Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

‘Met mijn dienstverlening hield ik een verziekt systeem in stand’

Diederik Wieman
Eind februari stopte Ernst Harderwijk als bedrijfsarts voor een grote vracht- en bagage-afhandelaar op de luchthaven Schiphol. Hij levert daarmee een flink percentage van zijn omzet in. Zijn vertrek lost de problemen in de sector niet op, beseft hij. Maar aanblijven ook niet. ‘Er verandert niets aan de zware werkomstandigheden van vracht- en bagagemedewerkers. Doorgaan kon ik voor mijzelf niet langer meer verantwoorden.’
Ernst Harderwijk

Harderwijk kondigde zijn vertrek aan toen hij begin februari werd geïnterviewd door het NOS Journaal. Aanleiding was de rechtszaak om een schadevergoeding die vakbond FNV had aangespannen namens 400 bagagemedewerkers met werkgerelateerde fysieke klachten. In het Journaal vroeg Harderwijk zich af waarom de arbeidsinspectie het werk niet had laten stilleggen. Ook stelde hij dat de omstandigheden na een eerdere uitzending van Nieuwsuur niet zijn verbeterd en dat hij daarom overwoog om zijn contract met een grote bagageafhandelaar op te zeggen.

Boven de Arbonormen

In de genoemde uitzending onthulden NOS en Nieuwsuur dat bagage- en vrachtbedrijven op Schiphol hun personeel werk laten uitvoeren dat boven de Arbonormen ligt. Een deel van de bagage- en vrachtsjouwers kampt door het te zware werk met fysieke problemen. De arbeidsinspectie heeft hier de afgelopen twaalf jaar niet meer op gecontroleerd. De journalisten spraken met betrokken bedrijfsartsen, die waarschuwden dat de helft van het grondpersoneel een beroepsziekte krijgt als er niets verandert. Een van hen was zelfstandig bedrijfsarts en arbeidsrechtjurist Ernst Harderwijk. Harderwijk begon zijn loopbaan als bedrijfsarts vijfentwintig jaar geleden bij wat nu KLM Health Service heet en heeft sindsdien altijd een link gehad met het bedrijfsleven op Schiphol. Zo was hij de afgelopen twintig jaar actief voor een van de zes vracht- en bagageafhandelaars die op de nationale luchthaven actief zijn. Eerst via de arbodiensten waar hij werkte, later als zelfstandig bedrijfsarts.

‘Een vrachtvliegtuig moet je contractueel met zes of zeven man leeghalen, maar in de praktijk werd dat vaak maar door twee of drie man gedaan.’

Belangrijk issue

‘Vorige zomer werd ik benaderd door Nieuwsuur’, zo herinnert hij zich. ‘Mijn naam kwam voor in enkele dossiers, zeiden ze. Of ze daar met mij over van gedachten mochten wisselen. In eerste instantie hield ik het af, maar ik vond het toch een belangrijk issue. Mijn naam kwam inderdaad voor in een aantal dossiers van mensen die afgekeurd waren met fysieke klachten. Klachten die voor een belangrijk gedeelte werkgerelateerd waren. En het sloot bovendien aan bij de zorgen die ik had over de fysieke belasting van werknemers en de toenemende werkdruk. Zorgen die ik in de jaarlijkse verzuimgesprekken en de verzuimrapportage aan de werkgever en de ondernemingsraad kenbaar maakte en waarover ik in discussie was met de directie.’ Hij noemt een voorbeeld. ‘Een vrachtvliegtuig moet je contractueel met zes of zeven man leeghalen, maar in de praktijk werd dat vaak maar door twee of drie man gedaan.’ In zo’n vrachtvliegtuig bevinden zich rollerbanen waarover de zware pallets rollen, wat het laden en lossen vergemakkelijkt. ‘Maar dan moet er geen plastic of andere troep tussen die wieltjes zitten. Want dan werkt het systeem niet. Dan sta je met twee man tegen 4000 kilo aan te duwen.’

Concurrentie

Volgens Harderwijk was de oplossing van het probleem eenvoudig. ‘Ze konden in mijn optiek twee dingen doen: of meer personeel of minder vliegtuigen aannemen.’ De discussies met de directie leidden echter tot weinig veranderingen in de werkomstandigheden. De concurrentie tussen de bagageafhandelaars is moordend en gaat om dubbeltjes per kilogram gewicht. ‘Mijn overwegingen om te stoppen begonnen eigenlijk al ver voor het Nieuwsuur-onderzoek’, zegt Harderwijk. ‘Want wat moet je als bedrijfsarts doen? Aan de ene kant kon ik op individueel niveau echt wat betekenen. Ik kon mensen beschermen door ze uit het werk te houden. Of ervoor zorgen dat ze geen verdere schade opliepen. Ik denk dat dat een heel belangrijke rol is. Aan de andere kant hield ik door mijn dienstverlening ook een verziekt systeem in stand. Als de medewerkers weer voldoende waren hersteld, keerden ze terug in hetzelfde systeem en kregen ze na verloop van tijd weer dezelfde klachten.’

Geen reflectie

Melding maken bij de Arbeidsinspectie had in de optiek van Harderwijk ook weinig zin. Hij wordt hierin bevestigd door het Nieuwsuur onderzoek. Daaruit blijkt dat de Arbeidsinspectie niet reageerde op de meldingen die tussen 2015 en 2020 werden gedaan omdat het niet om zware overtredingen zou gaan. De inspectie zegt nu in een reactie dat naar aanleiding van de Schiphol-kwestie het meldsysteem wordt aangepast. Een melding van medewerkers over fysiek zwaar werk zal in de toekomst zwaarder worden gewogen.

‘Ik ervaarde nul introspectie. Geen reflectie van wat zouden we dan moeten doen of hoe kunnen we het oplossen.’

Vijf jaar geleden stopte Harderwijk al bij de opdrachtgever omdat deze in zee ging met een grote arbodienst. ‘Maar daar kwamen ze vrij snel van terug. Ze vroegen of ik de dienstverlening weer wilde oppakken. Ik heb toen echt serieus nagedacht of ik dat wel wilde.’ Hij keerde terug omdat de opdrachtgever toezeggingen deed over verbetering van de werkomstandigheden. Maar in de praktijk kwam daar weer weinig tot niets van terecht. Toen de NOS vorig jaar in beeld kwam sprak Harderwijk drie keer uitgebreid met de journalisten. Maar nadat het programma werd uitgezonden gebeurde er helemaal niets bij de opdrachtgever van Harderwijk. ‘De dag na de uitzending van Nieuwsuur, begin september, was ik daar weer. En toen bleek driekwart van de afdeling HRM de uitzending niet eens gezien te hebben. Ik sprak er ook met de directeur over en die zei: “We proberen er wel wat mensen bij te krijgen.” Maar ik dacht: het is niet genoeg.

In december ben ik tot de afweging gekomen dat ik moest stoppen. In het opzeggesprek heb ik gezegd dat ik het niet eens ben met de arbeidsomstandigheden en de manier waarop het bedrijf daarmee om gaat. En heel eerlijk gezegd: ik ervaarde op dat moment nul introspectie. Geen reflectie van wat zouden we dan moeten doen of hoe kunnen we het oplossen.’ Het is volgens hem een structureel, zeer lastig op te lossen probleem. De werknemers zijn slachtoffer van de onderlinge concurrentiestrijd waarbij opdrachtgevers tegen zo laag mogelijke kosten dienstverlening willen inkopen. ‘Zolang aan die situatie niets verandert, zullen ook de werkomstandigheden niet verbeteren.’ Volgens Harderwijk zou er een taak kunnen liggen voor de overheid en de gemeente Amsterdam die grootaandeelhouders van de luchthaven zijn. Zij kunnen druk kunnen uitoefenen. ‘Ik vind dat zij als marktmeesters voorwaarden mogen stellen aan bedrijven die hun diensten op Schiphol aanbieden.’

Harderwijk wacht het allemaal niet meer af. Hij bestelde taartjes en stapte daarmee op 28 februari in de auto om voor de laatste keer zijn opdrachtgever te bezoeken. Of het een dappere stap is om nee te zeggen tegen zo’n groot deel van zijn omzet? ‘Het is wel iets dat ik vaker heb gedaan. Als je echt vindt dat er dingen niet kloppen moet je de samenwerking beëindigen. Natuurlijk kun je dat op dit moment als bedrijfsarts wat makkelijker beslissen, want het werk ligt voor het oprapen. Desalniettemin is het toch een lastige beslissing als je zolang voor een bedrijf hebt gewerkt.’

2 REACTIES

  1. Jammer, Ernst. Sinds kort bemoei ik mij ook met het grondpersoneel op Schiphol en herken wat je zegt. Aan de andere kant: er zijn meerdere arbodiensten actief op Schiphol. Kunnen die dan niet samen een vuist maken? Laten we ons uit het veld slaan? Een betrouwbare overheid (als mede aandeelhouder) en een sterke(re) vakbond zijn dan wel voorwaarde. Niet alles blijkt te vermarkten.

  2. Lees alle reacties

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.