Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Onderzoek ontmoet praktijk. Verslag van de Academiseringsdag Arbeid en Gezondheid

Wim Otto
Na drie jaar van lockdowns vond op woensdagmiddag 2 november de 11e Academiseringsdag Arbeid en Gezondheid plaats op de vertrouwde plek: het Atrium in de Medische Faculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Ik ga er altijd graag naar toe. Niet alleen omdat je in kort bestek veel informatie krijgt over lopend onderzoek op ons vakgebied, maar ook omdat het voor mij een soort thuiskomen is. Bijna 40 jaar geleden kreeg ik in dezelfde zaal mijn artsenbul uitgereikt en tijdens mijn studietijd maakte ik daar als faculteitsbestuurslid vele faculteitsraadvergaderingen mee. Thema dit jaar was ‘Onderzoek ontmoet praktijk’. Dat lijkt een beetje vreemd, want al jaren is hét kenmerk van deze dag dat gewerkt wordt met duopresentaties: de onderzoeker wordt geflankeerd door iemand uit de praktijk die ingaat op de praktische betekenis van het onderzoek. Maar inmiddels is mij duidelijk dat de organisatoren er ook letterlijk aan wilden refereren dat het nu weer mogelijk is elkaar fysiek te ontmoeten. Een collega vertrouwde mij overigens toe dat hij vond dat de relevantie van het gepresenteerde onderzoek was toegenomen, nu dat steeds uitdrukkelijker gericht is op de uitvoeringspraktijk.

Mentale vitaliteit

Dagvoorzitter Han Anema trapte af met flink wat informatie en memoreerde dat tijdens de coronaperiode de samenvoeging van de afdelingen sociale geneeskunde en het Coronel Instituut van beide Amsterdamse universiteiten zijn beslag heeft gekregen en dat de afdelingen binnenkort ook feitelijk zullen worden samengevoegd op de VU-locatie.

Datagedreven, evidencebased en geprotocolleerd

werken in de arbozorg en het sociale domein

Een belangrijke ontwikkeling is de start van het project Vital@Work op 2 december 2022, waarvoor Amsterdam UMC een stevige subsidie heeft gekregen. De resultaten van dit omvangrijke onderzoek moeten bijdragen aan het vergroten van de mentale vitaliteit van de beroepsbevolking. Dat dit nodig is laten de cijfers zien. Werkstress is in 35% van de gevallen de reden van verzuim in Nederland. Maar liefst 1,3 miljoen mensen hebben jaarlijks te maken met een burn-out, onder wie zo’n 15% jongeren. Maar er is een misschien nog veel belangrijker probleem. Van de uitkeringsgerechtigden (niet werkenden) maakt maar liefst 31% gebruik van de GGZ, tegenover 8,9% van de werkenden. De GGZ-kosten zijn voor de groep uitkeringsgerechtigden negenmaal zo hoog als voor de werkenden. Dat heeft ermee te maken dat ernstige psychische problemen bij de eerste groep veel vaker voorkomen. De flink gevulde zaal kreeg drie duopresentaties voorgeschoteld. Het betrof steeds onderzoek in samenwerking met een van de partners van de Academische Werkplaats: Arbo Unie, UWV Werkbedrijf en de gemeente Amsterdam.

Dreigend langdurig verzuim

Het verhaal van de Arbo Unie ging over het gebruik van ‘big data’ in de verleende arbozorg. De noodzaak daartoe werd benadrukt door te wijzen op de toenemende schaarste aan onder andere personeel. Dat vereist een efficiënte aanpak met gebruik van kennis op basis van een grote hoeveelheid gegevens. Met maar liefst 1,2 miljoen werknemers uit 12.000 bedrijven in de database beschikt Arbo Unie over heel veel gegevens. Op grond van een analyse van die gegevens heeft Arbo Unie een zestal ‘herstelpaden’ ontwikkeld voor verschillende typen aandoeningen. Toekomstig onderzoek richt zich op de kosteneffectiviteit van die paden. Als voorbeeld werd een onderzoek genoemd naar de aanpak bij rugklachten. Het gemiddelde ziekteverzuim is 129 dagen en de gemiddelde kosten voor de werkgever ruim € 16.000. Los van de diagnose wordt cliënten op dag 4 van het verzuim gevraagd een gevalideerde vragenlijst met 12 vragen in te vullen. Die screent met een validiteit van 94% op dreigend langdurig verzuim. In dat geval wordt snel een beoordeling ingezet. Bij rugklachten heeft deze aanpak geleid tot 30 dagen korter verzuim en 25% minder WIA-aanvragen.

Re-integratiebelemmerende en -bevorderende factoren

In samenwerking met UWV Werkbedrijf is een tool ontwikkeld om passende en evidencebased WIA-WGA-dienstverlening te kunnen bieden. Doel is om meer methodisch en evidencebased te kunnen werken. Aan de hand van een Delphi studie werden 32 re-integratiebelemmerende en -bevorderende factoren in kaart gebracht. Slechts drie hadden betrekking op de gezondheid en met een aantal van negen waren omgevingsfactoren topscorer. Het werken met het daarop ontwikkelde instrument liet meer overeenkomst zien met de gouden standaard dan wanneer het niet werd gebruikt. Echter, In een haalbaarheidsstudie was sprake van een respons van 36 op 54 van de aangezochte cliënten. Uiteindelijk doorliep een minderheid het hele protocol. Ook was het vertrouwen bij de professionals over de inzet van het instrument niet groter geworden. Nochtans bleken de professionals in het algemeen het instrument wel te gebruiken. Daarbij speelde de enorme tijdwinst bij het gebruik ervan zeker een rol. Bovendien bleken zij beter te motiveren waarom zij in bepaalde situaties afweken van het gebruik ervan.

Individuele plaatsing en steun

De laatste duopresentatie betrof een vergelijkend onderzoek naar de toepassing van IPS (individuele plaatsing en steun) en/of PA (participatieve aanpak) als vormen van begeleiding naar werk van klanten met een arbeidsbeperking van de gemeente Amsterdam. Arbeidsbeperking is gedefinieerd als ‘niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen’. Het onderzoek verkeert nog in een stadium dat er geen resultaten over effectiviteit konden worden gepresenteerd. Wel kon worden vermeld dat van de 120 deelnemende klanten in dit gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoek met een follow-up van twee jaar geen enkele klant hoefde te worden uitgesloten en dat de ‘modeltrouw’ voor IPS redelijk was – de zestien deelnemende jobcoaches wisten zich redelijk goed te houden aan de vorm van begeleiding die in het kader van dit onderzoek was toegekend. Een hobbel die met veel creativiteit bleek te zijn genomen was ‘corona’: onderzoeker en klant die samen op een bankje in het park, op anderhalve meter afstand, een vragenlijst doornemen. En natuurlijk kostte ook het plaatsen van mensen veel meer moeite tijdens de lockdowns. Wie geïnteresseerd is in de onderzoeksresultaten is welkom op de slotconferentie van dit project op 21 maart 2023.

Paneldiscussie

De middag werd afgesloten met een paneldiscussie aan de hand van een drietal stellingen. 80% van de aanwezigen was van mening dat het gebruik van big data een zonnige toekomst tegemoet gaat. Wel werd gewaarschuwd voor mogelijke ethische belemmeringen. In hoeverre zijn professionals bereid evidence based ontwikkelde instrumenten te gebruiken, ook als die niet in hun straatje passen? 66% van de deelnemers dacht dat die bereidheid er wel is, maar uit een eerder verricht promotieonderzoek was gebleken dat die bereidheid niet zo groot is. Vaak ontbreekt het vertrouwen in onderzoeksresultaten. Om dit vertrouwen op te bouwen zou je het gebruik ervan in een intervisiegroep kunnen oefenen en zo de twijfels daaromtrent kunnen bespreken. Zo kun je het gebruik van een instrument bevorderen, terwijl de professional de mogelijkheid behoudt om zich steeds weer af te vragen of het instrument bij deze cliënt in zijn context onverkort van toepassing is.

De dagvoorzitter besloot de bijeenkomst met het uitspreken van de hoop dat wij elkaar volgend jaar opnieuw in deze setting kunnen ontmoeten.

 

 

 

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.