Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Discriminatie en kansenongelijkheid

Joost van der Gulden
Jozien Wijkhuijs
Diederik Wieman
In dit nummer besteden we ruim aandacht aan discriminatie en kansenongelijkheid. Net als in de samenleving als geheel komen beide fenomenen ook voor in werksituaties - tussen werkenden onderling, tussen werkenden en hun cliënt en tussen werkenden en hun werkgever. Gezondheidsverschillen spelen hierbij een rol omdat ze de kans op betaald werk beïnvloeden. Omgekeerd kunnen discriminatie en de gevolgen daarvan tot lichamelijke en psychische klachten leiden.
Vitalii Vodolazskyi/AdobeStock
Burdorf en Schuring beschrijven in dit nummer hoe gezondheidsverschillen en kansenongelijkheid op de arbeidsmarkt samenhangen met opleidingsniveau. Werkenden met een laag opleidingsniveau raken vaker werkloos en arbeidsongeschikt dan werkenden met een middelbaar of hoog opleidingsniveau. Dit komt omdat lageropgeleiden meer gezondheidsproblemen ervaren en vaker een ongezonde leefstijl en belastende arbeidsomstandigheden hebben. Niet alleen arbeidsongeschikten (bij wie je dat verwacht) maar ook werklozen kampen vaker met chronische ziekten dan werkenden, waardoor de terugkeer naar betaald werk bemoeilijkt wordt.
Kansenongelijkheid uit zich al vroeg. Zo beïnvloeden gezondheidsverschillen de kans op betaald werk voor schoolverlaters. De problemen zijn hierbij het grootst voor jongvolwassenen met een lager opleidingsniveau, omdat een groter percentage uit deze groep mentale gezondheidsproblemen ervaart.

Discriminatie leidt tot gezondheidsproblemen

Omgekeerd hebben discriminatie en de gevolgen daarvan ook een nadelig effect op de gezondheid. Dover, Hunger en Major beschrijven directe en indirecte wegen naar gezondheidsschade.1 Uit het onderzoek waarop zij zich baseren, blijkt dat mensen die gediscrimineerd worden minder kans hebben op goed onderwijs en (goed) betaald werk, waardoor ze meer financiële zorgen kennen. Dit maakt het bijvoorbeeld moeilijker om een geschikte woning te vinden. Dergelijke uitsluiting en achterstelling leiden ook tot chronische stress en ongezonde voedingspatronen, roken, alcohol- en drugsgebruik. Er ontstaat zo een kluwen van elkaar versterkende factoren die tot gezondheidsproblemen kan leiden.
Een review van Vargas, Huey en Miranda bevestigt dat discriminatie samengaat met meer psychische klachten.2 In de meeste van de 40 studies die zij selecteerden is daarbij op depressie gelet, maar ook angststoornissen en PTSS komen meer voor. Discriminatie op grond van een combinatie van kenmerken (bijvoorbeeld huidskleur en seksuele voorkeur) vergroot de kans op psychische klachten nog verder. Een hoger risico op suïcide wordt vooral gezien bij discriminatie op grond van seksuele geaardheid.

Discriminatie in de medische wereld

Artsen worden zo op twee manieren met dit onderwerp geconfronteerd. De gezondheidsproblemen van patiënten hebben een nadelig gevolg voor hun sociaal-economische positie en maatschappelijke mogelijkheden, in het bijzonder in het domein van werk en inkomen. Maar discriminatie vergroot ook de kans op lichamelijke en psychische klachten. Het is dus een risicofactor waar bedrijfs- en verzekeringsartsen zeker alert op moeten zijn.
Ook de medische wereld is niet immuun voor deze problematiek. Horton en co-auteurs beschrijven indringend hoe zwarte artsen tijdens hun specialisatie in Amerikaanse ziekenhuizen geconfronteerd worden met racisme en het ongemak van anders-zijn in een systeem waarin witte normen en gedragsregels dominant zijn.3 Het gevoel er niet bij te horen, je niet welkom te voelen, het ontbreken van rolmodellen en het idee voortdurend op je tenen te lopen, leiden tot emotionele en psychische uitputting. Deze uitputting wordt in de literatuur ‘racial battle fatigue‘ genoemd.

Nederland is de VS niet, maar ook hier hebben witte mannen het op veel plaatsen in de zorg nog voor het zeggen. Vrouwen, mensen van kleur en zorgmedewerkers uit andere minderheden zullen geregeld het gevoel hebben zich te moeten aanpassen. Ook zij zullen battle fatigue kennen vanwege de psychologische, emotionele en fysieke spanning waarmee dit gepaard gaat.

Wat staat ons te doen?
Waarschijnlijk is ook op onze eigen werkplek in meer of mindere mate sprake van discriminatie. Sommige lezers herkennen dit misschien omdat ze er zelf slachtoffer van zijn. Voor anderen geldt de vraag wat ze kunnen doen om dit te voorkomen en hoe ze collega’s waar nodig kunnen steunen. Het lastige hierbij is dat discriminatie mogelijk is op tal van gronden. Behalve voor huidskleur en seksuele geaardheid geldt dat bijvoorbeeld voor gender, afkomst, taalgebruik, politieke en religieuze overtuigingen, lichaamsgewicht, conditie en leeftijd. Het vraagt de nodige aandacht en reflectie om beter te herkennen wat er speelt en wat onze eigen rol daarin is. Het is een onderwerp dat zich daarom goed leent voor nadere uitdieping tijdens intervisie of intercollegiale toetsing.
‘Belangrijk om meer oog te krijgen voor complexiteit van discriminatie’
Meer oog krijgen voor de complexiteit en vele verschijningsvormen van discriminatie, is van groot belang. Dit helpt artsen om voldoende alert te zijn tijdens spreekuurcontacten. Verzuim door spanningsklachten, depressie of een angststoornis kan (mede) veroorzaakt zijn door discriminatie in de privé-omgeving of op het werk. Dit komt in veel gevallen alleen aan het licht door hier tactvol naar te informeren. Er bestaat een drempel om het spontaan te melden.
Ook werkgevers, leidinggevenden en hr-mensen kunnen op dit punt blinde vlekken hebben. Het vraagt de nodige tact en een zeker lef om hierover met hen in gesprek te gaan. Jilke Speulman en co-auteurs, Lidewij de Vries en Dionne van der WeidenNoppe, schrijven in dit nummer over discriminatie van LHBTI-werkenden, transpersonen en zwangere vrouwen. Zij noemen de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en verzuimrapportage als instrumenten om problemen rond discriminatie op de werkvloer te onderzoeken en melden. Het sociaal-medisch overleg biedt daarna gelegenheid om samen te verkennen wat er speelt en wat de oplossing kan zijn. Een mogelijkheid is het ontwikkelen van een inclusie- en diversiteitsbeleid. Bijvoorbeeld met hulp van het Landelijk WerkgeversServicepunt van UWV.
Diversiteitsbeleid vraagt om een cultuurverandering en komt niet van de ene op de andere dag tot stand. Maar de gevraagde inspanning levert wel wat op. Marlies Ottink, adviseur op dit gebied, zegt in een interview in dit nummer: ‘Je ziet in inclusieve organisaties dat mensen onderling meer begrip voor elkaar krijgen. En als je bedrijf een afspiegeling van de maatschappij is, straalt dat ook uit naar je dienstverlening en je klanten.’ Dat is toch een wenkend perspectief?
▶ Joost van der Gulden, Jozien Wijkhuijs en Diederik Wieman zijn alle drie redacteur van TBV, Utrecht. Contact: joost.vandergulden@icloud.com

Referenties

1.Dover TL, Hunger JM, Major B. Health consequences of prejudice and discrimination. The Wiley encyclopedia of health psychology. 2020:231-238.

2.Vargas SM, Huey Jr. SJ, Miranda J. A critical review of current evidence on multiple types of discrimination and mental health. Am J Orthopsychiatry. 2020;90(3):374-390.

3.Horton I, Brown K, Ma T-l, Wyatt TR. ‘I have to resist simply to exist’: Black physician trainees’ experiences of professional Resistance. Persp Med Educ. 2025; 14(1): 208–218.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.