Beroepsziekten treden op in een wisselwerking tussen beroepsmatige werkzaamheden en de werkende zelf. Het zijn aandoeningen die in hoofdzaak door het werk zijn veroorzaakt. In de RI&E (risico-inventarisatie & -evaluatie) van een bedrijf of organisatie staan de factoren geregistreerd die bij blootstelling tot gezondheidsschade kunnen leiden. De kansen op bepaalde blootstellingen en vervolgens het ontwikkelen van gezondheidsschade zijn afhankelijk van eigenschappen en achtergronden van de werkende. En de kwaliteit van de arbozorg.
Beroepsziekten zijn ongelijk verdeeld over bedrijfssectoren, zie hiervoor de overzichten in de Arbobalans en die het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) jaarlijks presenteert. In 2023 rapporteert 3,9 procent van de werknemers een incidente beroepsziekte, dat wil zeggen een ziekte die in de afgelopen 12 maanden is ontstaan, hoofdzakelijk veroorzaakt is door het werk en die door een arts is vastgesteld.1 Het NCvB heeft berekend dat psychische beroepsziekten, gevolgd door aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat en aandoeningen door biologische agentia verantwoordelijk zijn voor de hoogste incidentiecijfers per 100.000 werknemers.2
De Arbobalans 2025 toont een ongunstige psychosociale arbeidsbelasting in de zorgsector. In deze sector ervaren werknemers meer stressvol werk, emotioneel zwaar werk en meer ongewenst gedrag. Daarnaast is ook de fysieke belasting relatief hoog. In de landbouw, vervoer, horeca en bouw is vooral de fysieke belasting een risicofactor. Werknemers in deze sectoren hebben, afhankelijk van hun functie, vaker te maken met omgevingsbelasting zoals lawaai en gevaarlijke stoffen en er is vaker sprake van gevaarlijk werk. In het kader hiernaast staan voorbeelden van blootstelling en aandoeningen die als gevolg daarvan kunnen optreden.
De sociaal-economische positie (SEP) is een relevante determinant in het optreden van beroepsziekten. Het incidentiecijfer van beroepsziekten is 2,7 bij een lage SEP ten opzichte van een hogere SEP. Bij werkenden met een lage SEP treden vaker aandoeningen aan het bewegingsstelsel en gehoorschade op. Deze aandoeningen zijn verantwoordelijk voor twee derde van de beroepsziektemeldingen in deze groep. Bij werkenden met een hogere SEP valt vooral de diagnose ‘stress/burnout’ op.3 Beroepsziekten bij werkenden met een hogere SEP zien we vooral in functies met een combinatie van weinig autonomie, emotionele belasting en hoge werkeisen – denk aan sectoren zoals onderwijs, zorg en politie – en onrealistische eisen zoals in zakelijke dienstverlening.
Onderkant arbeidsmarkt
Werkenden met een lage SEP zijn oververtegenwoordigd aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Kenmerken van die onderkant zijn onder meer afhankelijkheid, werkonzekerheid, flexibele contracten en onveilige situaties met kans op blootstelling aan schadelijke stoffen.4 Bovendien is de arbozorg slecht bereikbaar en komen werkgebonden klachten niet of veel te laat onder de aandacht van de bedrijfsarts.
Arbeidsmigranten komen vaak in werk terecht aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ze vormen een kwetsbare groep werkenden, die vaak in de schaduw van reguliere regelingen leeft en werkt. Hun bestaanszekerheid kan bedreigd worden vanwege hun precaire positie.5
Door toenemende flexibilisering van de arbeid wordt de omvang van de onderkant relatief groter. De regelgeving en praktijk rond arbodienstverlening lijkt onvoldoende toegesneden op deze groepen. In het bedrijfsleven bestaat de tendens om de activiteiten die niet tot de ‘corebusiness’ behoren, af te stoten en vervolgens in te huren; zo is sprake van het ‘outsourcen’ van slechte arbeidsomstandigheden. De goede zorg voor arbeidsomstandigheden die grotere bedrijven vaak voor hun vaste personeel hebben, is niet vanzelfsprekend voor de ‘contractors’, vaak kleine ondernemingen met een minder sterk ontwikkeld arbobewustzijn. In deze bedrijven is de arbozorg minder goed ontwikkeld. De wetmatigheid uit de verzorgingssociologie, de ‘inverse care law’, doet zich ook hier voor: bedrijven die de meeste arbozorg nodig hebben, krijgen ze niet en omgekeerd.4 Deze werknemers hebben in principe wel toegang tot arbozorg, maar soms is deze onder de maat, bijvoorbeeld alleen gericht op verzuimcontrole en niet op verbetering van arbeidsomstandigheden.5 Verzuimspreekuren draaien lijkt een makkelijker verdienmodel dan het organiseren van preventieve activiteiten. De Wet verbetering poortwachter wint het van de Arbowet. Aanstaande jonge bedrijfsartsen pleiten voor een verschuiving in de praktijkvoering door preventieve taken meer aandacht te geven in de opleidingseisen en te verplichten als herregistratie-eis.6
Wisselwerking tussen blootstelling en gezondheidsschade
Als de blootstelling in risicovolle omstandigheden niet met bronbestrijding is te reduceren, moeten werkgever en werknemer afspraken maken om ervoor te zorgen dat de werkende niet wordt blootgesteld. Deze afspraken gaan over de organisatie van het werk, de wijze van toezicht en werkmethodes. De werkende met bepaalde kenmerken die daardoor extra gevoelig is voor blootstellingen in het werk, heeft extra aandacht nodig. De Wet medische keuringen verbiedt selectie aan de poort, maar eenmaal in dienst kan een bepaalde persoonlijke kwetsbaarheid aanleiding zijn voor een interventie (secundaire preventie). Op basis van de RI&E kan aan blootgestelde werkenden een adequaat opgezet periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) worden aangeboden.
Voor de individuele begeleiding van werkenden in risicovolle omstandigheden is inzicht nodig in persoonlijke kenmerken van die werkenden. Dat kan een medische aanleg zijn, zoals allergische constitutie. De wijze waarop werkenden omgaan met arbeidsrisico’s, bepaalt de daadwerkelijke blootstelling aan de belastende factor. Let bijvoorbeeld op de werkende met kenmerken van ADHD. Onwetendheid en nonchalance, spanning en werkdruk, en onvoldoende communicatie op de werkvloer zijn hierbij de aandachtspunten. Informatie uit een vragenlijst kan aanleiding zijn voor een consult bij de bedrijfsarts die de relevantie van een individuele kwetsbaarheid nader kan onderzoeken. Praktische voorbeelden: risico op huidkanker voor mensen die buiten werken, gehoorbescherming in beroepen met lawaaiblootstelling en communicatie-eisen, arbeidsrevalidatie bij een disbalans tussen belastingbelastbaarheid. Psychosociale veiligheid en subassertiviteit vormen een aandachtspunt voor werkenden in afhankelijke posities en emotioneel belastende beroepen. Burn-out begint weliswaar vaak bij structurele problemen in een organisatie. Professionele individuele coaching na signalering van beginnende klachten is echter in deze sectoren een niet te onderschatten interventie. PAGO draagt bij aan vroegsignalering. Vele werkenden in risicovolle arbeidsomstandigheden missen echter deze vorm van preventie.
▶ Bas Sorgdrager is bedrijfsarts en redactielid van TBV, Utrecht. Contact: sorgdrager@basbgz.nl
Referenties
1.Van den Heuvel SG, Bouwens L, de Vroome EMM, Arbobalans 2024. 2025 TNO | Leiden.
2.Henk van der Molen, Kerncijfers beroepsziekten: Meldingen van beroepsziekten stijgen 12 procent. TBV 2025, 33(5); 6-8.
3.Henk F. van der Molen, Sanne de Vries, Judith K. Sluiter: Occupational diseases among workers in lower and higher socioeconomic positions. Int. J. Environ. Res. Public Health 2018, 15, 2849; doi:10.3390/ijerph15122849.