Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Beetje meer bonobo

Tjalling Hon
Tjalling Hon (pseudoniem) is bedrijfsarts niet-praktiserend en ervaringsdeskundige op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Hij schrijft blogs voor TBV-online, deze keer over een aimabele leidinggevende die de laatste maanden van zijn leven graag wil blijven werken.

‘Loopt u hard?’, vraagt de slanke man, terwijl hij kwiek de spreekkamer in wandelt. Verrast schud ik mijn hoofd. Bezorgd kijkt de fit ogende 60-plusser mij aan. ’U loopt moeilijk. Heeft u misschien iets opgelopen?. Oh, excuus. Deze vraag is ongepast. Het is de bedoeling dat u mij vragen stelt over mijn gezondheid, niet andersom’. ‘Nee, geeft niet. Ben herstellende van een infectie’, antwoord ik glimlachend.

‘Mijn werk, ja. Ik ben leidinggevende van een klein team. We noemen onszelf de “Willie Wortels”. We informeren en adviseren de directie over nieuwe producten en ontwikkelingen in de energietransitie. Maken ook toekomstscenario’s. Zoals over de energiebehoefte over tien jaar en de middelen die daarvoor nodig zijn. Belangrijk voor onze organisatie. In mijn functie heb ik veel regelvrijheid. Sinds kort kunnen we ook thuiswerken en video-vergaderen. Scheelt reizen en CO2-uitstoot.’

‘Hoe mijn gezondheid is? Drie weken geleden liep ik een halve marathon. Ging moeizaam. Voelde me na afloop niet lekker. En thuis hoestte ik een streepje bloed op. Mijn vriendin stuurde me meteen naar de huisarts. Die liet een longfoto maken waarop vlekjes te zien waren. Ik werd onmiddellijk verwezen naar het universitair centrum. Er zijn uitzaaiingen en de vooruitzichten lijken slecht. Hoor volgende week het behandelplan. Maar ik ga niet tot het uiterste met behandelen. Niet alleen de lengte, maar ook de kwaliteit van leven vind ik belangrijk. Ik blijf werken en ga niet thuiszitten met de boodschap: “ga nog leuke dingen doen”. Sorry, nou zit ik u weer te sturen. Ach, het is gewoon klote allemaal’.

Het wordt stil in de spreekkamer. Vrolijk geroep van jonge kinderen zwelt buiten aan. Tegelijk kijken we door het raam naar beneden. Terwijl ze slingerend verder fietsen, zwaaien de kinderen naar ons. We zwaaien terug. Normaal is de vitrage voor het grote spreekkamerraam gesloten. De leidinggevende verbreekt de stilte. ‘Ik heb geen kinderen. Mijn vriendin wel. Twee jongens. Volwassen en het huis al uit. Mijn ex-vrouw had een kinderwens. Ja, een factor in onze scheiding’.

‘Weet u, het is mijn eigen schuld. Ben jong begonnen met roken. Was 15 jaar. Mijn lieve ouders rookten niet. Maar ik was een lastige puber, zette me flink af. Rookte ook jointjes en spijbelde regelmatig. Ik heb m’n ouders de nodige grijze haren bezorgd in die tijd. Uiteindelijk ben ik prima terecht gekomen. Natuur- en bedrijfskunde gestudeerd. Mooie banen en materieel een goed leven. Ongeveer tien jaar geleden ben ik gestopt met roken en meer gaan sporten. Alleen tijdens mijn scheiding weer begonnen met de sigaretten. Ja, heel menselijk en dom.

‘Via de hardlooptraining leerde ik mijn huidige vriendin kennen. Maar wanneer we samen renden ‘sjokte’ ik achter haar aan. En toen kreeg ik van haar de keuze: ‘of je sigaretten gaan weg, of ik ga weg. Ja, zij is duidelijk. Dus ben ik drie jaar geleden met de nodige hulp definitief gestopt.’

‘Werkt u op dit moment nog?’, vraag ik. ‘Ja, volledig en dat lukt. Mijn bazin denkt hier genuanceerder over. En terecht. Zij wil graag een werkadvies van u’. De leidinggevende glimlacht kort. ‘Dan stel ik voor om eerst het behandelvoorstel af te wachten en daarna elkaar snel te spreken voor het advies,’ zeg ik met een vriendelijke knik.
‘Genezing is niet meer mogelijk’. Anderhalve week later kijkt de leidinggevende mij berustend aan. ‘Ik krijg alleen palliatieve behandeling met bestraling, mildere chemo en pijnbestrijding op maat. Ik ga meer thuiswerken met videobellen en dan max 50 procent draaien, zolang het gaat. Voor de veiligheid rijdt een collega mij naar het werk. Volgens de artsen heb ik door het sporten nog een behoorlijk goede conditie. We zullen zien hoe het loopt.’

‘Oh ja. Ik hoorde in de wandelgangen dat u, net als ik, mensapen interessant vindt. Wist u dat primaten veel minder vaak kanker krijgen dan mensen? Natuurlijk, chimpansees en bonobo’s en zo roken niet. En veel primaten zijn vegetariër. Maar dan nog. Waarom minder? Dat weten we niet’. Mijn schuddende hoofd en verbaasde blik over de bijzondere wending van het gesprek maken de leidinggevende aan het lachen.

‘Bij bonobo’s zijn vrouwtjes de baas. Conflicten lossen ze op door met elkaar te vrijen. Ze zijn vreedzaam en erg promiscue. De moeders vrijen alleen niet met hun zoons. Doden doen ze zelden. Het is een bedreigde diersoort. Natuurlijke vijand: wij. Beetje meer ‘bonobo’ zou goed zijn voor de mens. Minder macho en meer ‘macha’. Dan komt het misschien wel in orde met de uitvoering van het klimaatakkoord van Parijs. Weet alleen niet of mijn vriendin die vele wisselende contacten een goed idee gaat vinden’.

Zeven maanden later lees ik de liefdevolle overlijdensadvertentie van de aimabele en bijzondere leidinggevende.

Tjalling Hon, bedrijfsarts niet-praktiserend

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.