De aard van de salamander
Het natuurproduct asbest is al sinds de Oudheid bekend. Het Griekse woord asbestos betekent onuitblusbaar, niet te doven, onverwoestbaar maar ook onvergankelijk. De Griekse schrijver Plutarchus (46-120) maakt al melding van het gebruik van asbest in lamppitten voor olielampen. On(uit)blusbaar en brandwerend lijkt een contradictie, asbest (ver)brandt zelf niet, echter de oude betekenis legt juist de nadruk op het blijven bestaan in vuur. Te vergelijken met de oude mythe dat een in het vuur geworpen salamander niet zou verbranden. Reeds in de Oudheid weeft men de asbestvezels onder andere tot lijkkleden.
Asbest is een verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende mineralen die tot de silicaten behoren. Het mineraal, Mg3Si2O5(OH)4, Is opgebouwd uit langwerpige bundels kristallen, de zogeheten asbestvezels. Asbestvezels zijn de enige anorganische industrievezels, alle overige zijn van plantaardige of dierlijke oorsprong of producten van de kunststoffenchemie. De gunstige eigenschappen van asbest zijn de hitte-, zuur- en loogbestendigheid, de slijtvastheid en het isolatievermogen. Bovendien is het goedkoop.
‘Het mineraal van de duizenden mogelijkheden’
De eerste asbestfabrieken ontstaan in Noorwegen (1700) en Rusland (1720) voor fabricage van asbestpapier en karton. In de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelt de techniek en industrie zich snel met grootschalige toepassing van stoom en stoommachines. Katoen voldoet niet meer als isolatiemateriaal en wordt vervangen door het slijtvaste asbest. Er zijn steden vernoemd naar het mineraal: letterlijk Asbest in Rusland, gebouwd rondom de Uralasbest-mijn en Asbestos in Québec, Canada. Vanwege de negatieve connotatie is deze mijnplaats per 2020 hernoemd naar Val-des-Sources.
Een vijfde deel van het gedolven asbest kan gesponnen worden tot draden en geweven tot textiel (Groot-Brittannië 1878). Het overig deel vond vele andere toepassingen waaronder: stoompakkingen, isolatiematrassen, remvoeringen en brandwerende gordijnen en later als asbestcement. Asbestcement is uiteindelijk verreweg het belangrijkste asbestproduct geworden.
Asbestziekten: asbestose, longkanker en maligne mesothelioom
Ziekten door asbest zijn asbestose, longkanker en het maligne mesothelioom. Eind negentiende eeuw wordt in Groot-Brittannië en Italië vastgesteld dat inademing van asbeststof schadelijk is voor de longen. De Engelse patholoog Cooke munt in 1927 de term ‘pulmonaire asbestose’ (verbindweefseling van de luchtwegen). In 1930 verschijnt een baanbrekend artikel van de medisch adviseur van de Britse Arbeidsinspectie Merewether. Kort daarna, in 1931, erkent Groot-Brittannië als eerste land asbestose als beroepsziekte. Duitsland (1936), Italië (1943), Frankrijk (1945), Nederland (1949), Zwitserland (1953), Oostenrijk (1955), België (1969) volgen na korte of langere tijd.
De eerste Nederlandse publicaties over asbestose zijn die van Remijnse uit 1930 en Hampe uit 1942. Hampe doet in zijn proefschrift ’Stof en Stoflongen’ longen een dringend beroep op de overheid om asbestose als beroepsziekte te erkennen. Hampe wees ook op het ontstaan van kanker door asbest, een brochuscarcinoom. In 1949 erkent de Nederlandse overheid asbestose, een pneumoconiose, als beroepsziekte in het kader van de Ongevallenwet (1901): ‘longlijden ten gevolge van het bewerken van asbest of asbesthoudende producten met een minimale arbeidstijd van vijf jaren’. Een beroepsziekte wordt gezien als normaal ondernemers-/ongevalsrisico (risque professionnel)
De eerste meldingen van mesothelioom
Mesothelioom, een maligne tumor (asbestkanker genoemd) die uitgaat van de sereuze vliezen (pleura, peritoneum of pericard) is waarschijnlijk voor het eerst beschreven door Grieve in 1927. De Duitser Wedler legt in 1943 een verband met blootstelling aan asbest. Dat leidt ertoe dat in 1943 in Duitsland ook asbestgerelateerde longkanker en mesothelioom als beroepsziekten worden erkend (na de eerder genoemde asbestose in 1936). De publicatie van Van Assen in 1953 is de eerste Nederlandse publicatie waarin de diagnose mesothelioom aan de orde komt. Bedrijfsarts Jan Stumphius (1925-1983) brengt in 1969 met zijn proefschrift het gevaar van asbest breed onder de aandacht: ‘Gooi ook het asbest kookplaatje weg‘. Dr Stumphius is van 1954 tot 1979 bedrijfsarts van de oudste bedrijfsgeneeskundige dienst in Nederland; de Koninklijke Maatschappij De Schelde (KMS), een scheepswerf en machinefabriek in Vlissingen. Hij toont overtuigend aan dat blootstelling aan asbest tot tientallen jaren later tot mesothelioom kan leiden. Sedert 1969 wordt daarom bij De Schelde geen asbest meer verwerkt.
Van het Asbestbesluit 1977 tot het Asbestverbod 1993
Stumphius’ werk leidt tot discussies in de politiek en uiteindelijk tot het Asbestbesluit van 1977. Dit besluit komt echter moeizaam tot stand en wordt sterk beïnvloed door de machtige asbestindustrie, die wetgeving probeert af te zwakken. De Stoflongencommissie (voorheen Silicosecommissie geheten) krijgt van de Arbeidsinspectie in 1971 opdracht een asbestbesluit op basis van de Silicosewet voor te bereiden. De TNO-Commissie is van 1970-1977 een invloedrijk adviesorgaan van de overheid, waarbinnen de belangen van de asbestindustrie evenwel zwaar meewegen. Stumphius is enige tijd voorzitter van deze commissie. In 1971 de eist de PvdA een volledig asbestverbod. De aanloop tot het asbestbesluit vergt zes jaar. Het uiteindelijke Asbestbesluit van 1 april 1977 wordt op 1 juli 1978 gedeeltelijk ingevoerd. Na 1977 tracht de overheid het gevaar van asbestblootstelling verder terug te dringen. In de jaren tachtig worden beperkingen opgelegd aan het gebruik van de gevaarlijkste soorten asbest (blauwe en bruine). In februari 1993 wordt dan eindelijk het Besluit tot wijziging van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet (de asbestban) gepubliceerd in het Staatsblad. Een volledig verbod op de verwerking van asbest treedt (pas) per 1 juli 1993 in werking.
Slachtoffers gaan zich organiseren: Comité Asbestslachtoffers
Vanaf september 1997 voeren vijf partijen gesprekken over de opzet van een Instituut Asbestslachtoffers (IAS). Die partijen zijn: het Comité Asbestslachtoffers, VNO/NCW samen met de overheidswerkgevers, het Verbond van Verzekeraars, de vakbonden FNV en CNV en de ministeries van SZW en Justitie. In november 1998 wordt het Convenant IAS door alle partijen getekend. Het IAS wordt in januari 2000 officieel geopend. De regeling geldt voor slachtoffers van asbestose en mesothelioom.
Per 1 januari 2023 is de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) ingevoerd. De regeling TSB is een eenmalig recht op een financiële tegemoetkoming voor individuele (oud-) werknemers en zelfstandigen. Vooralsnog geldt de regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB), uitgekeerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB), voor nu zes (luchtweg-gerelateerde) beroepsziekten:
• allergisch beroepsastma
• CSE (schildersziekte)
• longkanker door asbest
• longkanker door silica
• sinonasaalkanker (neusbijholtekanker door houtstof)
• silicose
De terugkeer van de risque professionnel-regeling
Door de Asbest- en latere TSB-regeling heeft een paradigma verschuiving plaatsgevonden in de bedrijfsgeneeskunde en de sociale zekerheid. Naast het risque social waarin arbeidsverzuim en schade door bedrijfsongevallen en beroepsziekten door wetgeving geregeld zijn, is tevens het vanuit het buitenland bekende risque professionnel ge(her)introduceerd.
Een lopende Nederlandse casus: bouwmaterialenbedrijf Eternit in Goor (Overijssel)
Het Belgische Eternit (1905), nu de Etex Group is voornamelijk actief in Europa en Latijns-Amerika en heeft onder meer fabrieken in Frankrijk en Italië. Het Goorse Eternit verwerkte tussen 1937 en 1993 asbest tot asbestcementlei, genaamd eterniet (aeternus = eeuwigdurend). In België stopte Eternit na een overgangsperiode in 1997 met de productie van asbestcement-bouwmaterialen, voor het Belgische verbod in 1998 en wereldwijd in 2002.
In februari 2012 zijn twee voormalige eigenaren van Eternit door een rechtbank in Turijn veroordeeld tot ieder 16 jaar gevangenisstraf voor doodslag van bijna 3000 personen en een grootschalige milieuramp.
Het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) heeft in juni 2025 bekendgemaakt Eternit in Goor te vervolgen voor doodslag en dood door schuld van drie mensen blootgesteld aan asbestvezels. De meerderheid van de gevallen van mesothelioom rondom Goor is toe te schrijven aan milieublootstelling aan asbest (verharding boerenpaden). Eternit zou in strijd met haar zorgplicht hebben gehandeld en werknemers opzettelijk blootgesteld aan ernstige gezondheidsrisico’s die de blootstelling met zich meebrengt. Het strafrechtelijk onderzoek is gericht op het vaststellen van de rol en verantwoordelijkheid van Eternit als bedrijf als rechtspersoon en niet op individuele personen binnen de organisatie.
Asbest, onverwoestbaar en verwoestend tot in de eeuwigheid
Het asbestverbod kwam relatief laat, ondanks vroeg wetenschappelijk bewijs. De belangrijkste redenen waren economische belangen, trage politieke besluitvorming, gebrek aan acute zichtbaarheid van de schade, en de keuze voor een stapsgewijze aanpak. Hoewel de daling van het aantal asbestslachtoffers is ingezet, zal het gezien de latentietijd nog decennia duren voordat deze (beroeps)ziekte is verdwenen. Asbest blijft nog jarenlang op veel plekken aanwezig, in de natuur als milieuverontreiniging en in gebouwen. Er zijn inmiddels asbest vervangende materialen beschikbaar, zoals kurk, vlas en steenwol. Vanaf 1 januari 2024 zijn asbestdaken in Nederland verboden. Sanering zal nog vele jaren duren.
Ongeneeslijke beroepsziekten moeten onder alle omstandigheden worden verkomen. Intussen zal de (stoffengerelateerde) beroepsziektenlijst blijven groeien.
Verder lezen
• Stumphius J. Asbest in een bedrijfsbevolking. Een onderzoek naar het voorkomen van asbestlichaampjes en mesotheliomen op een scheepswerf en machinefabriek. Proefschrift Universiteit van Amsterdam. Assen: Van Gorcum, 1969.
• Merewether ERA. The occurrence of pulmonary fibrosis and other pulmonary affections in asbestos workers. J Indust Hyg 1930; 12: 198-257.
• Remijnse JG. Pneumoconiosis. Ned Tijdschr Geneeskd 1930; 74, 6101-3.
• Hampe JF. Stof en stoflongen, in het bijzonder over silicose en silicatose. Proefschrift. Assen: Van Gorcum, 1942.
• Assen GAM van. De diagnostiek van primaire pleuragezwellen. Ned Tijdschr Geneeskd 1953; 97: 2574.
• Ruers RF. Macht en tegenmacht in de Nederlandse asbestregulering. Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam. Boom Juridische uitgevers, 2012.
• NRC Handelsblad. 28 augustus 1976, pag 3.
• NTR. Andere tijden: Uitzending: 18 nov 2012, 21.20 uur, Nederland 2. Asbest: Sluipmoordenaar in Goor
• NRC. Rapportage asbestkanker. 19 juni 2025, pag 21.
• Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde. Special asbest. TBV 2019; 27: nr 2.