Home Tijdschrift Pagina 4

Tijdschrift

Belastbaarheid/beoordeling; IZP FML

Adequate beoordeling van long covid

Inmiddels is bekend dat covid-19 kan leiden tot langdurige klachten met forse beperkingen. Deze zijn niet altijd makkelijk te objectiveren of feitelijke informatie ontbreekt. Ontwikkeling van een leidraad van moeilijk objectiveerbare klachten voor de bedrijfsgeneeskundige en verzekeringsgeneeskundige praktijk is wenselijk om zo tot een adequate beoordeling van de belastbaarheid van long-covidpatiënten te komen.
Psychische aandoeningen

Het verschil maken met BAT en 4DKL

Werkgerelateerde psychische klachten komen veel voor in Nederland. Zo blijkt uit de jongste cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA1) dat 16 procent van de Nederlandse werknemers burn-outklachten heeft. Omgerekend gaat het om ongeveer 1,3 miljoen werknemers. Bovendien valt sinds 2007 een lichte maar gestage stijging waar te nemen, in dat jaar had namelijk ‘slechts’ 13 procent last van dit soort klachten.2
Psychische aandoeningen

‘We weten genoeg over burn-out: aan de slag met preventie’

Karen Nieuwenhuijsen is senior onderzoeker bij het Coronel Instituut van de afdeling Public and Occupational Health van het Amsterdam UMC. Al sinds haar promotie in 2004 verricht zij onderzoek naar de relatie tussen psychische klachten en arbeid, waaronder terugkeer in werk. Daarnaast deed zij veel research op dit gebied binnen de gezondheidszorg. Dit interview gaat dieper in op wat dit onderzoek opleverde en wat men ervan heeft geleerd. Ook belicht het burn-out in ‘coronatijd’.

Kanteltafeltest doet appel op mij als zorgprofessional

Net nadat je met veel inspanning een verzekeringsgeneeskundige beoordeling op papier hebt gezet, komt er nog spontaan specialistische informatie binnen. Tot overmaat van ramp gaat deze over zaken waar je maar beperkte weet van hebt. Bovendien worden er leefadviezen gegeven die nauwelijks te verenigen zijn met de opgestelde mogelijkhedenlijst voor arbeid. De neiging ontstaat om de informatie te beoordelen als ‘geen nieuwe gezichtspunten’ en voor gezien te tekenen. Resoluut stel je dat het mandaat om de mogelijkheden voor arbeid te bepalen, bij de verzekeringsarts ligt. Maar loopt de lijn tussen verzekeringsarts en informatieverstrekker wel zo scherp? En kunnen we niet beter eerst tot 10 tellen?

Inzichten in klinische burn-out

Burn-out is een veelvoorkomende oorzaak van ziekmelding onder de beroepsbevolking. Het artikel van Arno van Dam geeft een overzicht van verschillende inzichten, diagnostiek, pathogenese en behandeling van de klinische burn-out.

Menselijke maat

Wordt 2022 het jaar van de menselijke maat? Dat vraag ik mij zo langzamerhand af nu de roep daarom steeds luider lijkt te klinken naarmate meer misstanden bij uitvoeringsorganisaties aan het licht komen. Wet- en regelgeving zijn te rigide en uitvoerders passen de regels zonder aanzien des persoons toe. Wat mij tijdens de discussie daarover meermaals te binnen schoot is het beeld uit de beginjaren van mijn carrière als verzekeringsarts. In de wandelgangen werd natuurlijk wel eens over elkaars werkwijze gesproken en daarbij viel af en toe de opmerking: ‘hij heeft weer voor sinterklaas gespeeld’. Daarbij kon het om een uitkering of om voorzieningen gaan. Wat was er aan de hand? Als verzekeringsartsen – en dat geldt in mijn opinie ook voor bedrijfsartsen – werken we in een krachtenveld. Aan de ene kant de individuele cliënt, aan de andere kant het collectief belang of het werkgeversbelang. En vaak spelen ook nog andere belangen die wij in het oog moeten houden. Die belangen zijn of lijken vaak tegenstrijdig. Dat geldt in elk geval voor het financiële belang. Als het toekennen van een claim leidt tot een uitkering of loondoorbetaling kost dat de maatschappij of de werkgever geld. ‘Gaan wij te makkelijk mee in de claim van de cliënt dan spelen we voor sinterklaas’ Gaan wij te makkelijk mee in de claim van de cliënt dan spelen we voor sinterklaas: we delen een cadeautje uit op kosten van een ander. En dat is precies waar ik mij zorgen om maak. Dat de menselijkemaat-discussie maar één kant op gaat. De kant van het toekennen van een claim, zodra de professional vindt dat de uitkomst van zijn handelen niet de bedoeling van de wetgever kan zijn en hij dus de cliënt tegemoet moet komen in zijn claim. Vrij baan voor het opzijzetten van niet alleen wet- en regelgeving, maar ook van de professionele standaarden als het zo uitkomt. Terwijl die standaarden er nu juist voor zijn bedoeld om een nadere invulling te geven aan de wet- en regelgeving vanuit de vakkennis, kunde en verantwoordelijkheid (zorg voor de cliënt!) van de professional. Die standaarden creëren het professionele kader waarbinnen wij ons werk kunnen en moeten doen. Het is mijn overtuiging dat we daarmee een middel hebben om rechtvaardig te werk te gaan. Door volgens de standaard te werken houden wij al op een evenwichtige manier rekening met alle belangen die een rol spelen. Niet voor niets biedt een professionele standaard altijd de mogelijkheid om beargumenteerd af te wijken. Daarmee wordt niet bedoeld het vage en tot nu toe niet geoperationaliseerde menselijke-maat-argument. Daarmee wordt wel bedoeld dat wij op grond van onze professionele normen uitleggen waarom op de situatie van de cliënt de standaard niet zonder meer van toepassing is en wat wel een verantwoorde handelwijze is. De ervaring leert dat juist in dit soort situaties onderling overleg tussen professionals tot een meer afgewogen oordeel kan leiden. En als ‘men’ dan vindt dat desondanks ons professioneel handelen te vaak en in te grote mate tot ‘onmenselijke’ uitkomsten leidt, dan lijkt mij de wetgever aan zet en niet de professional die het toverstokje van de menselijke maat tevoorschijn haalt. De boodschap voor 2022: zorg dat u een goede professional blijft, dat uw kennis op peil is en dat u uw oor regelmatig bij collega’s te luisteren legt, zeker bij lastige afwegingen. Ik wens u alle goeds en vooral een ‘normaler’ 2022 toe. Wim Otto
Belastbaarheid/beoordeling; IZP FML

BAR: een nieuw instrument?

Deze TBV-editie wordt voor een groot deel in beslag genomen door artikelen behorend bij de BAR-special. Zelfs het coverbeeld hebben we erop uitgezocht… Dit is geen verlate nieuwjaarstoast: hier wordt een nieuw instrument bereid en vervolgens in de special in allerlei smaken uitgeserveerd. Alvast een paar dingen om rekening mee te houden: • de BAR is in veel opzichten niet nieuw • de BAR is nog niet af – binnenkort gaat de doorontwikkeling van start • we weten nog niet of het gebruik van de BAR onze cliënten ten goede komt • de BAR staat of valt met overleg en afstemming tussen de gebruikers.

Van sentimenten naar samenwerking

Begin 2018 heb ik de overstap gemaakt vanuit het ziekenhuis naar de bedrijfsgeneeskunde. Ik wilde mijn focus verleggen van ziekte en gezondheid naar de consequenties hiervan. Niet alleen in de zin van klachten en beperkingen, maar ook voor de maatschappelijke positie en financiële slagkracht van een patiënt.

BAR 1.0: een goede start

De eerste versie van de Beschrijving Arbeidsbelastbaarheid & Re-integratie (BAR) is een feit. Bij de totstandkoming van BAR 1.0 was onder meer een expertgroep betrokken van twaalf bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen. Vier van hen (zie kader) geven hun mening over het geboekte resultaat en vertellen waarom doorontwikkeling nodig is om van de BAR een succes te maken.
Belastbaarheid/beoordeling; IZP FML

Oordelen over de belastbaarheid van de werknemer

De bedrijfsarts (BA) en verzekeringsarts (VA) oordelen beiden over de belastbaarheid van de werknemer, maar doen dit vanuit een verschillend beoordelingskader. Toch gebruiken zij hiervoor gelijksoortige instrumenten. In deze dossierstudie wordt van 102 cases de mate van overeenstemming bepaald tussen de beoordeling door de BA (voor het Actueel Oordeel in een IZP of gelijksoortig instrument) en de beoordeling door de VA (voor de WIA-claimbeoordeling in een FML).
Nieuwsbrief