Jack van der Gragt heeft een bijzondere carrière: hij komt uit een bouwfamilie, deed diverse opleidingen - waaronder fysiotherapie en bewegingswetenschappen - werkte als fysiotherapeut en als ethisch hacker. Op zijn 33ste startte hij zijn studie geneeskunde en nu is hij alweer zes jaar bedrijfsarts.
Foto: Jack van der Gragt
Jack van der Gragt heeft een bijzondere carrière: hij komt uit een bouwfamilie, deed diverse opleidingen – waaronder fysiotherapie en bewegingswetenschappen – werkte als fysiotherapeut en als ethisch hacker. Op zijn 33ste startte hij zijn studie geneeskunde en nu is hij alweer zes jaar bedrijfsarts.Hij werkt bij Volandis (kennis- en adviescentrum voor de bouw- en infrasector), verzorgt de opleiding tot bouwarts en doet daarnaast promotieonderzoek aan het Amsterdam UMC. ‘Voor anderen lijkt het een bobsleebaan, voor mij was het een rechte lijn. Ik weet niet waar de lijn naartoe gaat – als het maar leuk is.’
Jack van der Gragt (rechts) naast zijn broer, in zijn natuurlijke habitat: op de bouwplaats.
Toen Jack in de IT-sector werkte, had hij al oog voor preventie. Bij het bedrijf waar hij werkte, leerde hij veel over de menselijke kant, de psychologie van teams en risico’s in organisaties. ‘Ik zag dat als je goed met je mensen omgaat en risico’s op tijd signaleert, dat je veel problemen kunt voorkomen.’ Hij zag het positieve effect van de vakman meer autonomie geven: ‘Als de pijn niet op de juiste plek voelbaar is, dan gaan de juiste mensen niet rennen. Je gaat problemen sneller herstellen als je er zelf last van hebt.’
Ook kwam Jack in aanraking met bedrijfsartsen. ‘Ik zag dat zij een prachtige positie hebben in een bedrijf. Zij kunnen aan de voorkant sleutelen.’ Hij besloot geneeskunde te studeren om zelf bedrijfsarts te worden.
De bouwplaats op
Het was niet onverwacht dat Jack werd aangetrokken tot de bouwsector: ‘Het bewegingsapparaat is mijn hobby en ik kom uit een bouwfamilie. Mijn broer is timmerman en ik weet, de ene timmerman is de andere niet. Dus je moet echt gaan kijken op de bouwplaats wat iemand doet.’
Jack werkt nu ongeveer zes jaar voor Volandis. Hij doet daar van alles: hij verzorgt de opleiding tot bouwarts, verbetert en innoveert PAGO’s (periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek), zoals screening voor slaapapneu en screening op huidkanker met behulp van AI.
Hij is heel blij met de ontwikkeling van een preventiezorgportaal voor bouwvakkers, dat data combineert over risicoblootstelling, aandoeningen en beperkingen. Dit moet leiden tot vroegsignalering en geautomatiseerde adviezen. Hoe gaat dat precies? ‘Je krijgt een timmerman op je spreekuur en je ziet relevante informatie in je scherm, zoals de arbeidsrisico’s. Je doet onderzoek en stelt een diagnose, bijvoorbeeld knie-artrose. Vervolgens krijg je automatisch een advies voor die persoon, met bronnen vanuit het Amsterdam UMC, vanuit de NVAB-richtlijnen. Dan ga je kijken, hoe kunnen we de belastbaarheid verhogen of hoe kunnen we de belasting verlagen?’
Preventie is in deze sector goed georganiseerd: ‘Elk bouwbedrijf dat is aangesloten bij de cao draagt financieel bij. Dat zorgt voor een groot budget voor preventiezorg, waar onder meer PAGO’s, GPO’s (gerichte periodieke onderzoeken, zoals naar asbestblootstelling), psychologische zorg en werkplekbezoeken van betaald worden.’
‘Als je risico’s op tijd signaleert kun je veel problemen voorkomen’
Verzuim is stuurinformatie
Jack doet nu geen verzuimspreekuren en dat vindt hij jammer. ‘De ideale situatie is zowel PAGO’s als verzuimspreekuren doen: dan heb je zicht op de gezonde en de verzuimende werknemers. Zo kun je beter adviseren om risico’s te mitigeren. Verzuim is nuttig als stuurinformatie, je leert ervan.’
In de praktijk ligt de focus vaak op verzuim en hebben collega’s weinig ervaring met preventie. Is er inderdaad een gebrek aan voorbeelden en fantasie over wat de bedrijfsarts preventief kan doen? ‘Dat is exact waarom we de bouwartsenopleiding zijn gestart, om gereedschap te bieden voor preventiezorg.’ Jack vertelt enthousiast hoe de opleiding artsen onderdompelt in de bouwpraktijk, inclusief bekijken van bouwtekeningen en werkplekbezoeken. ‘Ook laten we artsen zelf ervaren hoe zwaar bepaald werk kan zijn.’
In de opleiding hamert Jack op het belang van een goede arbeidsanamnese. ‘Dat gebeurt wat mij betreft te weinig. Je moet echt een film in je hoofd hebben: wat doet die werknemer precies na zijn kop koffie ‘s morgens? Je moet mee gaan kijken, je moet de bouwplaats op. Alleen dan kan je adviseren en interveniëren om de risico’s te downsizen.’
Gewetenszaak
Volgens Jack is de bedrijfsarts in de eerste plaats een risicomanager. ‘Je kunt niet aan preventie doen als je wel kennis hebt van ziektes, maar niet van blootstelling. Je moet je specialiseren in de risico’s’, stelt hij. ‘Die ziekte komt ergens vandaan.’
Leidt de specialisatie tot bedrijfsarts daarvoor voldoende op? ‘De opleiding biedt echt veel, maar dan ook veel te weinig op het gebied van preventie. Er moeten tien keer zoveel werkplekbezoeken in, bij allemaal verschillende bedrijven.’ Zouden er subspecialisaties moeten zijn? ‘Ja. Het is goed om je te specialiseren in specifieke risico’s, of het nou fysieke of psychische factoren zijn. Vul je gereedschapskist. Je gaat je meer vakman voelen als je veel kennis hebt van een sector.’
Ten onrechte onderzoeken we blootstelling vaak niet en pakken we niet door: ‘Het is natuurlijk leuk om iemand in de spreekkamer direct steun te bieden. Maar iedereen ziet ook wel eens een ziekmakende omgeving. En dan verzin je redenen om niet in actie te komen, bijvoorbeeld: Ik heb het nummer van de leidinggevende niet. Ik weet het niet zo goed. Ik ben best bang voor mannen in pak met glimmende schoenen. Noem maar op.’ Jack benadrukt: ‘Als jij ziet dat mensen ziek worden door het werk, dan moet je daar iets aan gaan doen. Het moet een gewetenszaak worden.’
‘Een bevlogen bedrijfsarts krijgt veel meer gedaan dan je denkt’
Nieuwsgierigheid, lef en schijt hebben
Wat heeft Jack geholpen in zijn carrière en wat wil hij meegeven aan collega’s? ‘Je moet ongelooflijk nieuwsgierig zijn’, benadrukt hij. ‘Een deel van mijn motivatie komt voort uit mijn vermogen mij te verplaatsen in de lijdensdruk van mannen in de bouw.’ Daarnaast moet je lef hebben en soms je tanden laten zien: ‘Het krachtenveld is zo sterk en het verdienmodel in de arbowereld zo weerbarstig. Er ligt te veel nadruk op zo veel mogelijk verzuimspreekuren doen.’ Dat leidt soms tot nare situaties: ‘Ik had een kwetsbare cliënt waar ik zelf extra tijd voor had gepland. Die tijd werd vervolgens door de accountmanager ingekort, zodat ik – in zijn woorden – nog even een kleine probleemanalyse kon doen.’ Dat ging Jack echt te ver: ‘Ik vind dat moderne slavernij. Ik ben geen probleemanalysepoeper. Het is mijn agenda.’ Hij raadt aan om niet bang te zijn voor je werkgever: ‘Soms moet je zeggen: ik heb dit nodig om mijn werk goed te kunnen doen.’
Let op je eigen werkvermogen
Zelfs tijdens ons gesprek geeft Jack preventief advies: ‘Je moet je eigen werkvreugde faciliteren, anders raak je je creativiteit kwijt. Dan daalt je werkvermogen als een dolle en dat is echt niet gezond.’
Hoe blijf je bevlogen? ‘Zorg dat je bij een bedrijf werkt dat bij je past. Vraag aan een klant: wanneer vind je dat een bedrijfsarts zijn werk goed doet? Als het antwoord bijvoorbeeld is: als hij dossiers goed UWV-proof maakt, dan weet je genoeg.’ Jack voegt eraan toe: ‘Een bevlogen bedrijfsarts kan veel meer gedaan krijgen dan je denkt.’
▶ Erik Rodrigues Pereira is bedrijfsarts bij De Nieuwe Arts. Hij interviewt collega’s over hun preventief handelen voor TBV-online, Amsterdam. Contact: e.pereira@denieuwearts.nl