Ongeveer een vijfde van de totale groep migranten van 25 tot 65 jaar in Nederland zou volgens de adviesraad aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Het gaat om een arbeidspotentieel van zo’n 330.000 mensen, circa 3% van de totale werkzame bevolking. Het beter benutten van dit arbeidspotentieel levert volgens de adviesraad brede maatschappelijke winst op. Het onbenutte arbeidspotentieel verschilt sterk tussen groepen migranten, naar leeftijd, sekse, migratiemotief en herkomstland. Het is het grootst onder migranten van 45 jaar en ouder, vrouwen en asiel- en gezinsmigranten (van buiten de EU). Het onbenutte arbeidspotentieel van migranten is bepaald door hun arbeidsdeelname te vergelijken met die van Nederlanders zonder migratieachtergrond van dezelfde leeftijd en sekse. Vrijwel de helft van het totale onbenutte potentieel bestaat uit asielmigranten en Oekraïense ontheemden en hun gezinsleden. Als we het onbenutte arbeidspotentieel naar herkomstland bekijken is bijna 40% afkomstig uit drie landen: Turkije, Marokko en Syrië. Klik hier voor meer informatie.
Asielzoekers en vooral vrouwelijke migranten: een schat aan onbenut arbeidspotentieel
Wanneer migranten net zo veel zouden werken als Nederlanders, zou dat 330 duizend werkenden extra opleveren, zo blijkt uit onderzoek van de Adviesraad Migratie. Het aantal staat gelijk aan maar liefst driekwart van de openstaande vacatures.