarige vrouw met een diffuus astrocytoom is er sprake van een breed scala aan beperkingen. In het kader van de WIA-beoordeling is besloten tot een herbeoordeling over een jaar. In het kader van een bezwaar tegen deze beslissing speelt het volgende. Uit de brief van de behandelend specialist blijkt dat er geen curatieve behandeling mogelijk is. Er is sprake van een beperkte levensverwachting (infauste prognose). De medewerker verklaart dat ze niet meer verwacht haar werk te kunnen hervatten. Dit parallel aan het verzekeringsgeneeskundig protocol darmkanker, waar bij gemetastaseerde ziekte het respect voor inschatting van betrokkene haar eigen mogelijkheden maatgevend is voor de belastbaarheid in arbeid. Er werd dus een IVA-uitkering toegekend.

Verzekeringsgeneeskundige rapportage samengevat

Betrokkene is uitgevallen met epilepsie berustend op een diffuus astrocytoom graad II, rechts frontaal. Behandeling middels resectie, radiotherapie en chemotherapie. De kuur is in april 2021 afgerond. De MRI-scan van 25 juni 2021 liet een stabiel beeld zien: er is geen groei, maar ook geen verkleining van de tumor. Betrokkene geeft aan beperkingen te hebben ten aanzien van aandacht, herinneren, handelingstempo, druk, prikkelverwerking, fysieke belasting en energie. Betrokkene is verder nog bekend met status na NSTEMI (hartinfarct).

Bespreking

Conclusie

Cliënt komt in aanmerking voor een IVA omdat er door het ontbreken van een curatieve behandeling en beperkte overleving sprake is van een infauste prognose. Daarbij vindt betrokkene dat ze niet meer kan werken.

Inleiding

Er bestaan ten aanzien van de claimbeoordeling van mensen met een beperkte levensverwachting geen eenduidige richtlijnen. Dit is terug te vinden in Visie van verzekeringsartsen op de claimbeoordeling van mensen met een beperkte levensverwachting, TBV 10/2018. Meer recent is er in 2021 een artikel gepubliceerd met de titel Mensen met een beperkte levensverwachting door kanker. Voor verzekeringsartsen kunnen overwegingen vanuit morele waarden een nuttig hulpmiddel zijn, maar ze leiden niet vanzelfsprekend tot meer consensus. Door de verschillende ethische gezichtspunten en daarbij behorende morele waarden te onderzoeken – en op basis daarvan te argumenteren – zal de verzekeringsarts het verzekeringsgeneeskundig oordeel steviger kunnen onderbouwen.

Beschouwing

Uiteraard kun je de opvatting hebben dat er over een jaar gekeken moet worden naar de duurzaamheid van deze situatie, maar feitelijk weet je dat nu al. Het is zeer onwaarschijnlijk dat betrokkene weer gaat re-integreren en zodra ze een recidief heeft, zal haar situatie alleen maar verslechteren.
Op basis van deze redenering is er nu al sprake van een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid en een dergelijke uitkomst zou voor betrokkene ook een meer empatische beoordeling zijn dan haar een jaar in onzekerheid te laten verkeren.
Op basis van dit bezwaar is er een hoorzitting gehouden, waarin betrokkene heeft verklaard dat ze op grond van haar zeer marginale belastbaarheid haar werk niet meer zal kunnen hervatten.
Er is een intercollegiale toetsing gedaan met drie verzekeringsartsen bezwaar & beroep en een stafverzekeringsarts bezwaar & beroep.
Consensus hierbij is dat bij betrokkene wel een IVA-uitkering per datum in geding aan de orde is omdat:
Goed om expliciet te vragen naar opvatting van betrokkene zelf
1. Na mogelijke verbetering zal in de komende maanden een breed scala aan beperkingen blijven bestaan.
2. Uit de brief van de behandelend neuroloog blijkt dat er geen curatieve behandeling is en dat daarmee de levensverwachting slecht is.
3. Betrokkene heeft een beperkte levensverwachting per datum in geding. Uit informatie op kanker.nl blijkt het volgende (zie grafiek).

4. Niet alleen gemachtigde van werkgever maar ook betrokkene zelf vindt dat ze niet meer in werk zal kunnen hervatten, zo blijkt uit het verslag van de hoorzitting. De parallel kan worden gemaakt met de inschatting van betrokkene van haar mogelijkheden, die maatgevend is voor de belastbaarheid in arbeid.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-022-2009-2/MediaObjects/12498_2022_2009_Fig2_HTML.jpg

Discussie en reflectie

Indien er medewerkers met een beperkte levensverwachting voor een WIA-beoordeling in aanmerking komen, is het van belang om duidelijkheid te hebben van de behandelaar over de onmogelijkheden van een curatieve behandeling en de resultaten van de behandeling tot nu toe. Daarnaast is het belangrijk om expliciet te vragen naar de opvatting van betrokkene over de verwachting over weer in werk te kunnen hervatten. Als deze verwachting er niet is moet uitgegaan worden van een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.

Noot: twee cohorten in overlevingscurve

Er kunnen twee ‘cohorten’ in de overlevingscurve worden onderscheiden. Een cohort waarin de betrokkene een grote kans heeft om binnen twee jaar te overlijden en een cohort waarin de betrokkene na twee jaar een veel kleinere kans heeft om te overlijden.
Helaas zijn de twee cohorten niet van elkaar te onderscheiden. Een conclusie die uit de overlevingscurve kan worden getrokken is dat de overlevingscurve op zichzelf een onvoldoende reden is voor een verkorte wachttijd. Wel is de overlevingscurve na twee jaar een reden om een statisch en verslechterend ziektebeeld aannemelijk te vinden.
Een laaggradige hersentumor groeit diffuus door de hersenen heen en kan praktisch niet geheel verwijderd worden. Dit is verenigbaar met de overlevingscurve. De tumor verspreidt zich door het brein en op enig moment is een decompressie van de tumor weer noodzakelijk. Er moet door de betrokkene met een tijdbom in het hoofd worden geleefd. Net als bij het gemetastaseerde mammacarcinoom wordt de wil van de betrokkene gerespecteerd en kan dit ook verzekeringsgeneeskundig worden toegepast op de laaggradige hersentumoren.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.