Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De ontwikkeling van het metaboolsyndroom onder oudere werknemers: beroepsverschillen en de rol van gezondheidsgedrag

Er is sprake van een wereldwijde epidemie van het metaboolsyndroom (MetS). Dit vergroot het risico op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Mensen worden geclassificeerd met het metaboolsyndroom als zij drie of meer van de volgende componenten hebben: hypertensie, abdominale obesitas, verhoogde bloedglucose, verhoogde triglyceriden en verlaagd HDL-cholesterol. Wij onderzochten of de ontwikkeling van het metaboolsyndroom onder oudere werknemers verschilt per beroepsgroep en of gezondheidsgedrag de verschillen kan verklaren.  
Katharine Runge

Methodologie

De studiepopulatie bestond uit 34.834 oudere werknemers (45-65 jaar) die deelnemen aan de Lifelines Cohort Study en Biobank (https://www.lifelines.nl/). De metaboolsyndroom componenten werden gemeten door getrainde onderzoeksmedewerkers. Gezondheidsgedrag (roken, fysieke activiteit, dieet en alcoholgebruik) en beroepsgroep werden gemeten met vragenlijsten. Beroepsgroepen werden gecategoriseerd in hooggeschoolde hoofdarbeid (bijv. directeur, docent), laaggeschoolde hoofdarbeid (bijv. telefonist, rijinstructeur), hooggeschoolde handarbeid (bijv. boer, metselaar) en laaggeschoolde handarbeid (bijv. buschauffeur, schoonmaker).

Resultaten

In totaal werd bij 6.586 (18,9%) deelnemers het metaboolsyndroom tijdens de baseline meting vastgesteld (Tabel 1). Van de metaboolsyndroom componenten kwamen hypertensie en abdominale obesitas het vaakst voor (Tabel 1).

Tabel 1: Gezondheidskenmerken tijdens de baseline meting (n = 34.834)

Gezondheidskenmerken n %
MetS 6.568 18,9
MetS componenten
   Abdominale obesitas 12.973 37,2
   Hypertensie 16.905 48,5
   Verhoogde bloedglucose 5.286 15,2
   Verhoogde triglyceriden 7.719 22,2
   Verlaagd HDL-cholesterol 5.767 16,6

 

Tijdens de 3,9 jaar follow-up, ontwikkelden 2.419 (8,6 %) deelnemers het metaboolsyndroom. De hoogste incidentie (10,7%) werd in de categorie laaggeschoolde handarbeid vastgesteld (Tabel 2).

Tabel 2: MetS ontwikkeling tussen de baseline meting en follow-up (n = 28.266)

  MetS ontwikkeling
Beroepsgroep n %
Hooggeschoolde hoofdarbeiders 1.146 7,9
Laaggeschoolde hoofdarbeiders 762 8,8
Hooggeschoolde handarbeiders 271 9,5
Laaggeschoolde handarbeiders 240 10,7

 

In de categorie hooggeschoolde hoofdarbeid was de incidentie 7,9%. Gezondheidsgedrag verklaarde ongeveer de helft van de risicoverschillen in de ontwikkeling van het metaboolsyndroom tussen de beroepsgroepen. Ongezond gedrag kwam veel vaker voor bij oudere werknemers in de categorie handarbeid (Tabel 3). 

Tabel 3: Ongezond gedrag tijdens de baseline meting per beroepsgroep

Beroepsgroep
Hooggeschoolde hoofdarbeiders (n = 14.480) Laaggeschoolde hoofdarbeiders (n = 8.706) Hooggeschoolde handarbeiders

(n = 2.846)

Laaggeschoolde handarbeiders

(n = 2.234)

Gezondheidsgedrag n % n % n % n %
   Roken 2.057 14,2 1.586 18,2 514 18,1 525 23,5
   Lage fysieke activiteit 5.935 41,0 3.971 45,6 1.425 50,1 1,107 49,6
   Ongezond dieet 3.880 26,8 2.725 31,3 1.388 48,8 944 42,3
   Hoog alcoholgebruik 4.861 33,6 2.113 24,3 751 26,4 476 21,3

 

Conclusies

Onder oudere werknemers verschilt het risico om het metaboolsyndroom te ontwikkelen per beroepsgroep. Het grootste risico werd vastgesteld onder oudere werknemers in de categorie laaggeschoolde handarbeid. Ongezond gedrag zoals roken en fysieke inactiviteit verklaarde een groot deel van het risicoverschil in de ontwikkeling van het metaboolsyndroom tussen beroepsgroepen.

Implicaties voor de praktijk

De bedrijfsarts kan op meerdere momenten het bewustzijn voor het metaboolsyndroom onder werknemers vergroten. Tijdens Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) kan worden nagegaan in welke mate componenten van het metaboolsyndroom aanwezig zijn, en kunnen gezondheid bevorderende leefstijladviezen gegeven worden. Ook bij het (verzuim)spreekuur kan aandacht worden besteed aan leefstijl en het metaboolsyndroom. Daarnaast kan in de Risico-Inventarisatie en Evaluatie het belang van het voorkomen van bewegingsarmoede worden meegenomen. Geïntegreerde actie van werkgevers en bedrijfsartsen in de vorm van een vitaliteitsbeleid met aandacht voor de kennis en behoeften van verschillende beroepsgroepen en leeftijden kan een gezonde leefstijl stimuleren.

Auteurs

Katharina Runge is promovendus bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Haar onderzoek richt zich op oudere werknemers, werktransities en de rol van cardio metabole gezondheid zoals gezondheidsgedrag. De hier omschreven studie is onderdeel van haar promotieonderzoek.

Dr. Sander van Zon, prof. Ute Bültmann en prof. Kène Henkens werken bij het UMCG. De laatste auteur is ook verbonden aan het NIDI.

Contact: runge@nidi.nl

Noten

De implicaties van dit onderzoek voor de praktijk zijn besproken met dr. Giny Norder (bedrijfsarts bij Arbo Unie). Deze ‘onderzoek in het kort’ is gebaseerd op het artikel Metabolic syndrome incidence in an aging workforce: Occupational differences and the role of health behaviors (https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2352827321001567)

 

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.