Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe hou je werknemers in een kwetsbare arbeidspositie gezond en duurzaam inzetbaar?

Jozien Wijkhuijs
Eind januari verdedigde Rosanne Schaap haar proefschrift Sustainable employability of workers in a vulnerable position. Het is een onderzoek naar de rol van werkgevers en arboprofessionals bij het gezond en duurzaam inzetbaar houden van werknemers. Onderdeel van het proefschrift is een onderzoek naar gezondheidsverschillen na het pensioen. ‘Je moet tijdens het werkende leven al gezondheidsverschillen verminderen.’
© Ugur Karakoc / Getty Images / iStock

Rosanne Schaap studeerde Gezondheidswetenschappen, waarna ze een master deed op het gebied van beleid in de gezondheidszorg. Daarna startte ze een promotietraject. Als onderdeel van dit onderzoek ontwikkelde ze de e-learning Grip op Gezondheid, waar TBV-online al eerder over schreef.
Centraal in die e-learning staat de vraag hoe de gezondheid van werkenden met een lagere sociaaleconomische positie en met multiproblematiek kan worden verbeterd. ‘Omdat deze mensen het vaak moeilijk vinden om problemen op te lossen, is het goed als ze daarbij ondersteuning krijgen,’ vertelde Schaap daar toen over. ‘Grip op Gezondheid is een gespreksmethodiek die daarbij moet helpen.’

De methodiek vormt nu het onderwerp van het vierde hoofdstuk van haar proefschrift. ‘Hij staat nog steeds online,’ vertelt ze. ‘Ik heb pas opgevraagd hoeveel mensen de e-learning nu nog volgen en was positief verrast.’ Naast Grip op Gezondheid evalueerde ze ook de training ‘Mentorwijs’ voor leidinggevenden op het gebied van kennis, vaardigheden en houding tegenover werk.

Uitvallen

Het overkoepelende thema van haar proefschrift vat ze als volgt samen: ‘hoe kunnen we de groepen die een groter risico lopen om uit te vallen van werk meer ondersteuning bieden?’ Het eerste deel gaat over de effecten van het verlaten van werk voor mensen met een hoge en met een lage sociaaleconomische positie, het tweede over de rol van arboprofessionals bij ondersteunen van werkenden met een lagere sociaaleconomische positie en het derde over de rol van leidinggevenden bij het ondersteunen van werknemers met een beperking.

In haar inleiding schrijft ze: ‘ik wil beginnen met de welbekende zin “werk is gezond.” Mensen met een baan zijn gezonder dan mensen zonder baan. Werk zorg voor inkomen, sociale contacten en is vaak een bron van persoonlijke identiteit, wat resulteert in goede gezondheid. Contrasterend kan werk de gezondheid ook negatief beïnvloeden en andersom; werkloosheid heeft negatieve gevolgen en een slechte gezondheid wordt in verband gebracht met verlies van werk en uitkering.’

Transitie

Voor het hoofdstuk over de effecten van pensionering op gezondheid, deed Schaap een literatuurstudie. ‘We hebben tweeëntwintig studies gevonden, de meeste over de transitie van werk naar pensioen, sommige ook over andere redenen om te stoppen met werk,’ zegt ze. Uit de onderzoeken blijkt dat werknemers met een lagere sociaaleconomische positie meer de negatieve effecten op gezondheid ondervinden en mensen met een hogere sociaaleconomische positie meer de positieve.’

‘We hebben onder andere gekeken naar mentale gezondheid en naar verschillende gezondheidsgedragingen, zoals gezond eten, roken en sporten. Mensen met een theoretisch beroep krijgen bijvoorbeeld na hun pensioen meer tijd om te bewegen, terwijl mensen met een praktisch beroep misschien tijdens hun werk fysiek bezig waren en dat valt met het pensioen weg.’ Ook is het aantal mensen met mentale klachten bij theoretisch geschoolden hoger, dat is iets dat ook wegvalt als iemand met pensioen gaat. ‘Dan zie je een stijging in hun mentale gezondheid,’ vertelt Schaap.

Ook hebben mensen met een hogere sociaaleconomische positie en theoretische baan vaak een betere financiële positie zodra ze met pensioen gaan, waardoor ze soms ook eerder met pensioen kunnen. ‘Dat is ook een van de verklaringen die ik aangeef in de discussie,’ zegt ze. ‘Mogelijk komen theoretisch geschoolden al vanuit een betere positie, met betere financiële en sociale bronnen om ook echt profiteren van dat pensioen.’

Interventies

Een conclusie van Schaap is dat je bij de groep met een sociaaleconomisch lagere positie juist al tijdens het werk moet inzetten op het verbeteren van de gezondheid. ‘Het lijkt er dus op dat stoppen met werken bij bijvoorbeeld fysieke beroepen niets oplost, je moet tijdens het werkende leven al gezondheidsverschillen verminderen,’ zegt ze. ‘Ook preventie is belangrijk en dat doen we nog te weinig op de werkvloer. Dat komt ook omdat arboprofessionals meer gericht zijn op zieke werknemers en re-integratie.’

De interventies die Schaap heeft ontwikkeld richten zich weliswaar op mensen met een lagere sociaaleconomische positie, maar zijn ook geschikt voor mensen met een hogere sociaaleconomische positie. ‘Die hebben er zeker ook baat bij. Alleen hebben we er bewust voor gekozen om een interventie te ontwikkelen die risicogestuurd is.’ En omdat het vaak gaat om multiproblematiek, is het lastig om iemand alleen op de werkplek te helpen. ‘Ik beveel dan ook aan dat er samenwerking wordt gezocht met professionals buiten het werkdomein. Er lopen initiatieven om te kijken hoe we dat kunnen doen, omdat op dit moment de twee werelden verschillend gefinancierd worden,’ zegt ze. ‘De kosten liggen bij de werkgever en de baten meer bij de publieke gezondheidszorg. Kunnen we de partijen bij elkaar brengen om te kijken hoe dit netjes te verdelen, zodat iedereen er profijt van heeft?’

Ze weet dat veel bedrijfsartsen ook meer aan preventie willen doen, zegt Schaap. ‘Maar die zijn ook gebonden aan contracten. Een manier om dit te veranderen is dan ook om preventie meer vast te leggen in zo’n contract.’ Hier ligt ook een rol voor de wetgever, zegt ze. ‘We kunnen dat met z’n allen vastleggen, om zo de gezondheid tijdens werk, maar ook na het pensioen, te verbeteren.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.